Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

ECLI:NL:RBNHO:2023:6

2 januari 2023

Jurisprudentie – Uitspraken

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind

Zittingsplaats Alkmaar

zaaknummer / rolnummer: C/15/334290 / KG ZA 22-586

Vonnis in kort geding van 3 januari 2023

in de zaak van

de naamloze vennootschappen

  1. ZILVEREN KRUIS ZORGVERZEKERING N.V.,
    statutair gevestigd te Utrecht en kantoorhoudende te Leiden;

  2. INTERPOLIS ZORGVERZEKERINGEN N.V.,
    statutair gevestigd te Utrecht en kantoorhoudende te Leiden;

  3. DE FRIESLAND ZORGVERZEKERAAR N.V.,
    statutair gevestigd te Leeuwarden en kantoorhoudende te Leeuwarden;

  4. FBTO ZORGVERZEKERINGEN N.V.,
    statutair gevestigd te Leeuwarden en kantoorhoudende te Leeuwarden,

eiseressen,

hierna gezamenlijk aan te duiden als “Zilveren Kruis”,

advocaat mr. B.D. van der Ven te Rotterdam,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

REGENBOOG APOTHEEK SCHARLO B.V.,

gevestigd te Alkmaar,

gedaagde,

hierna aan te duiden als “Regenboog Apotheek”,

advocaat mr. K. Mous te Nijmegen.

De zaak in het kort

Regenboog Apotheek verleent farmaceutische zorg. Als enige apotheek in Nederland bereidt en levert zij het ADHD-geneesmiddel dexmethylfenidaat. Zilveren Kruis weigert dexmethylfenidaat aan hun verzekerden te vergoeden.

Regenboog Apotheek heeft in kort geding bij de voorzieningenrechter in Noord-Nederland gevorderd dat Zilveren Kruis veroordeeld wordt om dexmethylfenidaat aan haar verzekerden te vergoeden indien zij dit geneesmiddel door hun arts voorgeschreven hebben gekregen nadat gebleken is dat andere geneesmiddelen onvoldoende effectief zijn of teveel bijwerkingen hebben.

1.2.De voorzieningenrechter heeft de vordering afgewezen, omdat de zaak te complex is voor behandeling in kort geding. Volgens de voorzieningenrechter is nader onderzoek door een deskundige nodig om de vraag te kunnen beantwoorden of dexmethylfenidaat behoort tot de stand van de wetenschap en praktijk als bedoeld in artikel 2.1 lid 2 van het Besluit Zorgverzekering. Dat moet vaststaan wil de magistrale bereidingn

Dat betekent vervaardiging door de apotheker zelf

van dexmethylfenidaat voor vergoeding in aanmerking komen.

1.3.Regenboog Apotheek heeft tegen dat vonnis hoger beroep ingesteld. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (hierna: het Hof) oordeelde op 1 november 2022 in hoger beroep dat voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter de vorderingen van Regenboog Apotheek zou toewijzen. Daarom veroordeelde hij Zilveren Kruis volgens de ingestelde vordering over te gaan tot vergoeding van het geneesmiddel onder de gestelde voorwaarden.n

ECLI:NL:GHARL:2022:9382

1.4.De vraag is vervolgens of die veroordeling van Zilveren Kruis alleen geldt voor nieuwe gevallen, dus ná 1 november 2022, (standpunt Zilveren Kruis), of dat de veroordeling ook ziet op de al eerder verleende zorg door Regenboog Apotheek (standpunt Regenboog Apotheek). Over die vraag gaat dit kort geding. Zilveren Kruis vordert een verbod van de tenuitvoerlegging van het arrest van 1 november 2022 van het Hof, voor zover dat ziet op door Regenboog Apotheek verleende zorg vóór 1 november 2022. De voorzieningenrechter komt allereerst tot het oordeel dat Zilveren Kruis tegenover haar verzekerden een verplichting heeft om de declaraties uit het verleden alsnog te vergoeden. Daarnaast is de voorzieningenrechter van oordeel dat de dwangsom alleen is gekoppeld aan de gevallen van na 1 november 2022, omdat alleen die veroordeling Regenboog Apotheek betreft.

