Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

ECLI:NL:RBNNE:2024:1445

19 april 2024

Jurisprudentie – Uitspraken

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht

Locatie Assen

parketnummer 18.180750.23

ter terechtzitting gevoegd parketnummer 18.048633.24

Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 19 april 2024 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 2000 te [geboorteplaats] , wonende aan [adres] .

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 5 april 2024.

Verdachte is niet verschenen; wel is verschenen mr. K. Karapetyan, advocaat te Hengelo, die verklaard heeft uitdrukkelijk tot de verdediging te zijn gemachtigd.

Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. D. Roggen.

Tenlastelegging

Aan verdachte is onder parketnummer 18.180750.23 ten laste gelegd dat:

1

hij op of omstreeks 13 januari 2023 te [plaats] , gemeente Emmen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

- vanaf een auto, te weten Volvo V70, staande aan de [adres] -

ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om een katalysator, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s) toebehoorde(n), weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking,

  • de auto (Volvo) op een krik heeft geplaatst en/of

  • in die uitlaat en/of die katalysator, althans aan een of meer onderdelen van de auto heeft gezaagd (met een slijptol, in elk geval gereedschap),

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

hij op of omstreeks 13 januari 2023 te [plaats] , gemeente Emmen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

opzettelijk en wederrechtelijk een auto (Volvo V70), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft beschadigd ;

2

hij meermalen, althans eenmaal op of omstreeks 13 januari 2023 te [plaats] en/of te [plaats] , gemeente Emmen, in elk geval in Nederland,

tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

- vanaf (respectievelijk) een auto (Renault Scenic) staande op de [adres]

te [plaats] en/of een auto (VW Golf-cabriolet) staande op de [adres] te [plaats] -

(telkens) een katalysator, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,

terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) dat weg te nemen goed(eren) (telkens) onder zijn/haar/hun bereik hebben/heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

hij op of omstreeks 13 januari 2023 te [plaats] , gemeente Emmen en/of te [plaats] , althans in Nederland,

tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

2 katalysatoren, voorhanden heeft gehad, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en) dat het een door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;

3

hij meermalen, althans eenmaal in of omstreeks de periode van 09 januari 2023 tot en met 10 januari 2023 te Roden, gemeente Noordenveld en/of te Leek, gemeente Westerkwartier, althans in Nederland,

- telkens vanaf een auto -

(telkens) een katalysator, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dat weg te nemen goed (telkens) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

hij op of omstreeks 13 januari 2023 te Coevorden, althans in Nederland,

- in diens woning aan de [adres] -

een katalysator, voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.

Aan verdachte is onder parketnummer 18.048633.24 ten laste gelegd dat:

hij op of omstreeks 17 oktober 2022 te Coevorden en/of te Den Dolder, gemeente Zeist, althans in Nederland,

tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen

door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 9] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag van 3400,-, door

  • zich via de whatsapp voor te doen als de zoon van [slachtoffer 9] , die zijn telefoon had laten vallen dan wel kapot was en/of

  • middels meerdere whatsappberichten te laten weten dat er een betaling nodig was (namens die zoon/dat familielid) en/of

  • een whatsappbericht te sturen met de opdracht om een bedrag van 3400,- te betalen op de bankrekeningnummer [nummer] naar [verdachte] ;

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

hij op of omstreeks 17 oktober 2022, te Assen en/of te Beilen, gemeente Midden-Drenthe, althans in Nederland,

  • te Assen: een of meer geldbedragen van in totaal 2449,- (750 + 250 + 1149 + 300), en/of

  • te Beilen: een of meer geldbedragen van in totaal 950,- (380 + 390 + 180),

heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft omgezet, en/of gebruik heeft gemaakt

terwijl hij, verdachte, wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat/die geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf.

Beoordeling van het bewijs

In de zaak met parketnummer 18.180750.23

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft op gronden als vermeld in haar schriftelijk requisitoir veroordeling gevorderd voor het onder feit 1 en feit 2 telkens primair ten laste gelegde. De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd voor het onder feit 3 primair en subsidiair ten laste gelegde.

Standpunt van de verdediging

De raadsman van verdachte heeft betoogd dat de verdachte ter zake van het onder 1 primair en subsidiair, het onder 2 primair en onder 3 primair en subsidiair ten laste gelegde moet worden vrijgesproken nu de aangiftes onvoldoende steun vinden in de overige bewijsmiddelen en verdachte de feiten ontkent. Ten aanzien van de onder 3 subsidiair ten laste gelegde heling kan niet worden vastgesteld dat verdachte de weggenomen katalysatoren daadwerkelijk voorhanden heeft gehad.

De raadsman heeft voorts aangegeven dat de onder 2 subsidiair ten laste gelegde heling van twee katalysatoren kan worden bewezenverklaard.

Oordeel van de rechtbank

Vrijspraak

De rechtbank acht het onder 3 primair en subsidiair, ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt in dit verband dat verdachte de diefstallen ontkent en dat de aangiftes niet worden ondersteund door enig ander bewijs. Ten aanzien van de onder 3 subsidiair ten laste gelegde heling kan niet worden vastgesteld dat verdachte de weggenomen katalysatoren daadwerkelijk voorhanden heeft gehad.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht feit 1 primair en feit 2 primair wettig en overtuigend bewezen.

De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.

Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.

Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van politie Noord-Nederland met zaakregistratienummer PL0100-2023014977, opgemaakt, gesloten en elektronisch ondertekend op 13 juli 2023 door verbalisant [naam] (hierna: het procesdossier), inhoudend:

1. een proces-verbaal van aangifte (met bijlage) opgemaakt door verbalisant [naam] en opgenomen op pagina 22 van het procesdossier, inhoudend als verklaring van aangever [slachtoffer 1] :

Ik ben eigenaar van een Volvo V70, grijs van kleur, voorzien van het kenteken [nummer] . Ik ben woonachtig aan de [adres] te [plaats] . ()

De Volvo stond al enige dagen geparkeerd aan de [adres] naast onze woning. Vanuit onze woning is de auto dan zichtbaar. (...)

