Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

ECLI:NL:RBOVE:2024:1983

10 april 2024

Jurisprudentie – Uitspraken

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht

Meervoudige kamer

Zittingsplaats Zwolle

Parketnummer: 71/173467-23 (P)

Datum vonnis: 9 april 2024

Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum 1] 2003 in [geboorteplaats 1],

wonende aan de [woonplaats],

nu verblijvende in de PI [locatie].

Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 19 oktober 2023, 9 januari 2024 en 26 maart 2024.

De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. R.P.A. Kint, advocaat in Zoetermeer, naar voren is gebracht.

De tenlastelegging

De verdenking komt er, na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 9 januari 2024, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan:

feit 1: medeplegen van het zonder erkenning vervaardigen en/of transformeren van wapens en/of munitie van categorie II en/of III van de Wet wapens en munitie en daarvan een beroep of gewoonte maken;

feit 2: medeplegen van het voorhanden hebben wapens en/of onderdelen van wapens van categorie II en/of categorie III en/of munitie van categorie II en/of III van de Wet wapens en munitie;

feit 3: medeplegen van een poging tot het overdragen van wapens en/of onderdelen van wapens van categorie II en/of categorie III en/of van munitie van categorie II en/of categorie III van de Wet wapens en munitie en daarvan een beroep of gewoonte maken.

Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:

feit 1

hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode 1 januari 2023 t/m 18 juli 2023 te ’s-Gravenhage, en/of te Hilversum, en/of te Wateringen, en/of te Amsterdam, althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een beroep en/of gewoonte heeft gemaakt van het zonder erkenning vervaardigen en/of transformeren van een of meer wapens van categorie II en/of categorie III, en/of munitie van categorie II en/of categorie III van de Wet wapens en munitie;

feit 2

hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode 1 januari 2023 t/m 18 juli 2023 te ’s-Gravenhage, en/of te Hilversum, en/of te Wateringen, en/of te Amsterdam, althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, wapens en/of onderdelen van wapens van categorie II onder 2 en/of categorie III onder 1 en 4 van de Wet wapens en munitie, te weten onder andere:

  • een vuurwapen, merk CZ.45 97B, kaliber .45, voorzien van munitie, en/of

  • een (semi-automatisch) vuurwapen, merk Blow F92 auto, kaliber 9mm, voorzien van (bewerkte) munitie, en/of

  • zeven gasalarmpistolen, merk Blow TRI7, en/of

  • automatische vuurwapens, onder andere UZI, kaliber 9mm, en/of een M16, en/of

  • semi-automatische vuurwapens, onder andere een AR-15, en/of

  • vuurwapens met kaliber 6.35, en/of

  • vuurwapens met kaliber .380, onder andere met het merk Glock 4 (al dan niet met demper) en/of Blow Swat en/of Blow TR34 en/of Blow TR17, en/of

  • vuurwapens metkaliber 7.65mm, onder andere met het merk Blow TR34 en/of Blow TR17 en/of EKOL P29, en/of

  • onderdelen van vuurwapens, te weten een greep van een Glock, en/of patroonhouders en/of patroonmagazijnen, en/of geboorde lopen, en/of diverse RVS staafjes, en/of diverse buizen met kaliber 7.65mm en/of diverse buizen met kaliber .380, en/of

munitie van categorie II en/of III van de Wet wapens en munitie, te weten:

  • kogelpatronen, onder andere met kaliber 9mm en/of 7.65 en/of .22 en/of .45 S&B en/of

  • knalpatronen, onder andere met kaliber 7.65,

in elk geval wapens en/of onderdelen van wapens en/of munitie in de zin van categorie II en/of III van de Wet wapens en munitie, voorhanden heeft gehad;

feit 3

hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode 1 januari 2023 t/m 18 juli 2023 te ’s-Gravenhage, en/of te Hilversum, en/of te Wateringen, en/of te Amsterdam, althans (elders) in Nederland, ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, wapens en/of onderdelen van wapens van categorie II onder 2 en/of categorie III onder 1 en 4 van de Wet wapens en munitie, te weten onder andere:

  • vuurwapens met kaliber .380, onder andere met het merk Glock (al dan niet met demper) en/of Blow Swat en/of Blow TR34 en/of Blow TR17, en/of

