Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

Geld is ook "de inhoud

Gemeenten en zorgorganisaties die niet het belang van geld erkennen bij het bepalen van de inhoud zullen blijven verdwalen in niet haalbare visies en onrealistische voorstellen voor innovatie.

20 November 2015

Gemeenten en zorgorganisaties weten al jaren van de decentralisaties van grote delen van de zorg. In de voorbereidingen daarop leerden zij elkaar kennen in congressen, workshops en andere bijeenkomsten, georganiseerd door brancheverenigingen en adviesbureaus. In de “strategische” beleidsvorming schetsten partijen vervolgens een ideale wereld voor zorgvragers (veelal niet met zorgvragers). De “claimende” burger zou een betere maatschappij krijgen. Hoe dan ook. Ook met veel minder geld. In, wat ik gekscherend wel eens de co-creatieve post-it plaksessies noem, konden strategische adviseurs en bestuurders helemaal los gaan op visies voor de toekomst en innovatieve oplossingen.

De uitvoering moet dan toch wat tegenvallen, lijkt mij. Alle voorbereidingen ten spijt gaat het zoals in 2014 nu weer op veel plaatsen vooral over “de inkoop”. En inkoop gaat over contracten. En contracten gaan over producten en over geld. Dat zijn nu juist de dingen waar veel bestuurders en beleidsmakers het niet over lijken te willen hebben. Die willen het hebben over “de inhoud”. Maar in de harde onderhandelingen over product en prijs blijken visies en innovatieve oplossingen, de “inhoud” zeg maar, nogal eens onvoldoende uitgekristalliseerd. Of simpelweg (financieel) niet haalbaar.

Hoe kunnen betrokkenen bij de beleidsvorming en inkoop rondom zorg nu deze teleurstellingen voorkomen? Het antwoord is dat zij moeten erkennen dat geld ook inhoud is en vervolgens leren omgaan met dat gegeven. Enkele voorbeelden uit mijn praktijk laten zien waarom dit zo belangrijk is.

In een regio waar ik gemeenten en zorgorganisaties adviseerde over het contracteren van Wmo 2015 zorg, stelden drie zorgorganisaties een pilot voor dagbesteding voor. In een plenaire sessie met vertegenwoordigers van de vijf gemeenten en een tiental zorgorganisaties, presenteerden zij hun pilot. Zij lieten een gelikte PowerPoint presentatie zien en deelden een bijpassend dito concept rapport uit van een pagina of 13. Een inhoudelijke, boeiende discussie tussen gemeenten en zorgorganisaties ontspon zich gedurende een half uur. Prachtige uitwerkingen van het inzetten van vrijwilligers, van het groter maken van groepen en koppelen aan algemene voorzieningen; het passeerde allemaal de revue. Intussen bladerde ik het rapport door. Van de 13 pagina’s las ik op 11 pagina’s een inhoudelijke uiteenzetting over de pilot. Op pagina 12 en 13 stond “pm”; die twee pagina’s gingen over financiën en monitoring. Op mijn vraag wat deze pilot nu eigenlijk ging kosten, wat deze financieel ging opleveren en hoe resultaten te meten bleef het vervolgens angstvallig stil. De pilot is uiteindelijk nooit van de grond gekomen…