De procedure

2.1.De procedure is als volgt verlopen:

  • de dagvaarding van 30 november 2022

  • de conclusie van antwoord van 19 december 2022

  • de mondelinge behandeling op 20 december 2022

  • de pleitnota van Zilveren Kruis

  • de pleitnota van Regenboog Apotheek.

2.2.Ten slotte is vonnis bepaald.

De relevante feiten en de achtergrond van dit geschil

3.1.De voorzieningenrechter neemt over wat het Hof als relevante feiten heeft vastgesteld. Dat komt neer op het volgende.

3.2.Regenboog Apotheek verleent farmaceutische zorg en richt zich, naast het leveren van reguliere farmaceutische zorg, met name op de behandeling van patiënten met ADHD. Regenboog Apotheek bereidt en levert op dit moment als enige apotheek in Nederland het ADHD-geneesmiddel dexmethylfenidaat (retard).

Zilveren Kruis is zorgverzekeraar. In de polisvoorwaarden van Zilveren Kruis voor het jaar 2021 is in artikel B.4 het recht op vergoeding van farmaceutische zorg geregeld. In deze bepaling is onder meer het volgende vermeld:

‘U heeft recht op terhandstelling, advies en begeleiding van:

(…)

c. andere dan geregistreerde geneesmiddelen die volgens de Geneesmiddelenwet in Nederland mogen worden afgeleverd. Het moet dan wel om rationele farmacotherapie gaan. Onder rationele farmacotherapie verstaan wij een behandeling met een geneesmiddel in een voor de patiënt geschikte vorm, waarvan de werkzaamheid en effectiviteit door wetenschappelijk onderzoek is vastgesteld en die ook het meest economisch is voor uw basisverzekering. Onder rationele farmacotherapie vallen:

- geneesmiddelen die door of in opdracht van een apotheek op kleine schaal zijn bereid.

(…)’

In het Reglement Farmaceutische Zorg 2021 van Zilveren Kruis is het volgende te lezen:

‘5 Niet geregistreerde geneesmiddelen

In een aantal gevallen heeft u ook aanspraak op en/of recht op vergoeding van niet-geregistreerde geneesmiddelen. (…)

Een bijzondere vorm van niet-geregistreerde geneesmiddelen zijn de apotheekbereidingen. Deze op recept bereide geneesmiddelen komen alleen voor vergoeding in aanmerking als er geen (nagenoeg) gelijkwaardig geregistreerd geneesmiddel is dat niet wordt vergoed uit het geneesmiddelenvergoedingssysteem én de behandeling met het op recept bereide geneesmiddel is aan te merken als rationele farmacotherapie.’

3.4.Dexmethylfenidaat wordt door de apotheker van Regenboog Apotheek magistraal bereid en is een niet-geregistreerd geneesmiddel. Het geneesmiddel wordt uitsluitend op recept voorgeschreven door artsen (meestal huisartsen of psychiaters) aan ADHD-patiënten die met de reguliere (geregistreerde) ADHD-geneesmiddelen zoals bijvoorbeeld Ritalin of Concerta niet of onvoldoende geholpen kunnen worden, meer in het bijzonder omdat die geneesmiddelen bij hen onvoldoende effectief zijn of teveel bijwerkingen geven.

In 2018 heeft Regenboog Apotheek al eerder in een bodemprocedure tegen een andere zorgverzekeraar (CZ) een verklaring voor recht gevorderd dat CZ onrechtmatig handelt door haar verzekerden de vergoeding van dexmethylfenidaat te onthouden. Die procedure heeft na hoger beroep geresulteerd in een arrest van het Gerechtshof

's-Hertogenbosch (hierna: het hof Den Bosch) van 18 mei 2021. Dat hof heeft in dat arrest uitgesproken (‘voor recht verklaard’):

‘dat verzekerden van CZ met ADHD die het middel dexmethylfenidaat door hun arts voorgeschreven krijgen nadat gebleken is dat andere middelen, waaronder methylfenidaat, onvoldoende effectief zijn of teveel bijwerkingen hebben, aanspraak hebben op vergoeding van dit geneesmiddel op grond van de Zorgverzekeringswet en de daarop gebaseerde polisvoorwaarden van CZ.’