  • vuurwapens met kaliber 7.65mm, onder andere met het merk Blow TR34 en/of Blow TR17 en/of EKOL P29, en/of

  • vuurwapens met kaliber 6.35, en/of

  • (semi-)automatische vuurwapens, onder andere UZI, kaliber 9mm, en/of een M16, en/of een AR-15, en/of

  • onderdelen van vuurwapens, te weten geboorde lopen, en/of diverse buizen met kaliber 7.65mm en/of diverse buizen met kaliber .380, en/of

munitie van categorie II en/of categorie III, te weten patronen met verschillende kalibers, in elk geval wapens en/of onderdelen van wapens en/of munitie in de zin van categorie II en/of III van de Wet wapens en munitie, heeft overgedragen, en hij, verdachte, hiervan een beroep en/of gewoonte heeft gemaakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

De voorvragen

3.1. Ambtshalve oordeel ten aanzien van de geldigheid van feit 3 op de dagvaarding

De rechtbank stelt vast dat de officier van justitie verdachte beoogt te verwijten zich te hebben schuldig gemaakt aan – kort gezegd – medeplegen van een poging tot het overdragen van (onderdelen van) wapens en/of munitie en daarvan een beroep of gewoonte maken. Bij de tenlastelegging van een poging zullen, naast de omschrijving van het betrokken delict, feitelijke gedragingen moeten worden vermeld die aan de poging inhoud geven. Nu het bij poging juist op deze feitelijkheden aankomt, mogen die niet in de tenlastelegging ontbreken. Uit de letterlijke tekst van de tenlastelegging blijkt naar het oordeel van de rechtbank niet welke handelingen het Openbaar Ministerie verdachte verwijt als zijnde handelingen die eventueel zouden kunnen worden aangemerkt als een begin van uitvoering. Naar het oordeel van de rechtbank voldoet de tenlastelegging hiermee niet aan de eisen van artikel 261, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank verklaart de dagvaarding wat betreft het onder feit 3 ten laste gelegde nietig.

3.2 Ten aanzien van de feiten 1 en 2

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding voor het overige geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

De bewijsmotivering

4.1 Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde, met uitzondering van de in de tenlastelegging genoemde pleegperiode. De officier van justitie gaat uit van een pleegperiode van 14 juni 2023 tot en met 18 juli 2023.

4.2 Het standpunt van de verdediging

Ten aanzien van feit 1 heeft de raadsman bepleit dat verdachte dient te worden vrijgesproken. Verdachte had weliswaar wetenschap van het vervaardigen en/of transformeren van wapens, maar heeft daaraan geen bijdrage van voldoende gewicht geleverd. Hij heeft ‘slechts’ een faciliterende rol gehad. Er was dus sprake van (niet ten laste gelegde) medeplichtigheid en niet van medeplegen.

Wat betreft feit 2 heeft de raadsman geen bewijsverweer gevoerd.

4.3 Het oordeel van de rechtbank

Ten aanzien van feit 1

Uit de bewijsmiddelen volgt, en dat staat ook niet ter discussie, dat verdachte en zijn medeverdachten [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1]) en [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2]) in de periode van 14 juni 2023 tot en met 18 juli 2023 betrokken waren bij het vervaardigen en transformeren van munitie en (gas)alarmpistolen. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij volledig op de hoogte was van alles wat er in de genoemde periode gebeurde, maar dat hij, vanwege zijn drukke gezinsleven, geen grote rol had in het geheel. Zijn raadsman heeft betoogd dat verdachte ‘slechts’ een faciliterende rol had en dat geen sprake was van medeplegen, maar van medeplichtigheid.