Op vrijdag 13 januari 2023, omstreeks 03.14 uur werd mijn stiefdochter, genaamd [naam] , gebeld door de overbuurvrouw. Dit betreft de vrouw van de heer [naam] . [naam] () kreeg kort daarop een berichtje via Facebook dat er twee mannen bij onze auto zaten en dat er één op de kruising stond. ()

[naam] haar vriend heeft mij vervolgens wakker gemaakt, waarna wij met het gehele gezin naar beneden zijn gegaan.

Ik ben uiteindelijk naar buiten gegaan en richting mijn auto gelopen. Ik zag dat er een zwarte krik onder mijn auto stond. Deze krik is niet van mij en had ik nog nooit eerder gezien. De krik stond rechtsvoor onder het voertuig en het voertuig was hierdoor gelift. Ik heb onder het voertuig gekeken en zag dat de katalysator half doorgeslepen was. Ik zag dat de katalysator nog wel onder het voertuig zat.

2. een proces-verbaal van aangifte d.d. 14 januari 2023 opgemaakt door verbalisant [naam] en opgenomen op pagina 143 van het procesdossier, inhoudend als verklaring van aangever [slachtoffer 2] :

Ik, [slachtoffer 2] , doe aangifte van diefstal van de katalysator vanaf mijn personenwagen Renault Scenic, grijs, met kenteken [nummer] . ()

Op 13 januari 2023 stond mijn auto geparkeerd aan de [adres] in [plaats] . Ik woon op het perceelnummer 39. ()

() omstreeks 02:20 uur hoorde ik een geluid welke ik herkende als het geluid van een slijptol. () Ik keek naar buiten en ik zag achter mijn auto een andere auto staan. Ik zag dat die met de neus richting de [adres] stond. Ik omschrijf deze auto als een oud model station met een donkergroene kleur. () Ik schat dat er ongeveer vijf meter ruimte zat tussen de achterkant van mijn auto en de voorkant van de groene station. Hiertussen, nabij de achterzijde van mijn auto, staat een lantaarnpaal welke ook brandde. Toen ik naar buiten keek zag dat hier een persoon bij stond. Ik zag dat de persoon mij ook zag, omdat deze in mijn richting keek. Ik hoorde nog steeds het slijptolgeluid. Ik zag dat hij nerveus werd. ()

In de middag gingen mijn vrouw en ik weg en wilden de auto meenemen. Toen ik de auto startte hoorde ik al flink lawaai. Ik zei tegen de vrouw dat ik al wel wist waar ze mee bezig waren geweest en dat ze mijn katalysator weg hadden genomen.

Mijn vrouw had via Whatsapp contact met een vriendin en vertelde dat de katalysator van de auto was weggenomen. Hierop zei de vriendin dat ze in [plaats] twee personen hadden aangehouden. Vervolgens kreeg mijn vrouw een foto van haar vriendin. Die foto is geplaatst onder een bericht van de politie. Ik zag op de foto drie personen staan. De meest rechtse staat met zijn zijkant op het beeld, de middelste met zijn volledige gezicht en de meest linker alleen met de rug. Gezien het postuur, de houding en de kleding herken ik de persoon welke ik gezien heb na het slijptolgeluid.

Op Sociale Media kwam een foto met daarop een oproep. Hierin stond dat er verdachten

waren aangehouden ter zake diefstal van katalysatoren. Ik heb hierop gereageerd. Op de foto zag ik de persoon welke het meest links op de foto stond. Ik durf wel te stellen dat dit dezelfde persoon is.

3. een proces-verbaal van aangifte d.d. 17 januari 2023 opgemaakt door verbalisant [naam] en opgenomen op pagina 138 van het procesdossier, inhoudend als verklaring van aangever [slachtoffer 3] :

Pleegdatum: tussen woensdag 11 januari 2023 om 16:30 en maandag 16 januari 2023 om 16:45. In de nacht van vrijdag of zaterdag is er bij mij de katalysator onder de auto weggehaald.

4. een proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 13 januari 2023 opgemaakt door verbalisant [naam] en opgenomen op pagina 28 van het procesdossier, inhoudend als verklaring van de getuige [naam] :

Omstreeks 03.15 uur werd ik wakker (...). Toen ik in de keuken stond hoorde ik het geluid van kloppend staal en een slijptol geluid. De keuken bevind zich aan de kant van de [adres] (). Ik keek naar buiten en zag schuin aan de overkant van de weg de Volvo van de overburen staan en onder dat voertuig kwam licht vandaan. () Ik zag dat er 1 persoon voor de woning van de overburen stond. Mijn vriendin heeft toen de stiefdochter van de overbuurman geappt. Ik zag ook dat er 1 persoon, het leek of deze op de uitkijk stond, tussen de [bedrijf] en [bedrijf] staan.

Ik zag dat deze 3 personen op een gegeven moment naar een auto liepen. Ik dacht dat het een Audi was. Deze Audi stond op het parkeerplaatsje tegen over [bedrijf] . Later gingen ze weer door bij de Volvo van de overbuurman.

Toen de politie auto heel hard voorbij reed, zag ik dat de persoon die tussen de [bedrijf] en [bedrijf] stond, hard weg rende, in de richting van de parkeerplaats van de [bedrijf] . Ik kon niet zien waar de persoon verder is heen gerend. Ik zag dat de andere 2 personen het hofje in renden bij de overburen. () later zag ik dat jullie een voertuig hadden aangehouden. Dit is het zelfde voertuig wat op de parkeerplaatsje stond en waar de personen bij stonden.