Verder heeft het hof Den Bosch voor recht verklaard dat CZ onrechtmatig handelt jegens Regenboog Apotheek door generiek en zonder uitzondering vergoeding te weigeren van de door Regenboog Apotheek bereide en ter hand gestelde dexmethylfenidaat aan haar patiënten.

Na het arrest van het hof Den Bosch heeft Regenboog Apotheek Zilveren Kruis

aangeschreven met het verzoek om ook over te gaan tot vergoeding van dexmethylfenidaat

onder dezelfde voorwaarden zoals deze door het hof zijn vastgesteld.

Zilveren Kruis heeft daarop laten weten haar vergoedingsbeleid niet aan te passen. Zij heeft onder meer verwezen naar het Informatorium Medicamentorum van de KNMP. Hierin staat:

“Het is nog onduidelijk of dexmethylfenidaat effectiever is of minder bijwerkingen heeft dan methylfenidaat”.

3.7.Zilveren Kruis heeft dexmethylfenidaat tot aan het arrest van het Hof van 1 november 2022 nooit vergoed aan haar verzekerden. Zij heeft wel haar beleid zodanig aangepast dat alle declaraties vanaf 1 november 2022 die aan de voorwaarden voldoen, door haar worden vergoed.

De beoordeling van het geschil door de voorzieningenrechter

4.1.Partijen zijn het erover eens dat Zilveren Kruis alle declaraties voor door Regenboog Apotheek verstrekte medicijnen vanaf 1 november 2022 aan haar verzekerden vergoedt, in gevallen zoals het Hof in zijn beslissing heeft omschreven.

Regenboog Apotheek heeft Zilveren Kruis op 4 november 2022 en 7 november 2022 gevraagd of dat ook zou gelden voor de declaraties uit het verleden, waarvan Zilveren Kruis de vergoeding had afgewezen. De reactie van Zilveren Kruis op 10 november 2022 was dat zij van mening was dat zij die verplichting op basis van het arrest van het Hof niet heeft. Volgens Zilveren Kruis zag de vordering van Regenboog Apotheek in die procedure alleen op de toekomstige gevallen. Zilveren Kruis voegde daaraan toe:

“In de dagvaarding is niet gevorderd dat Zilveren Kruis ook declaraties uit het verleden moet vergoeden. Wat niet is gevorderd kan een rechter ook niet toewijzen.”

En in een nadere reactie van 1 december 2022:

“Zilveren Kruis zal facturen dexmethylfenidaat over het verleden niet vergoeden, totdat de rechter in het inmiddels lopende executiegeschil n

het onderhavige geschil dus

heeft geoordeeld hoe partijen het dictum van het arrest van het hof van 1 november 2022 op het aspect van de terugwerkende kracht in relatie tot de dwangsommen moeten interpreteren.”

Naar het oordeel van de voorzieningenrechter moet eerst de vraag worden beantwoord of Zilveren Kruis volgens de beslissing van het Hof een verplichting heeft om de declaraties uit het verleden alsnog te vergoeden. En pas als dat zo is, de vraag of de door het Hof opgelegde dwangsom ook op die verplichting van toepassing is.

1. Heeft Zilveren Kruis een verplichting om de declaraties uit het verleden alsnog aan haar verzekerden te vergoeden?

Zoals hiervoor in dit vonnis in onderdeel 1 weergegeven, heeft Regenboog Apotheek een kort geding aanhangig gemaakt voor de voorzieningenrechter in Noord-Nederland. Daarbij heeft zij de vraag aan de orde gesteld of Zilveren Kruis op grond van het wettelijk vastgestelde verzekerde basispakket aan haar verzekerden de kosten van de verstrekking van de ADHD-medicatie dexmethylfenidaat diende te vergoeden.