De rechtbank stelt, op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting, vast dat de bijdrage van verdachte aan het ombouwen van munitie en wapens bestond uit de volgende gedragingen:

  • verdachte heeft de schuur bij zijn woning aan de [adres 1] ter beschikking gesteld om omgebouwde wapens, niet omgebouwde wapens, onderdelen van wapens en gereedschap op te slaan;

  • verdachte was in het bezit van twee mappen met daarin instructies voor het in elkaar zetten, afwerken en testen van vuurwapens;

  • verdachte was op 26 juni 2023 aanwezig in de garagebox aan de [adres 2]. Ook op 10 juli 2023 werd hij daar gezien, samen met medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2]. De garagebox werd gebruikt als opslagplaats en werkplaats voor het ombouwen van wapens;

  • verdachte adviseerde zijn medeverdachten over het ombouwen van wapens. Die kennis had hij opgedaan in eerdere zaken. Zo adviseerde hij [medeverdachte 1] over het lijmen van een loop en een demper. In de woning van verdachte aan de [adres 1] werden voorts twee tubes Kwikweld aangetroffen. Deze tubes bevatten zeer sterke lijm, die geschikt is om metalen te verlijmen;

  • verdachte is gezien in de Metaalwinkel aan de [adres 3].

Medeplegen

De rechtbank ziet zich voor de vraag geplaatst of de bijdrage die verdachte heeft geleverd van voldoende gewicht was om te kunnen spreken van medeplegen.

Voor de kwalificatie medeplegen is vereist dat sprake is van nauwe en bewuste samenwerking, waarbij het accent ligt op de samenwerking en minder op de vraag wie welke feitelijke handelingen heeft verricht. Die kwalificatie is alleen gerechtvaardigd als de intellectuele en/of materiële bijdrage van verdachte aan het delict van voldoende gewicht was. Bij de vorming van haar oordeel dat sprake is van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking, kan de rechtbank rekening houden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.

De rechtbank overweegt dat de gedragingen van verdachte, die bestonden uit het verschaffen van een locatie voor de opslag van (onderdelen van) wapens, het samen met zijn medeverdachten bezoeken van een metaalwinkel en garagebox waar wapens werden omgebouwd en opgeslagen en het overdragen van kennis met betrekking tot het ombouwen van wapens aan de medeverdachten, bezien in onderlinge samenhang en in het licht van de wetenschap van verdachte, maken dat in dit geval sprake is van een bijdrage van voldoende gewicht, zowel materieel als intellectueel. De rechtbank is, gelet op het bovenstaande, van oordeel dat verdachte nauw en bewust heeft samengewerkt met medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2].

Een beroep en/of gewoonte maken

De rechtbank is van oordeel dat uit de bewijsmiddelen en de door verdachte ter zitting afgelegde verklaring kan worden afgeleid dat verdachte de wil had om stelselmatig samen met anderen wapens en munitie te vervaardigen en transformeren met het oog op financieel gewin en dat hij daarom een beroep en/of gewoonte heeft gemaakt van het medeplegen van het vervaardigen en transformeren van wapens en munitie. Niet alleen het aantal vervaardigde/getransformeerde wapens en munitie getuigt hiervan, maar ook het maken van foto’s en video’s hiervan door onder meer verdachte die gebruikt werden voor verkoopadvertenties.

Ten aanzien van feit 2

De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het onder 2 ten laste gelegde feit op grond van de in de bewijsbijlage opgenomen bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.

4.4 De bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:

feit 1

hij in de periode van 14 juni 2023 t/m 18 juli 2023 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, een beroep en/of gewoonte heeft gemaakt van het zonder erkenning vervaardigen en transformeren van wapens van categorie III en munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie;

feit 2

hij in de periode van 14 juni 2023 t/m 18 juli 2023 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, wapens en/of onderdelen van wapens van categorie II onder 2 en/of categorie III onder 1 en 4 van de Wet wapens en munitie, te weten onder andere:

  • een vuurwapen, merk CZ.45 97B, kaliber .45, voorzien van munitie, en

  • een (semi-automatisch) vuurwapen, merk Blow F92 auto, kaliber 9mm, voorzien van (bewerkte) munitie, en

  • zeven gasalarmpistolen, merk Blow TRI7, en

  • automatische vuurwapens, onder andere UZI, kaliber 9mm, en/of een M16, en

  • semi-automatische vuurwapens, onder andere een AR-15, en

  • vuurwapens met kaliber 6.35, en

  • vuurwapens met kaliber .380, onder andere met het merk Glock 4 (al dan niet met demper) en/of Blow Swat en/of Blow TR34 en/of Blow TR17, en

  • vuurwapens met kaliber 7.65mm, onder andere met het merk Blow TR34 en/of Blow TR17 en/of EKOL P29, en

  • onderdelen van vuurwapens, te weten een greep van een Glock, en patroonhouders en patroonmagazijnen, en geboorde lopen, en diverse RVS staafjes, en diverse buizen met kaliber 7.65mm en diverse buizen met kaliber .380, en

munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten:

  • kogelpatronen, onder andere met kaliber 9mm en 7.65 en .22 en .45 S&B en

  • knalpatronen, onder andere met kaliber 7.65,

voorhanden heeft gehad.