5 . een proces-verbaal van verhoor getuige (met bijlage) d.d. 13 januari 2023 opgemaakt door verbalisant [naam] en opgenomen op pagina 31 van het procesdossier, inhoudend als verklaring van de getuige [naam] :

Op vrijdag 13 januari 2023 om 03:32 uur ben ik gebeld door de overburen dat personen bij onze auto liepen, een Volvo V70 grijs van kleur, voorzien van kenteken [nummer] . (...)

We zagen onze auto staan voor het raam en er stond rechts voor een krik onder de auto. We hebben contact gehad met de politie (...)

Omstreeks 03:55 uur heb ik nog uit het dakraam gekeken of ik iemand zag. Ik zag toen een voertuig staan op de parkeerplaats van de appartementen aan de van [adres] te [plaats] . Het was een donkerkleurig station, ik denk een Audi of een Skoda. () rond 04:30 uur kwamen er een twee mannen aangelopen, ze kwamen vanuit de [adres] te [plaats] . ()

Ook ben ik bij de [bedrijf] te [plaats] geweest, dit omdat zij camera's hebben die op onze woning gericht zijn. Ik heb de beelden bekeken en zag dat zij om 03:07 uur de parkeerplaats van de [bedrijf] opreden en daarna meteen naar onze auto gingen. Ze zijn ongeveer twintig minuten bij onze auto bezig geweest. Op deze beelden is te zien dat alle drie de personen bij onze auto bezig zijn en bij onze woning rondlopen. Ik zag verlichting onder de auto.

6. een proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 januari 2023 opgemaakt door verbalisanten [naam] en [naam] en opgenomen op pagina 34 van het procesdossier, inhoudend:

Op vrijdag 13 januari 2023 omstreeks 03.14 uur waren wij, verbalisanten, belast met

surveillance in het gebied Emmen, Zuid-Oost Drenthe. Omstreeks dit tijdstip werden wij door meldkamer gestuurd naar de [adres] te [plaats] in de gemeente Emmen alwaar melder een aantal personen had betrapt bij het mogelijk wegnemen van een katalysator.

Op vrijdag 13 januari 2023 omstreeks 04.20 uur kregen wij door van de meldkamer dat er een melder had gebeld dat de daders van de diefstal weg waren gereden in een mogelijke zwarte Audi station model 2006. In deze Audi zouden twee mannen zitten volgens de melder. De melder zou dat hebben gefilmd en gaf daarbij door dat de Audi was weggereden in de richting [plaats] via de van [adres] . Wij hadden positie genomen op de [adres] ter hoogte van de [adres] te [plaats] . Kort nadat de melding kwam van de Audi station die was gaan rijden met de mogelijke daders daarin, zagen wij dat er een personenauto onze richting op kwam gereden en dus gaande was in de richting van Nieuw-Amsterdam. Wij zagen dat het een donkergekleurde Audi Station betrof met daarin twee mannen. Wij zagen tijdens het passeren van ons, dat die Audi was voorzien van het kenteken [nummer] en dat deze donkergroen van kleur was. Wij hebben ons dienstvoertuig gekeerd en zijn direct achter deze Audi aangereden. Wij zagen dat er inderdaad twee mannen in het voertuig zaten. Wij zagen dat de bestuurder de Audi stil zette langs de kant. () Wij liepen vervolgens naar de Audi en de bestuurder openende de ruit. Ik, [naam] , vroeg hem zijn motor uit te zetten en vroeg hem naar zijn legitimatie. Op dat moment zag ik, verbalisant [naam] , dat er achter in de kofferbak van die Audi, op zicht, twee afgezaagde katalysatoren lagen en daarbij tevens een Skil elektrische decoupeerzaag. Op de achterbank in de Audi lagen werkhandschoenen en meerdere petjes.

Tevens lagen er een opengeklapte gereedschapskist op de achterbank. Wij zagen dat de katalysatoren "verse" zaagsporen hadden. ()

Wij hebben naar aanleiding van deze aangetroffen zaken beide mannen aangehouden ter zake diefstal van de katalysatoren. ()

7. een proces-verbaal van aanhouding verdachte d.d. 13 januari 2023 opgemaakt door verbalisanten [naam] en [naam] en opgenomen op pagina 151 van het procesdossier, inhoudend:

Op vrijdag 13 januari 2023 om 04:25 uur, werd door ons op de locatie [adres] , ter hoogte van nummer [adres] , [adres] , binnen de gemeente Emmen, aangehouden als

verdachte:

Achternaam : [medeverdachte] Voornamen : [medeverdachte] ().

8. een proces-verbaal van aanhouding verdachte d.d. 13 januari 2023 opgemaakt door verbalisanten [naam] en J.B. [naam] en opgenomen op pagina 180 van het procesdossier, inhoudend:

Op vrijdag 13 januari 2023 om 04:25 uur, werd door ons op de locatie [adres] , [plaats] , binnen de gemeente Emmen, aangehouden als verdachte:

Achternaam : [verdachte] Voornamen : [verdachte] ().