De voorzieningenrechter heeft de vordering afgewezen, omdat de zaak te complex is voor behandeling in kort geding. Regenboog Apotheek heeft tegen dat vonnis hoger beroep ingesteld.

Het Hof oordeelde in hoger beroep dat voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter de vorderingen van Regenboog Apotheek zou toewijzen. Als uitgangspunt hanteerde het Hof daarbij het volgende.

Magistraal bereide geneesmiddelen zoals dexmethylfenidaat komen onder bepaalde voorwaarden voor vergoeding in aanmerking. Die voorwaarden zijn:

  • het geneesmiddel voldoet aan de stand van de wetenschap en praktijk

  • de patiënt moet redelijkerwijs aangewezen zijn op het geneesmiddel en

  • er moet sprake zijn van rationele farmacotherapie.

Na een uitvoerige motivering kwam het Hof in zijn arrest tot het oordeel dat in het geval van dexmethylfenidaat aan voorwaarde a. wordt voldaan.

De voorzieningenrechter verwijst kortheidshalve naar de volgende overwegingen van het Hof over de voorwaarden b. en c. Daarin verwierp het Hof het standpunt van Zilveren Kruis.

“4.26 Het begrip ‘rationele farmacotherapie’ is in de Nota van toelichting, toen het in de tekst van de voorloper van het Bzv werd geïntroduceerd, als volgt gedefinieerd:

‘Rationele farmacotherapie kan worden gedefinieerd als een behandeling met een geneesmiddel in een voor de patiënt geschikte vorm, waarvan de werkzaamheid en effectiviteit blijkt uit wetenschappelijke literatuur en die tevens het meest economisch is voor de ziekenfondsverzekering onderscheidenlijk de patiënt’.

Er is dus sprake van rationele farmacotherapie als een geneesmiddel:

  • i) een geschikte vorm heeft,

  • ii) bewezen effectief en werkzaam is en

  • iii) het meest economisch is voor de zorgverzekering onderscheidenlijk de patiënt.

Partijen zijn het er over eens dat het vereiste onder i. in hun geschil geen rol speelt en dat het vereiste onder ii. samenvalt met het hiervoor onder a. vermelde vereiste van de stand van de wetenschap en praktijk. Het gaat dan ook om het vereiste onder iii., dat overigens door Zilveren Kruis c.s. in de processtukken en ook in haar polisvoorwaarden in afwijking van de wetsgeschiedenis is ingekort tot het voordeligst en meest economisch voor (alleen) de zorgverzekeraar. Het hof zal uitgaan van de door de wetgever gegeven definitie.

(…)

Partijen verschillen van mening over de vraag of methylfenidaat en dexmethylfenidaat uitwisselbaar zijn. Volgens Regenboog Apotheek is dat niet het geval, volgens Zilveren Kruis c.s. wel. De kern van het verschil zit ‘m er in of de uitwisselbaarheid op individueel niveau of op groepsniveau moet worden vastgesteld. In het eerste geval is bepalend of het voor een individuele patiënt - op het punt van effectiviteit en bijwerkingen - uitmaakt of hij dexmethylfenidaat of methylfenidaat toegediend krijgt. In het tweede geval gaat het om de uitwisselbaarheid op groepsniveau van dexmethylfenidaat en methylfenidaat; bepalend is of beide middelen op groepsniveau gelijkwaardig zijn.