De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 9, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:

feit 1

het misdrijf:

medeplegen van handelen in strijd met artikel 9, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en van het transformeren en vervaardigen van wapens en munitie een beroep of gewoonte maken;

feit 2

het misdrijf:

medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, onderdeel 2º;

en:

medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd;

en:

medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd.

De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

De op te leggen straf of maatregel

7.1 De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes jaren wordt opgelegd met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. De officier van justitie heeft tevens gevorderd dat aan verdachte een geldboete ten bedrage van € 7.000,00 wordt opgelegd.

7.2 Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft verzocht rekening te houden met het feit dat verdachte gemotiveerd is om uit het criminele circuit te stappen om voor zijn vrouw en kinderen te kunnen zorgen. Hij wil zijn verantwoordelijkheid nemen, maar hij moet ook verder kunnen met zijn leven. Verdachte heeft een lichte verstandelijke beperking en is, net als zijn medeverdachten, slechts een pion in het grotere geheel. De raadsman acht de door de officier van justitie gevorderde gevangenisstraf te hoog en heeft de rechtbank verzocht om een balans te vinden tussen enerzijds het strafwaardige karakter van de feiten en anderzijds de persoonlijke omstandigheden van verdachte.

7.3 De gronden voor een straf of maatregel

Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.

De aard en ernst van de feiten

Verdachte heeft samen met zijn medeverdachten een groot aantal (omgebouwde) wapens, (bewerkte) munitie en onderdelen van wapens in zijn bezit gehad. Het ongecontroleerde bezit en de daarmee vaak gepaard gaande ondeugdelijke opslag van vuurwapens brengt grote risico’s voor de veiligheid met zich. Het bezit van wapens brengt onder burgers voorts gevoelens van onveiligheid teweeg en vormt een ernstige inbreuk op de rechtsorde. Bovendien is het algemeen bekend dat vuurwapenbezit niet zelden leidt tot het (ondeskundig) gebruik ervan, met ernstige gevolgen voor anderen.

Daarnaast hebben verdachte en zijn medeverdachten zelf munitie bewerkt en (gas)alarmpistolen omgebouwd naar scherp schietende vuurwapens en hebben zij daar een beroep of gewoonte van gemaakt. Daarmee hebben verdachte en zijn medeverdachten een bijdrage geleverd aan het makkelijker beschikbaar maken van vuurwapens en mogelijk zelfs schietpartijen en/of liquidaties gefaciliteerd. Gelet op de toename van het vuurwapenbezit en het ongeoorloofde gebruik daarvan, in samenhang bezien met het hoge gevaarzettende karakter daarvan, is de rechtbank van oordeel dat daartegen streng dient te worden opgetreden.

De persoonlijke omstandigheden van verdachte

De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie betreffende verdachte van 4 maart 2024. Hieruit blijkt dat verdachte recent, zowel in november 2021 als in februari 2024, is veroordeeld voor overtreding van de Wet wapens en munitie.

De rechtbank heeft kennis genomen van de over verdachte opgemaakte rapporten, te weten:

In verband met de onderhavige zaak:

- het rapport van Reclassering Nederland van 11 januari 2024, ondertekend door

[naam 1], reclasseringswerker, en [naam 2], unitmanager;

In verband met het reclasseringstraject na de zaak van november 2021:

- het rapport van Reclassering Nederland van 4 mei 2022, ondertekend door

[naam 3], reclasseringswerker, en [naam 4], unitmanager.