9. een proces-verbaal van bevindingen (met bijlage) d.d. 13 januari 2023 opgemaakt door verbalisant [naam] en opgenomen op pagina 41 van het procesdossier, inhoudend:

Op vrijdag 13 januari 2023 was ik in dienst van de politie en belast met het uitvoeren van tactisch onderzoek. Ik stelde omstreeks 13.30 uur een onderzoek in, in de in beslag genomen groene Audi voorzien van kenteken [nummer] . ()

Ik zag in dezelfde portier ook vijf losse reciprozaagbladen aan, merk Irwin, kleur blauw, een verpakking met twee nieuwe reciprozaagbladen, een aangebroken karton/verpakking met een soortgelijk zaagblad,

merk Bosch, kleur lichtblauw en een ring-steek sleutel, merk Kraftmetals, grootte 17 mm. ()

Ik zag op de achterbank van het voertuig een deel van een kunststof koffer liggen met daarin verschillende gereedschappen. ()

Ik zag in de kofferbak een oranje [bedrijf] plastic tas liggen, ik zag dat er meerdere zaagbladen in de tas lagen. Ik zag dat er drie zaagbladen in lagen met veel gebruikerssporen, merk Bosch, lichtblauw van kleur. Ik zag dat er meerdere aangebroken en lege verpakkingen van dit soort zaagbladen in de tas lagen. Op de verpakkingen stond "Flexible for metal".

10. een proces-verbaal van bevindingen (met bijlage)d.d. 14 januari 2023 opgemaakt door verbalisant [naam] en opgenomen op pagina 59 van het procesdossier, inhoudend:

ONDERZOEK KATALYSATOR:

Naar aanleiding van dit onderzoek waren er een drietal katalysatoren in beslag genomen. Ik, verbalisant [naam] , heb de katalysatoren onderzoek op rechercheerbare nummers. Ik zag op een van de katalysatoren het volgende nummer: 1127 295 36 000 8200 063760 Eberspacher C138. () Ik heb dit nummer ingevoerd in een zoekmachine. Ik zag vervolgens een afbeelding welke gelijkend was op de katalysator welke in beslag was genomen. Bij de

omschrijving zag ik dat dit soort katalysator behoort bij een Renault Scenic. RELATIE KATALYSATOR - VOERTUIG

Naar aanleiding van een bericht op Sociale Media vanuit de Politie waarbij getuigen werden gezocht van de diefstal van katalysatoren, reageerde een gedupeerde. Deze gedupeerde, heeft op naam een Renault Scenic, grijs van kleur en voorzien van het kenteken [nummer] . ()

VERKLARING AANGEVER (SAMENGEVAT):

Aangever vertelde mij dat de auto deze ochtend opgehaald zou worden door een garagebedrijf ter reparatie.

CONTACT GARAGEBEDRIJF:

Ik, verbalisant [naam] , heb telefonisch contact opgenomen met garagebedrijf [bedrijf] .. Ik heb met de medewerker afgesproken dat als de auto in het garagebedrijf aan kwam, dat ik gebeld werd. Ik heb eveneens afgesproken dat er geen reparatiewerkzaamheden zouden gaan aanvangen.

CONTROLE SPOREN VOERTUIG EN KATALYSATOR:

Omstreeks 14:00 uur was ik, verbalisant [naam] , bij het autobedrijf [bedrijf] aan het [adres] te [plaats] . Ik zag dat het voertuig, Renault Scenic, voorzien van het kenteken [nummer] op de brug stond. Ik liet de katalysator aan de eigenaar van het autobedrijf zien en ik hoorde hem direct zeggen dat dit de katalysator was welke afkomstig was van de Renault Scenic. Ik heb vervolgens de katalysator op de plek geplaatst waar deze behoorde te zitten.

Ik zag dat de plaats van slijpen, de schuine hoeken, het slijpspoor identiek waren en dat de katalysator een op een geplaatst kon worden.

11. een proces-verbaal van bevindingen (met bijlage) d.d. 18 januari 2023 opgemaakt door verbalisanten [naam] en J.B. [naam] en opgenomen op pagina 141 van het procesdossier, inhoudend:

Op woensdag 18 januari 2023 waren wij belast met het onderzoek naar een katalysator diefstal. Onder bvh nummer 2023011720-3 is een katalysator in beslag genomen. De katalysator is afkomstig van een Volkswagen. De aangever [slachtoffer 3] verklaard in zijn aangifte onder bvh nummer 2023015153-2 dat onder zijn Volkswagen Golf [nummer] een katalysator is losgezaagd en is weggenomen. Aldus aangever [slachtoffer 3] stond zijn Golf nog bij de auto garage en was nog niet gerepareerd. Hierop zijn wij naar garage bedrijf [bedrijf] gereden waar het voertuig voorzien van kenteken [nummer] zou staan. Aldaar was de Golf op een brug omhoog gehesen. Ik, verbalisant [naam] , zag dat op de plek waar de katalysator moest zitten deze er niet zat. Verbalisant [naam] hield de inbeslaggenomen katalysator omhoog op de plek waar deze miste. Ik, verbalisant [naam] , zag dat de snede aan beide kanten volledig aansloten bij de

resterende pijpgedeelten van het voertuig. Ik zag dat de krassen en schades in elkaar overliepen.

Nadere overwegingen met betrekking tot het bewijs van het onder 1 primair en onder 2 primair ten laste gelegde

In de nacht van vrijdag 13 januari 2023 wordt getuige [naam] , wonende aan de [adres] te [plaats] , wakker. Als hij in de keuken staat hoort hij het geluid van kloppend staal en een slijptol. Hij kijkt naar buiten en ziet onder de geparkeerde Volvo van de overburen (aangever [slachtoffer 1] ) een lampje schijnen. Zijn partner waarschuwt de stiefdochter van [slachtoffer 1] , getuige [naam] .

Zowel door getuige [naam] als door getuige [naam] worden meerdere personen bij een geparkeerd staande auto gezien. [naam] spreekt over een Audi, [naam] beschrijft een donkerkleurige station, een Audi of een Skoda. Als de politie ter plaatse komt wordt onder de auto van [slachtoffer 1] een krik aangetroffen. Voorts blijkt de katalysator half doorgeslepen.