4.28 Het hof vindt voorshands dat de uitwisselbaarheid op patiëntniveau bepalend is voor het antwoord op de vraag of een geneesmiddel het meest economisch is. Het hof heeft daar de volgende argumenten voor:

- Het door Zilveren Kruis c.s. bepleite stelsel leidt ertoe dat een magistraal bereid geneesmiddel vrijwel nooit voor vergoeding in aanmerking komt indien er een, op groepsniveau, gelijkwaardige geregistreerd middel is, dat is opgenomen in het Geneesmiddelen-vergoedingssysteem. n

Opm. voorzieningenrechter: Zoals bij ADHD bijvoorbeeld Ritalin

Het magistraal bereide geneesmiddel zal, zoals Zilveren Kruis c.s. zelf opmerken, vrijwel altijd duurder zijn dan het geregistreerde middel en alleen om die reden zelden het meest economische geneesmiddel zijn. Dat betekent dat ook indien is vastgesteld dat het magistraal bereide geneesmiddel effectiever is bij een individuele verzekerde - betere effecten heeft en/of minder bijwerkingen - en het door de behandelend arts is voorgeschreven het geneesmiddel niet door een zorgverzekeraar (onder de basisverzekering) vergoed behoeft te worden.


- Gelet op het voorgaande, valt niet in te zien wat de meerwaarde van het vereiste ‘bewezen effectief en werkzaam’ binnen het criterium rationele farmacotherapie voor magistraal bereide geneesmiddelen is in de situatie dat een vergelijkbaar middel is opgenomen in het Geneesmiddelenvergoedingssysteem: vergoeding van het magistraal bereide geneesmiddel stuit dan immers altijd al af op het vereiste dat het geneesmiddel het meest economisch moet zijn. De vraag of het magistraal bereide geneesmiddel bewezen effectief en werkzaam is, is in het door Zilveren Kruis c.s. voorgestane systeem niet relevant, omdat ook bij een bevestigend antwoord op die vraag het magistraal bereide geneesmiddel niet het meest economisch is en om die reden niet voor vergoeding in aanmerking komt. n

Naar het oordeel van de voorzieningenrechter een negatief gevolg van de marktwerking.

Voor het vereiste van stand van de wetenschap en praktijk en het indicatievereiste geldt trouwens hetzelfde: ook die vereisten zullen in de door Zilveren kruis c.s. voorgestane systematiek nooit de doorslag geven wanneer een vergelijkbaar middel beschikbaar is.

- In de door Zilveren Kruis c.s. bepleite systematiek geven uiteindelijk economische factoren de doorslag. Ook als een magistraal bereid geneesmiddel voor een individuele patiënt effectiever is en/of tot minder bijwerkingen leidt en het om die reden door de behandelend arts wordt voorgeschreven, mag de verzekeraar vergoeding weigeren alleen omdat het duurder is dan het geregistreerde geneesmiddel dat op groepsniveau uitwisselbaar is met het magistraal bereide geneesmiddel. Op die manier wordt aan een verzekerde (de vergoeding van) een vorm van zorg onthouden alleen in verband met de hoogte van de daaraan verbonden kosten, wat in strijd is met het stelsel van de Zvw, waarin kosteneffectiviteit juist geen wettelijke voorwaarde is voor de aanspraak van de verzekerde op verlening van zorg. In het stelsel van de Zvw moet de vraag of een verzekerde behoefte heeft aan een bepaalde vorm van zorg slechts op basis van zorginhoudelijke criteria te worden beantwoord.


- Daarbij aansluitend: indien zorginhoudelijke criteria doorslaggevend zijn, is de situatie van de individuele verzekerde - diens behoefte aan zorg - en niet de situatie van de groep verzekerden met een vergelijkbare aandoening uiteindelijk bepalend. Dat betekent dat niet op dat groepsniveau, maar op het niveau van de individuele verzekerde bepaald dient te worden of sprake is van uitwisselbaarheid. In de context van het preferentiebeleid is dat ook tot uitdrukking gebracht in artikel 2 lid 4 Bzv, dat erop neerkomt dat de voorschrijvende arts bepaalt of het door de zorgverzekeraar aangewezen geneesmiddel voor de desbetreffende verzekerde medisch niet verantwoord is en dat, indien dat niet het geval is, de verzekeraar een ander dan het aangewezen geneesmiddel dient te vergoeden. Het ligt niet voor de hand dat voor magistraal bereide geneesmiddelen het oordeel van de voorschrijvende arts dat niet het aangewezen geneesmiddel maar het magistraal bereide alternatief medisch verantwoord is, wel vanwege kostentechnische overwegingen terzijde kan worden gelegd door de verzekeraar.”