In het reclasseringsrapport van 11 januari 2024 is te lezen dat verdachte in de pleegperiode onvoldoende hulp heeft gevraagd aan zijn netwerk, terwijl zijn netwerk, in de vorm van zijn familie en zijn vriendin, wel als een beschermende factor aanwezig was, net als reclasseringscontact. Verdachte wilde zijn problemen alleen oplossen en zijn eigen gang gaan. Deze houding lijkt inmiddels positief te zijn veranderd. Het vooruitzicht van een gezinsleven met zijn zwangere verloofde en drie kinderen maakt dat verdachte in de toekomst andere keuzes wil maken en meer open staat voor interventies vanuit de reclassering. Om deze verandering te ondersteunen heeft hij tijdens de preventieve hechtenis trainingen gevolgd en zich ingezet voor meer stabiliteit op verschillende leefgebieden. In het kader van delictpreventie adviseert de reclassering aandacht te besteden aan het verbeteren van de oplossingsvaardigheden van verdachte. De reclassering schat in dat verdachte, mede door zijn licht verstandelijke beperking, niet goed in staat zal zijn om, als hij wordt geconfronteerd met problemen, zaken op een adequate wijze op te lossen. In plaats daarvan bestaat de kans dat verdachte zich vermijdend of afwachtend zal opstellen of wederom zal kiezen voor delictgedrag. Waar verdachte eerder niet openstond voor ambulante behandeling, zoals is te lezen in het reclasseringsrapport van 4 mei 2022, is dat nu anders. Verdachte is nu gemotiveerd om mee te werken aan zowel ambulante behandeling als reclasseringstoezicht. De reclassering adviseert in het kader van een (deels) voorwaardelijke straf een meldplicht bij de reclassering en ambulante behandeling als bijzondere voorwaarden op te nemen of die voorwaarden op te nemen in een plan van aanpak in het kader van detentiefasering, re-integratie of voorwaardelijke invrijheidsstelling.

De op te leggen straf

Verdachte heeft zich, samen met anderen, schuldig gemaakt aan het plegen van ernstige strafbare feiten, terwijl hij zich in het recente verleden al twee keer eerder schuldig heeft gemaakt aan soortgelijke feiten. De rechtbank acht het positief dat verdachte er (meer) van doordrongen lijkt te zijn dat hij andere keuzes moet maken als hij voor zijn jonge gezin wil zorgen, maar acht het ook zeer zorgelijk dat verdachte op twintigjarige leeftijd voor de derde keer wordt veroordeeld wegens overtreding van de Wet wapens en munitie. De rechtbank is van oordeel dat thans niet anders kan worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van forse duur. Zij zal aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren opleggen. Dat is een jaar minder dan door de officier van justitie is gevorderd, omdat de rechtbank, anders dan de officier van justitie, uitgaat van twee bewezenverklaarde feiten. De rechtbank ziet geen aanleiding daarnaast nog een geldboete op te leggen, mede gelet op de door de officier van justitie aangekondigde ontnemingsprocedure.

Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

7.4 De inbeslaggenomen voorwerpen

De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat de op de beslaglijst van

25 maart 2024 genoemde (onderdelen van) wapens en munitie moeten worden onttrokken aan het verkeer en dat de op de beslaglijst genoemde telefoons, gereedschappen, metalen buisjes, instructies ten behoeve van het vervaardigen van vuurwapens en de auto moeten worden verbeurd verklaard.

De raadsman heeft zich niet uitgelaten over het beslag.

De rechtbank is van oordeel dat de op de beslaglijst van 25 maart 2024 vermelde voorwerpen onder de nummers 23 tot en met 36 moeten worden verbeurdverklaard, omdat het voorwerpen betreffen met betrekking tot welke de feiten zijn begaan of voorbereid of met behulp waarvan de feiten zijn begaan of voorbereid.

De rechtbank is van oordeel dat de op de beslaglijst vermelde voorwerpen onder de nummers 1 tot en met 17, 19 en 21 vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, aangezien met betrekking tot deze voorwerpen de feiten zijn begaan en zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.

De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van de aan hem toebehorende auto, zoals vermeld onder nummer 37 op de beslaglijst, aangezien deze niet vatbaar is voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.

Een afschrift van de beslaglijst van 25 maart 2024 zal als bijlage bij dit vonnis worden gevoegd.

De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 45, 47, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht.