Niet ver van de [adres] ziet de politie kort daarna een donkergroen Audi station rijden die tot stilstand wordt gebracht. De politie ziet in de kofferbak twee afgezaagde katalysatoren en (onder meer) een decoupeerzaag en metaalzaagbladen liggen. Beide inzittenden, [verdachte] en [verdachte] , worden aangehouden. Getuige [naam] ziet de aanhouding en bevestigt dat het aangehouden voertuig hetzelfde voertuig is als hij eerder heeft gezien. ()

Een van de katalysatoren blijkt toe te behoren aan een Renault en als de politie een oproep op sociale media doet reageert aangever [slachtoffer 2] . Hij verklaart dat hij in de nacht van 13 januari het geluid van een slijptol heeft gehoord. Toen hij naar buiten keek zag hij achter zijn Renault een oudere groene auto staan die daar normaliter niet staat. Ook zag hij een persoon bij zijn auto staan. De volgende ochtend wilde hij de auto starten en bleek de katalysator weggenomen te zijn. Aangever [slachtoffer 2] zag vervolgens op sociale media de foto van de verdachten en herkende een van hen als de man die hij die nacht had gezien. De katalysator is bij de garage vergeleken met de schade aan de Renault Scenic van aangever [slachtoffer 2] en bleek naadloos te passen. De tweede katalysator bleek te horen bij de aangifte van [slachtoffer 3] . Op 13 of 14 januari was de katalysator onder zijn VW Golf weggehaald die geparkeerd stond aan de Gentlaan in [plaats] . Ook daar is de schade vergeleken met de katalysator en ook dit kwam naadloos overeen.

Op grond van voornoemde bewijsmiddelen, de aangiften, de getuigenverklaringen van [naam] en [naam] , de bevindingen van de politie met betrekking tot het aantreffen van de auto waarin verdachte en zijn medeverdachte reden, de in de auto aangetroffen goederen en de bevindingen met betrekking tot de schade aan de autos van de benadeelden en de inbeslaggenomen katalysatoren, kan naar het oordeel van de rechtbank wettig en overtuigend bewezen worden dat verdachte zich, tezamen met zijn broer [verdachte] , heeft schuldig gemaakt aan een poging tot diefstal en aan een tweetal voltooide diefstallen, op de wijze zoals volgt uit voornoemde bewijsmiddelen.

In de zaak met parketnummer 18-048633-24

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft op gronden als vermeld in haar schriftelijk requisitoir vrijspraak gevorderd voor de primair ten laste gelegde oplichting. Het subsidiair ten laste gelegde witwassen kan wel wettig en overtuigend worden bewezenverklaard. Verdachte heeft doordat hij zijn bankrekening - tegen een vergoeding - ter beschikking heeft gesteld willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat zijn rekening voor criminele doeleinden zou worden gebruikt.

Standpunt van de verdediging

De raadsman van verdachte heeft betoogd dat de verdachte ter zake van de primair ten laste gelegde oplichting moet worden vrijgesproken nu de aangifte onvoldoende steun vindt in de voorhanden stukken en verdachte het feit ontkent. Ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde witwassen heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

Oordeel van de rechtbank

Vrijspraak

De rechtbank acht de primair ten laste gelegde oplichting niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt in dit verband dat verdachte de oplichting ontkent en dat ook op grond van de overige bewijsmiddelen niet kan worden vastgesteld dat verdachte degene is geweest die de berichten naar aangeefster heeft gestuurd. Hoewel het opvallend is dat het geld zo snel na de oplichting wordt opgenomen, kan daarom niet worden vastgesteld dat verdachte een substantiële bijdrage aan de oplichting heeft geleverd en mede verantwoordelijk is.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het subsidiair ten laste gelegde witwassen wel wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring.

De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.

Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van politie Noord-Nederland met registratienummer PL0100-2023145239 op ambtsbelofte opgemaakt en gesloten en elektronisch ondertekend op 11 oktober 2023 door verbalisant [naam] (hierna: het procesdossier), inhoudend:

1. een proces-verbaal van aangifte d.d. 21 oktober 2023, opgemaakt door verbalisant [naam] en opgenomen op pagina 7 van het procesdossier, inhoudend als verklaring van aangeefster [naam] :

Maandag 17 oktober jl. ontving ik om 12:32 uur per WhatsApp het volgende bericht van het volgende nummer [nummer] .

Mam, ik heb mijn telefoon laten vallen, heel mijn beeldscherm is stuk. Ik krijg nu een leen Toestel kan je mij daar even een WhatsApp naar sturen? [nummer] .

Dus naar mijn leenToestel een WhatsApp sturen [nummer] Tot zo.

Ik ben hier ingetrapt en heb gedacht dat dit bericht daadwerkelijk van mijn zoon kwam.

Via [nummer] (het zogenaamde Leen toestel) heb ik vervolgens meerdere WhatsApp

berichten uitgewisseld en heb ik in één van deze berichten opdracht gekregen een betaling te doen van EUR 3.400 naar [verdachte] op rekeningnummer [nummer] .

Deze betaling heb ik uitgevoerd. ()

Hebt u een betaling gedaan?: Ja

Hoe is de betaling gedaan?: Bankoverschrijving binnen Europa Hebt u deze betaling ontvangen of betaald?: Betaald

Uw bankrekeningnummer: [nummer] Bankrekeningnummer andere partij: [nummer]

Naam rekeninghouder andere partij: Autohandel [verdachte]

Welke omschrijving staat er bij deze betaling op uw rekeningafschrift?: geen omschrijving meegegeven Wat is het bedrag of de waarde van de betaling?: 3400,00

Datum betaling: 17-10-2022

Tijdstip betaling: 15:20.