Zodoende kwam het Hof tot het oordeel dat aan alle drie voorwaarden (zie 4.4) is voldaan. Daarom kwam het Hof tot de volgende conclusie:

“Uit het voorgaande volgt voorshands dat de verzekerden van Zilveren Kruis c.s. met ADHD aan wie door hun arts dexmethylfenidaat wordt voorgeschreven nadat gebleken is dat andere middelen, waaronder methylfenidaat, onvoldoende effectief zijn of teveel bijwerkingen hebben, aanspraak hebben op vergoeding van dexmethylfenidaat op grond van de Zvw en de polisvoorwaarden van Zilveren Kruis c.s.”

4.7.Uit het voorgaande volgt naar het oordeel van de voorzieningenrechter onmiskenbaar dat het Hof van oordeel is dat Zilveren Kruis tegenover haar verzekerden een verplichting heeft om de declaraties uit het verleden alsnog te vergoeden.

2. Is op die verplichting de dwangsom van toepassing, zoals door het Hof opgelegd?

De eerste vraag beantwoordt de voorzieningenrechter bevestigend en dus moet ook de tweede vraag worden beantwoord. Daarbij komt het aan op de uitleg van de beslissing van het Hof: aan welke verplichting heeft het Hof bedoeld de dwangsom te koppelen? De rechter in een executiegeschil moet het dictum van een uitspraak uitleggen met inachtneming van de overwegingen die tot die beslissing hebben geleid.n

zie bijvoorbeeld HR 4 maart 2016, ECLI:NL:HR:2016:369.

Bij de uitleg van een veroordeling (zoals een bevel om iets te doen) moet het doel en de strekking van de veroordeling tot richtsnoer worden genomen, zodanig dat de veroordeling niet verder strekt dan tot het bereiken van het daarmee beoogde doel. Voor die uitleg is daarom van belang wat het Hof precies heeft overwogen en beslist. Daarom volgt hieronder de letterlijke tekst van het arrest:

“4.42

Uit het voorgaande volgt voorshands dat de verzekerden van Zilveren Kruis c.s. met ADHD aan wie door hun arts dexmethylfenidaat wordt voorgeschreven nadat gebleken is dat andere middelen, waaronder methylfenidaat, onvoldoende effectief zijn of teveel bijwerkingen hebben, aanspraak hebben op vergoeding van dexmethylfenidaat op grond van de Zvw en de polisvoorwaarden van Zilveren Kruis c.s.

4.43

Indien Zilveren Kruis c.s. ten onrechte weigeren dexmethylfenidaat aan hun verzekerden te vergoeden, plegen zij niet alleen wanprestatie jegens hun verzekerden, maar handelen zij ook onrechtmatig jegens Regenboog Apotheek. Niet ter discussie staat immers dat Regenboog Apotheek als enige apotheek in Nederland dexmethylfenidaat bereidt en aan patiënten ter hand stelt. Indien Zilveren Kruis c.s. weigeren dexmethylfenidaat aan haar verzekerden te vergoeden, is aannemelijk dat dit directe effecten heeft op de bedrijfsvoering van Regenboog Apotheek. Het hof verenigt zich met wat het hof Den Bosch onder verwijzing naar de zogenaamde schakel-jurisprudentie heeft overwogen over de onrechtmatigheid van de in die zaak betrokken zorgverzekeraar jegens Regenboog Apotheek. (…)