De beslissing

De rechtbank:

geldigheid dagvaarding

- verklaart de dagvaarding nietig ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde;

- verklaart de dagvaarding voor het overige geldig;

bewezenverklaring

- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;

- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;

strafbaarheid feiten

- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;

- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:

feit 1, het misdrijf:

medeplegen van handelen in strijd met artikel 9, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en van het transformeren en vervaardigen van wapens en munitie een beroep of gewoonte maken;

feit 2, het misdrijf:

medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, onderdeel 2º;

en:

medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd;

en:

medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;

strafbaarheid verdachte

- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 en 2 bewezen verklaarde;

straf

- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 (vijf) jaren;

- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;

de in beslag genomen voorwerpen

- verklaart verbeurd de in beslag genomen voorwerpen, te weten de op de beslaglijst genoemde voorwerpen onder de nummers 23 tot en met 36;

- verklaart onttrokken aan het verkeer de op de beslaglijst genoemde voorwerpen onder de nummers 1 tot en met 17, 19 en 21;

- gelast de teruggave aan verdachte van de auto genoemd onder nummer 37 op de beslaglijst.

Dit vonnis is gewezen door mr. S.K. Huisman, voorzitter, mr. M.J.A.L. Beljaars en

mr. P.A.M. Miltenburg, rechters, in tegenwoordigheid van mr. G.J. Leyendijk, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 9 april 2024.

Bijlage bewijsmiddelen

Leeswijzer

Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.

Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie Landelijke Eenheid Dienst Infrastructuur met nummer LEFCP23009 (onderzoek 26Dieppe). Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.

Ten aanzien van feit 1

1. de verklaring van verdachte ter terechtzitting van 26 maart 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

Ik was op de hoogte van de gedragingen van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en ik wist van het ombouwen van de wapens. Ik heb de schuur bij mijn woning beschikbaar gesteld om dingen te bewaren en ik gaf mijn medeverdachten advies met betrekking tot het ombouwen van de wapens. Op 26 juni 2023 was ik aanwezig in de garagebox aan de [adres 2]. Daar ben ik nadien misschien nog een keer geweest. Ik heb foto’s en video’s van wapens gemaakt. Die bleken van goede kwaliteit en werden gebruikt voor verkoopadvertenties. Ik deed mee omdat ik snel geld wilde verdienen;

2. het proces-verbaal van observatie maandag 10 juli 2023 van 17 juli 2023 (pagina’s 54 tot en met 60), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

14:16 uur:

In opdracht van het tactisch team werd deze observatie verplaatst naar 's-Gravenhage 16:46 uur:

Wij zagen dat twee voor ons onbekende personen die op een scooter zaten het terrein opreden waar garageboxen zijn gevestigd, gelegen aan de [adres 2].

16:54 uur:

Wij zagen dat [medeverdachte 2], geboren op [geboortedatum 2] 2004 te [geboorteplaats 2], hierna subject [medeverdachte 2] genoemd, [verdachte], geboren op [geboortedatum 1] 2003 te [geboorteplaats 1], hierna subject [verdachte] genoemd, een voor ons onbekende man met donkere huidskleur, hierna NN1 genoemd en een voor ons onbekende man met blanke huidskleur, hierna NN2 genoemd, vanaf het terrein waar bovengenoemde garageboxen zijn gevestigd kwamen lopen;

3. het proces-verbaal van doorzoeking van de woning aan de [adres 1] van 27 juli 2023 (pagina’s 101 tot en met 113, met de daarbij behorende lijst van inbeslaggenomen goederen), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

Aan de linkerkant van de schuur bevonden zich onder andere een gereedschap kast, gereedschap, en meerdere tassen waaronder een zogenaamde Big Shopper van Albert Heijn en een zwarte tas. In deze tassen werden onder andere doorgeladen vuurwapens, munitie, alarm/gas pistolen kennelijk bestemd om te worden omgebouwd tot vuurwapen en lopen voor vuurwapens aangetroffen;

4. het proces-verbaal van bevindingen groene map met administratie aangetroffen aan het [adres 1] van 4 augustus 2023 (pagina’s 313 tot en met 317), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

De inhoud van de groene map bestaat uit 80 pagina's en betreft een schriftelijke instructie in de Engelse taal hoe je een 9 mm sub machinegeweer inclusief patroonmagazijn kan maken, en wat losse kopieën uit de instructiemap.