2. een proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 juni 2023, opgemaakt door verbalisant [naam] en opgenomen op pagina 13 van het procesdossier, inhoudend:

() resultaat bevraging verwijzingsportaal bankgegevens. () tenaamgestelde van het rekeningnummer [nummer] () De tenaamgestelde betrof:

Naam: [verdachte] Voornamen : [verdachte]

Geboren: [geboortedatum] -2000 Woonadres: [adres] te Coevorden.

3. een proces-verbaal van bevindingen (met bijlage) d.d. 29 januari 2024, opgemaakt door verbalisant [naam] en opgenomen op pagina 20 van het procesdossier, inhoudend:

Ik ontving daarbij twee bestanden. 1 PDF bestand genaamd IR.20240108.2.pdf en 1 Excel bestand genaamd Saldo- & transactiegegevens IR.20230108.02.xlsx

Ik zag samenvattend dat in het PDF bestand stond dat ik de gevraagde informatie had ontvangen en dat:

  • Rekening [nummer] is een zakelijke betaalrekening ten name van Autohandel [verdachte] met KvK-nummer [nummer] .

  • De enige gemachtigde op deze rekening is de eigenaar en rekeninghouder [verdachte] .

  • Uitgegeven bankpas: [nummer] . (Debit kaart) Ik zag in het Excel bestand het volgende:

  • Dat op 17 oktober 2022 om 15:20:52 een bedrag van 3400 euro werd ontvangen van Mw [slachtoffer 9] van tegenrekening [nummer] ;

  • Dat op 17 oktober 2022 om 15:27:26 bij geldautomaat Geldmaat [adres] een bedrag werd opgenomen van 750 euro;

  • Dat op 17 oktober 2022 om 15:27:38 bij geldautomaat Geldmaat [adres] een bedrag werd opgenomen van 250 euro;

  • Dat op 17 oktober 2022 om 15:40:39 bij [bedrijf] . een bedrag werd opgenomen van 1149 euro;

  • Dat op 17 oktober 2022 om 15:53:23 bij een betaalautomaat in Assen een bedrag werd opgenomen van 300 euro;

  • Dat op 17 oktober 2022 om 16:22:08 een pintransactie werd gedaan in Beilen met een bedrag van 380 euro;

  • Dat op 17 oktober 2022 om 16:25:08 een pintransactie werd gedaan in Beilen met een bedrag van 390 euro;

  • Dat op 17 oktober 2022 om 16:28:30 een pintransactie werd gedaan in Beilen met een bedrag van 180 euro.

4. een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 30 juni 2023, opgemaakt door verbalisanten [naam] en [naam] en opgenomen op pagina 26 van het procesdossier, inhoudend als verklaring van verdachte:

V: Op 17 oktober 2022 werd een geldbedrag van 3.400,- euro gestort op rekeningnummer [nummer] door mevrouw [slachtoffer 9] vanaf haar rekeningnummer, namelijk

[nummer] . Wat kun je ons hierover vertellen?

A: Ik denk dat ik wel weet waar het over gaat. Een kameraad vroeg mij of hij geld op mijn rekening kon laten stoppen. Ik zou daar 400 euro voor krijgen en daarna is mijn rekening geblokkeerd.

V: Heb je die 400 euro ook gehad?

A: Nee, ik heb er 100 euro voor gehad. V: Hoe is die 100 euro betaald?

A: Ik moest die 3400 euro van de rekening pinnen, een telefoon voor hem kopen en dit naar hem toe brengen. Ik kreeg daar vervolgens 100 euro contant voor.

V: Hoeveel geld heb jij voor die telefoon betaald? A: 1100 euro?

V: Wat voor telefoon was dat? A: Volgens mij een Iphone 13. V: Waar is die telefoon gekocht?

A: Bij [bedrijf] in Assen. Die had ik gepind.

Nadere overwegingen met betrekking tot het bewijs van het subsidiair ten laste gelegde

Uit bovenstaande bewijsmiddelen volgt dat aangeefster [slachtoffer 9] op 17 oktober 2023 een geldbedrag van 3.400,00 heeft overgemaakt naar een KNAB bankrekeningnummer ten name van verdachte.

Aangeefster heeft het bedrag overgemaakt nadat zij WhatsApp berichten had ontvangen van iemand die zich voordeed als haar zoon. Nadat de aangeefster het geldbedrag had overgemaakt, bleek dat zij was opgelicht door middel van zogenaamde vriend in nood fraude. Uit de aangifte van [slachtoffer 9] en de overige stukken in het dossier blijkt naar het oordeel van de rechtbank in voldoende mate dat het betreffende geldbedrag van misdrijf afkomstig is, dit heeft ter terechtzitting overigens ook niet ter discussie gestaan.

De vraag die voorligt is of verdachte wist dan wel redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het geldbedrag van misdrijf afkomstig was en of hij zich derhalve schuldig heeft gemaakt aan (schuld)witwassen.

Met betrekking tot de wetenschap van verdachte overweegt de rechtbank dat verdachte bij de politie heeft verklaard dat hij in contact is gekomen met ene [naam] . Deze vroeg hem of hij verdachtes rekeningnummer mocht gebruiken om geld op te laten storten. Verdachte zou daar 400 euro voor krijgen. Verdachte heeft een foto van zijn rekeningnummer naar [naam] gestuurd waarna er geld op zijn rekening is bijgeschreven, afkomstig van een hem onbekende rekeninghouder.

Verdachte heeft vervolgens eerst, in opdracht van [naam] , een Apple Iphone gekocht en daarna het resterende geld opgenomen. De Iphone en het resterende geldbedrag heeft hij op een parkeerplaats in Hoogeveen aan [naam] overhandigd.