In een andere regio organiseerden wij een aantal sessies met een gemeente en een aantal zorgorganisaties over de jeugdzorg. Het doel van de sessies was te komen tot een voorstel voor contracten voor jeugdzorg in deze gemeente. In de eerste sessie lieten wij de gemeente en organisaties hun gedachten de vrije loop gaan. Wij lieten ze simpelweg “spuien”. De opnames van de sessie analyseerden wij vervolgens tekstueel met behulp van een computerprogramma. Op basis daarvan konden wij vier hoofdthema’s vaststellen die blijkbaar belangrijk genoeg waren voor de deelnemers om verder door te spreken. De vier thema’s waren allemaal gerelateerd aan randvoorwaarden: samenwerking in de keten, delen van informatie in de keten, versimpeling van de toegang en versimpeling van monitoring en verantwoording. In de tweede sessie bespraken wij oplossingen voor deze thema’s, waarbij iedereen het eens was over het feit dat dit tot efficiëntie zou leiden in de uitvoering. In de derde en laatste sessie wilden wij deze efficiëntie in beeld krijgen door de kern van de te sluiten contracten te bespreken: product en prijs. Weerstand alom! Het ging niet meer over “de inhoud”, terwijl het tot daaraantoe daarover was gegaan, volgens de deelnemers. Op mijn vraag of partijen toch hun producten wilden noemen en afprijzen, zodat wij de efficiëntie in kaart konden brengen, kwam weinig reactie. Op mijn vraag hoe deelnemers dan zo zeker waren dat überhaupt met de aangedragen oplossingen efficiëntie is te bewerkstelligen bleef het verder ook stil. Uiteindelijk heeft ook deze gemeente “gewoon” producten ingekocht en daarbij prijzen uitonderhandeld. De oplossingen zijn gedeeltelijk geïmplementeerd, maar of het werkelijk efficiënter is, is niet met zekerheid vast te stellen.

In een andere regio onderhandelden wij (onze kernactiviteit) voor gemeenten met zorgorganisaties over de prijs van Wmo 2015 zorg: begeleiding, dagbesteding en kortdurend verblijf. Zoals wij al jaren gewend zijn bij onderhandelingen over hulp bij het huishouden, vroegen wij zorgorganisaties een staat voor een functionele kostprijsberekening in te vullen. Deze werkwijze is nu vastgelegd in de Code Verantwoordelijk Marktgedrag, waarin overigens ook het dialooggericht aanbesteden (een andere naam voor bestuurlijk aanbesteden) is opgenomen. Op basis van het tarief onder de streep konden wij kijken hoe verschillen te verklaren (indien aanwezig) en op basis daarvan oplossingen bedenken. Een van de aanbieders vulde netjes de cao lonen in, de werkgeverslasten en de productiviteit. Allemaal redelijke cijfers en te benchmarken. De marge stond uiteraard op 0%. De overhead echter op 81%! Ik vroeg nog of wellicht sprake was van een schrijffout. Dit was niet het geval. De verklaring van de aanbieder was dat als zij geen 81% rekenende voor overhead, uit dit kostprijsmodel niet het uurtarief volgde dat zij nu kregen van het zorgkantoor. In feite zei deze zorgaanbieder daarmee dat zij niet wist wat haar producten kostten…

Mijn voorbeelden laten zien hoe belangrijk het is om ook geld te zien als onderdeel van “de inhoud”. Experimenten (“inhoud”) ontwikkelen heeft alleen zin als je weet hoeveel deze kosten en wat ze zouden moeten opleveren (kosten-baten = “geld”). Je weet alleen of je iets efficiënter aan het organiseren bent (“inhoud”) als je de kosten van een product voor en na de reorganisatie in kaart brengt (“geld”). Je kunt alleen onderhandelen over het leveren van zorgproducten (“inhoud”) als je weet wat deze kosten (“geld”). Gemeenten en zorgorganisaties die niet het belang van geld erkennen bij het bepalen van de inhoud zullen blijven verdwalen in niet haalbare visies en onrealistische voorstellen voor innovatie. Dat is op zichzelf naar mijn mening weggegooid geld…

Eerdere blogs van Tim Robbe

  • Pas op: van resultaatsbekostiging in de drup

  • Hoe betrekt u burgers bij de inkoop van zorg?

  • Echte innovatie krijg je niet met het uitvragen van offerte

  • Hoe merk ik goede initiatieven van burgers op?

  • Tim Robbe: De complexiteit van het sociale domein

  • Oplossing Tim Robbe: begeleid, bescherm en waardeer

  • Gelijk of Geluk? De risico’s van Van Rijn
     

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.