4.44

Het hof zal Zilveren Kruis c.s. dan ook veroordelen om aan de hiervoor omschreven verzekerden de door Regenboog Apotheek verleende farmaceutische zorg te vergoeden. Het hof zal aan deze veroordeling een dwangsom verbinden. Daar is ook reden voor, omdat er niet zonder meer vanuit kan worden gegaan dat Zilveren Kruis c.s. zich aan de veroordeling zullen houden. Zij hebben aangegeven dat de zaak voor hen principieel ligt en dat zij ruimte willen hebben om de zaak zonodig aan de Hoge Raad voor te leggen. Dat staat hun uiteraard vrij, maar neemt niet weg dat zij zich tot de Hoge Raad anders heeft beslist aan de veroordeling dienen te houden. Het hof weegt het financiële belang van Regenboog Apotheek en het achterliggende belang van de verzekerden van Zilveren Kruis c.s. tot toegang van de hun volgens het hof toekomende zorg zwaarder dan het financiële belang van Zilveren Kruis c.s. en het principiële belang dat zij kennelijk aan deze zaak hechten.

4.45

Voor wat betreft de hoogte van de dwangsom zal het hof aansluiten bij de vordering. Deze dwangsom van € 2.500,- is iedere keer verschuldigd dat Zilveren Kruis c.s. zich niet houden aan de uit te spreken veroordeling. Dat is het geval iedere keer wanneer zij weigeren de farmaceutische zorg van Regenboog Apotheek aan een verzekerde betreffende de verstrekking van dexmethylfenidaat te vergoeden. Het gaat dan uiteraard om verzekerden die onder het bereik van de veroordeling vallen.

5

De beslissing

(…)

veroordeelt Zilveren Kruis c.s. om binnen één week na betekening van dit arrest de door Regenboog Apotheek verleende farmaceutische zorg aan haar patiënten
(a) met ADHD, die
(b) verzekerd zijn bij Zilveren Kruis c.s. en
(c) het middel dexmethylfenidaat door hun behandelend arts voorgeschreven hebben gekregen nadat gebleken is dat andere middelen, waaronder methylfenidaat, onvoldoende effectief zijn of teveel bijwerkingen hebben,

te vergoeden als onderdeel van het verzekerde pakket en overeenkomstig de polisvoorwaarden van Zilveren Kruis c.s.;

bepaalt dat Zilveren Kruis c.s. een dwangsom van € 2.500,- verschuldigd zijn voor iedere keer dat Zilveren Kruis niet aan de hiervoor omschreven veroordeling voldoet;”

4.9.Regenboog Apotheek heeft aangevoerd dat nergens in het arrest van het Hof een onderscheid wordt gemaakt tussen nieuwe en oude gevallen of dat 1 november 2022 een ijkpunt zou zijn. Dat mag zo zijn, maar het omgekeerde geldt ook. Het Hof heeft geoordeeld over de vorderingen van Regenboog Apotheek en uit die vorderingen blijkt niet dat ze ook op het verleden zien. Dat was ook helemaal niet logisch, zoals hierna zal blijken.

4.10.Regenboog Apotheek stelt dat het woord “verleende” in de beslissing zowel kan zien op zorg die al is verleend ten tijde van het wijzen van het arrest, als op zorg die nog zal worden verleend. De voorzieningenrechter is dat met Regenboog Apotheek eens, maar dat leidt nog niet tot het oordeel dat het Hof dus bedoeld zal hebben de dwangsom ook op te leggen voor ‘oude gevallen’.