De rechtbank is van oordeel dat schuldwitwassen wettig en overtuigend kan worden bewezen. Verdachte heeft zich laten verleiden om tegen een beloofde vergoeding zijn bankrekeningnummer aan een kennis ter beschikking te stellen, terwijl het een feit van algemene bekendheid is dat daar uiterst zorgvuldig en vertrouwelijk mee om moet worden gegaan in verband met de fraudegevoeligheid van het verstrekken van

dergelijke gegevens. Het is eveneens een feit van algemene bekendheid dat bankrekeningen vaak misbruikt worden door criminelen. Aan de hand van de geschetste omstandigheden waaronder een en ander heeft plaatsgevonden, had verdachte naar het oordeel van de rechtbank redelijkerwijs moeten vermoeden dat het geldbedrag dat op zijn bankrekening werd bijgeschreven, geld betrof dat van enig misdrijf afkomstig was.

De rechtbank stelt vast dat daarmee aan alle delictsbestanddelen van schuldwitwassen als bedoeld in artikel 420quater van het Wetboek van Strafrecht is voldaan.

Bewezenverklaring

Ten aanzien van het bij dagvaarding met parketnummer 18.180750.23 ten laste gelegde

De rechtbank acht feiten 1 primair en 2 primair wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:

1

hij op 13 januari 2023 te [plaats] , gemeente Emmen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen,

- vanaf een auto, te weten Volvo V70, staande aan de [adres] -

ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om een katalysator, die aan [slachtoffer 1] toebehoorde, weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, dat weg te nemen goed onder hun bereik te brengen door middel van verbreking,

  • de auto (Volvo) op een krik heeft geplaatst en

  • in die uitlaat en/of die katalysator van de auto heeft gezaagd (met een slijptol), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

2

hij op 13 januari 2023 te [plaats] en te [plaats] , gemeente Emmen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen,

- vanaf (respectievelijk) een auto (Renault Scenic) staande op de [adres] te [plaats] en een auto (VW Golf- cabriolet) staande op de [adres] te [plaats] -

(telkens) een katalysator, die aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader(s) dat weg te nemen goed (telkens) onder hun bereik hebben gebracht door middel van verbreking.

Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Ten aanzien van het bij dagvaarding met parketnummer 18.048633.24 ten laste gelegde

De rechtbank acht het subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:

hij op 17 oktober 2022, te Assen en te Beilen, gemeente Midden-Drenthe,

  • te Assen: geldbedragen van in totaal 2449,- (750 + 250 + 1149 + 300), en

  • te Beilen: geldbedragen van in totaal 950,- (380 + 390 + 180),

heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft omgezet, en gebruik heeft gemaakt

terwijl hij, verdachte, redelijkerwijs moest vermoeden dat die geldbedragen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf.

Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Voor zover in de tenlasteleggingen taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:

in de zaak met parketnummer 18.180750.23

1. primair: poging tot diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;

2 primair: diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking, meermalen gepleegd.

in de zaak met parketnummer 18.048633.24

subsidiair: schuldwitwassen.

Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van alle bewezenverklaarde feiten wordt veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 240 uren, te vervangen door 120 dagen hechtenis.

Ten aanzien van de onder verdachte in beslag genomen telefoon heeft de officier van justitie gevorderd dat deze kan worden teruggegeven aan verdachte.

Standpunt van de verdediging

De raadsman heeft de rechtbank verzocht om rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte en zich overigens niet uitgelaten over een eventueel op te leggen straf.

Oordeel van de rechtbank

Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de rapportage van Reclassering Nederland van 10 oktober 2023, het uittreksel uit de justitiële documentatie van 18 maart 2024, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.

De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot diefstal en een tweetal voltooide diefstallen van katalysatoren, gepleegd tezamen met zijn broer [medeverdachte] . Verdachten zijn in de nacht op pad gegaan om katalysatoren te stelen. Met behulp van een slijptol zijn deze waardevolle auto-onderdelen onder twee autos weggehaald, met alle gevolgen van dien voor de eigenaren van de autos. De poging in het geval van de auto van aangever [slachtoffer 1] is alleen daarbij gebleven omdat verdachten werden betrapt. Het betreft brutale feiten en de rechtbank houdt verdachte medeverantwoordelijk voor de overlast en financiële schade die de slachtoffers daardoor hebben geleden.

Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan witwassen door (als geldezel) zijn bankrekeningnummer beschikbaar te stellen aan onbekend gebleven oplichters die misbruik maken van het vertrouwen van (meestal op leeftijd zijnde) burgers aan wie door dit handelen financiële schade wordt toegebracht. Door aldus te handelen helpt verdachte deze vorm van oplichting in stand te houden. De rechtbank neemt dit verdachte kwalijk.

De rechtbank overweegt verder dat verdachte op geen enkele wijze verantwoordelijkheid heeft genomen voor de feiten. Door de raadsman is ter terechtzitting betoogd dat verdachte zijn leven een andere wending wil geven, maar een concrete invulling van dit voornemen ontbreekt. Verdachte heeft niet met de reclassering willen spreken en is evenmin ter terechtzitting verschenen om verantwoording af te leggen voor hetgeen hem wordt verweten.

De rechtbank is op grond van de ernst van het bewezen verklaarde van oordeel dat in dit geval niet kan worden volstaan met enkel een taakstraf, zoals door de officier van justitie gevorderd.

Als reactie op deze feiten is naar het oordeel van de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden. Daarnaast zal de rechtbank, als stok achter de deur, een voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen.

De rechtbank heeft ten nadele van verdachte tevens in aanmerking genomen dat verdachte op 3 maart 2020 in Duitsland onherroepelijk is veroordeeld tot een forse voorwaardelijke gevangenisstraf (één jaar en negen maanden) wegens woninginbraken en dat verdachte onderhavige feiten heeft gepleegd binnen de

proeftijd van voornoemde voorwaardelijke straf.

Inbeslaggenomen goederen

in de zaak met parketnummer 18.180750-.23

De rechtbank is van oordeel dat het inbeslaggenomen voorwerp, te weten een Samsung telefoon (goednummer: PL0100-2023011720-1565032), moet worden teruggegeven aan beslagene (verdachte) nu het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet.

Benadeelde partijen

De volgende personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:

in de zaak met parketnummer 18.180750.23 Feit 2

[slachtoffer 2] tot een bedrag van 652,93 ter vergoeding van materiële schade en 2.000,00 ter vergoeding van immateriële schade (psychische last en slecht slapen) en affectieschade (eveneens slecht slapen, geleden door zijn echtgenote [naam] ), vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.

Feit 3

[slachtoffer 4] tot een bedrag van 1.327,28 ter vergoeding van materiële schade (kosten reparatie auto), vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.

[slachtoffer 5] tot een bedrag van 150,00 ter vergoeding van materiële schade (kosten reparatie auto en vervangend vervoer) en 50,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.

[slachtoffer 6] tot een bedrag van 2.750,00 ter vergoeding van materiële schade (kosten aanschaf nieuwe auto), vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.

[slachtoffer 8] tot een bedrag van 345,15 ter vergoeding van materiële schade (kosten reparatie auto), vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat de materiële vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] wordt toegewezen tot een bedrag van 100,00 (eigen risico) en dat de vordering voor het overige wordt afgewezen. Ten aanzien van de gevorderde immateriële schade heeft de officier van justitie de rechtbank verzocht om het bedrag te matigen tot een bedrag dat de rechtbank redelijk acht.

Ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 4] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] en [slachtoffer 8] heeft de officier van justitie gevorderd deze af te wijzen nu zij in deze zaken tot vrijspraak heeft gerequireerd.

Standpunt van de verdediging

De raadsman heeft zich aangesloten bij hetgeen de officier van justitie naar voren heeft gebracht.

Oordeel van de rechtbank

in de zaak met parketnummer 18.180750.23 Feit 2

Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij [slachtoffer 2] materiële schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder feit 2 bewezen verklaarde. Ter onderbouwing van de schade heeft de benadeelde een factuur bijgevoegd van het garagebedrijf dat de reparatie aan zijn auto heeft uitgevoerd. Uit deze factuur blijkt dat de schade, exclusief het eigen risico van 100,00, door de verzekering wordt vergoed. Gelet hierop zal de vordering, waarvan de hoogte overigens onvoldoende door verdachte is betwist, worden toegewezen tot een bedrag van 100,00, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 13 januari 2023. De rechtbank wijst de vordering voor het overige af.

De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met een ander heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. De rechtbank zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien zijn medeverdachte deze al heeft betaald, en andersom.

Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.

De benadeelde partij heeft daarnaast vergoeding van immateriële schade en affectieschade gevorderd.

Indien geen sprake is van lichamelijk letsel, zoals in dit geval, kan op grond van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek (BW) slechts een vergoeding voor immateriële schade worden toegekend indien de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. Geestelijk letsel kan pas worden aangemerkt als aantasting van de persoon, indien de psychische gevolgen voldoende ernstig zijn. Gevoelens van boosheid, frustratie, en/of slecht slapen vormen nog geen aantasting van de persoon als bedoeld in artikel 6:106 BW. Ernstige psychische schade, als hiervoor bedoeld, is door de benadeelde partij niet aangevoerd. De vordering tot vergoeding van immateriële schade wordt dan ook afgewezen.

Van affectieschade (pijn, verdriet en verlies aan levensvreugd ondervonden door een nabestaande van een overleden slachtoffer of een naaste van een slachtoffer met ernstig en blijvend letsel) is in onderhavige zaak geen sprake. De vordering tot vergoeding van affectie schade wordt eveneens afgewezen.

Feit 3

De rechtbank acht het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan niet bewezen. De benadeelde partijen [slachtoffer 4] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] en [slachtoffer 8] zullen daarom niet ontvankelijk worden verklaard in de vorderingen.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 45, 57, 311, 420quater van het Wetboek van Strafrecht.

Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte in de zaak met parketnummer 18.180750.23 onder 3 primair en subsidiair, en in de zaak met parketnummer 18.048633.24 primair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.

Verklaart het in de zaak met parketnummer 18.180750.23 1 en 2, telkens primair, en in de zaak met parketnummer 18.048633.24 subsidiair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.

Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.

Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 2 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.

Gelast de teruggave aan verdachte van het in beslag genomen en nog niet teruggegeven

voorwerp, te weten een Samsung telefoon (goednummer: PL0100-2023011720-1565032).

Ten aanzien van parketnummer 18.180750.23: feit 2 primair:

Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan [slachtoffer 2] te betalen:

  • het bedrag van 100,00 (zegge: éénhonderd euro);

  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 13 januari 2023 tot de dag van algehele voldoening;

  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.

Wijst de vordering van [slachtoffer 2] voor het overige af.

Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat te betalen een bedrag van 100,00 (zegge: éénhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 januari 2023 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit 100,00 aan materiële schade.

Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 2 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.

Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.

Ten aanzien van parketnummer 18.180750.23: feit 3:

Verklaart de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 4] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] en [slachtoffer 8] niet-ontvankelijk. De vorderingen kunnen slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.

Bepaalt dat voornoemde benadeelde partijen de eigen proceskosten dragen.

Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. Fuhler, voorzitter, mr. J. van Bruggen en mr. R. Baluah, rechters, bijgestaan door mr. A.D. Vermeer, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 19 april 2024.

Artikel delen