4.11.Het Hof heeft overwogen dat Regenboog Apotheek een spoedeisend belang had bij haar vorderingen. Regenboog Apotheek stelde namelijk dat verzekerden van Zilveren Kruis ervan af zien om dexmethylfenidaat bij Regenboog Apotheek te bestellen, omdat het geneesmiddel niet vergoed wordt. Het Hof achtte het aannemelijk dat Regenboog Apotheek daardoor n

Cursivering voorzieningenrechter

omzet mist en schade lijdt.n

Net als het Hof Den Bosch in de bodemprocedure tegen CZ

4.12.Naar het oordeel van de voorzieningenrechter geldt dat argument voor de nog te verlenen zorg vanaf de datum van het arrest van het Hof. Met zijn rechtsoverweging 4.44 (hiervoor onder 4.8 geciteerd) heeft het Hof daarom bedoeld dat, vanaf het wijzen van haar arrest, het financiële belang van Regenboog Apotheek beschermd moet worden door het opleggen van een dwangsom. Als geen dwangsom zou worden opgelegd dan zou Zilveren Kruis wellicht niet aan het arrest voldoen en dan zou zich de situatie blijven voordoen dat patiënten een drempel ervaren om dexmethylfenidaat af te nemen en het daarom niet doen. De dwangsom was bedoeld om Zilveren Kruis ertoe te bewegen haar vergoedingsbeleid aan te passen zodat Regenboog Apotheek geen financiële schade lijdt en verzekerden geen drempel ervaren als het de toegang tot de zorg betreft.

4.13Het argument dat schade van Regenboog Apotheek moet worden voorkomen geldt echter niet voor het verleden.

4.13.1.De beslissing van het Hof kan niet slaan op verzekerden aan wie Regenboog Apotheek in het verleden geen zorg heeft verleend. Aan die verzekerden hoeft Zilveren Kruis uiteraard geen vergoeding te betalen.

4.13.2.Verzekerden die in het verleden wel zorg van Regenboog Apotheek hebben ontvangen (medicijnen), hebben daarvoor inmiddels een declaratie ontvangen en betaald aan Regenboog Apotheek. De voorzieningenrechter ziet niet in dat Regenboog Apotheek schade lijdt, als Zilveren Kruis zal weigeren die declaraties (alsnog) te voldoen aan haar verzekerden. Hij is het dan ook eens met Zilveren Kruis dat met een dwangsom geen financiële schade voor Regenboog Apotheek over het verleden wordt voorkomen.

4.13.3.De verzekerden zelf hebben wel een belang bij de betaling van hun eerdere declaraties, maar zij zijn geen partij in deze procedure. Daarnaast is het de vraag of aan de verplichting tot betaling van declaraties uit het verleden voor hen een dwangsom zou kunnen worden gekoppeld. Een dwangsom kan immers niet worden opgelegd in geval van een veroordeling tot betaling van een geldsom.n

Artikel 611a Rv

4.14.Ten slotte merkt de voorzieningenrechter nog het volgende op. Een dwangsom, eenmaal verbeurd, komt ten volle toe aan de partij die de veroordeling heeft verkregen.n

Artikel 611c Rv.

Als het standpunt van Regenboog Apotheek juist zou zijn, dan zou dat betekenen dat Zilveren Kruis aan Regenboog Apotheek een dwangsom verschuldigd zou worden, indien Zilveren Kruis een vergoeding aan haar verzekerde zou weigeren voor eerder verleende zorg. Daarvoor kan de dwangsom niet bedoeld zijn.

4.15.De conclusie is dan ook dat de voorzieningenrechter de tweede vraag in het voordeel van Zilveren Kruis beantwoordt. In zoverre is de vordering toewijsbaar.

4.16.Beide partijen hebben op een belangrijk punt ongelijk gekregen. Daarin ziet de voorzieningenrechter aanleiding te beslissen dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.

De beslissing

De voorzieningenrechter

5.1.verbiedt Regenboog Apotheek, op grond van (het dictum van) het arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden d.d. 1 november 2022 met zaaknummer 200.304.025/01, (verdere) executiemaatregelen te (doen) treffen, als de door Regenboog Apotheek verleende farmaceutische zorg is verleend vóór 1 november 2022;

5.2.verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,

5.3.compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,

5.4.wijst af wat meer of anders is gevorderd.

Dit vonnis is gewezen door mr. L.J. Saarloos en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. N.M. Bakker, op 3 januari 2023.n

Conc.: LJS

Artikel delen