In de 17 hoofdstukken wordt stap voor stap beschreven hoe je de verschillende onderdelen maakt voor een 9 mm sub machine geweer inclusief patroonmagazijn, het in elkaar zetten en oplossen van storingen aan het wapen. In de introductie wordt beschreven welke gereedschappen en welke materialen je moet aanschaffen om een 9 mm sub machine geweer te kunnen maken. In hoofdstuk 1 tot 14 wordt beschreven hoe je een vuurwapenframe, magazijnhouder, trekkermechanisme, doorlaadmechanisme, patroonhouder, pistoolgreep en loop moet maken inclusief

de afmetingen en benodigde materialen;

5. Het proces-verbaal bevindingen grijze map administratie aangetroffen aan het [adres 1] van 9 augustus 2023 (pagina’s 318 tot en met 322), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

De inhoud van de grijze map bestaat uit 104 pagina's en betreft een schriftelijke instructie in de Engelse taal hoe je een .32/.380/ 9 mm machinepistool inclusief patroonmagazijn kan maken. In de 14 hoofdstukken wordt stap voor stap beschreven hoe je de verschillende onderdelen maakt voor een .32/.380/ 9 mm machinepistool inclusief patroonmagazijn, en het in elkaar zetten hiervan. In het document wordt beschreven welke gereedschappen en welke materialen je moet aanschaffen

om een .32/.380/ 9 mm machinepistool te kunnen maken inclusief specificaties.

In hoofdstuk 1 tot 11 wordt beschreven hoe je een vuurwapenframe, magazijnhouder, trekkermechanisme, doorlaadmechanisme, patroonhouder, pistoolgreep en loop moet maken inclusief de afmetingen en benodigde materialen;

6. het proces-verbaal van bevindingen over het verband tussen de tubes lijm

en de chats van verdachten [verdachte] en [medeverdachte 1] van 28 augustus 2023 (pagina’s 388-390), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

Hieronder is een weergave van een Snapchat gesprek ingevoegd van 10 juli 2023 tot en met 14 juli 2023 tussen "[alias 1]" ([verdachte]) met "[alias 2]" ([medeverdachte 1]):

[Afbeelding]

In deze chat geeft “[alias 1]” ([verdachte]) aan “[alias 2]” ([medeverdachte 1])

de opdracht dat hij “eerst die loop moet lijmen en daarna pas die demper”.

In de schuur, aan het [adres 1], werden twee tubes lijm in beslag genomen van het merk JB KwikWeld met goednummer [nummer 1]. Het betreft een professionele versie is van het snel uithardende KwikWeld tweedelige epoxy koudlassysteem. Deze lijm biedt sterke langdurige reparaties aan metaal en is na gebruik even sterk als gelast;

7. het aanvullend proces-verbaal van bevindingen uitlezen [naam 5] van 22 september 2023 (pagina’s 367 tot en met 381), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

De chat die in de Snapchat app werd gevoerd tussen [alias 1] en KN_sales is reeds benoemd in het voorlopige proces-verbaal van bevindingen [nummer 2]. Daarin wordt onderstaande link naar een Youtube filmpje gedeeld.

[Afbeelding]

De URL-code [website] betreft een filmpje in de Thaise taal. In dit filmpje wordt beschreven hoe je een gasalarmpistool om kan bouwen tot een vuurwapen. Met dit vuurwapen kan dan scherpe munitie afgevuurd worden. Het genoemde filmpje duurt 13,4 minuten en is met audio opgenomen. Het filmpje start met het vullen van een patroonhouder met munitie;

8. het proces-verbaal verhoor getuige [getuige] van 8 september 2023 (pagina’s 223 tot en met 225), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

O: Wij laten jou nu een foto zien. Deze foto zal als bijlage 4 worden gevoegd aan jouw getuigenverhoor.

V: Wie zien wij op deze foto?

A: Deze persoon ken ik niet bij naam. Maar ook hij kwam wel eens in de winkel.

Bijlage 4:

[Afbeelding]

9. het proces-verbaal van onderzoek wapen van 14 augustus 2023 (pagina’s 391 tot en met 394) in zijn geheel;

10. het proces-verbaal van onderzoek (alarm)pistolen, onderdelen en munitie van

28 augustus 2023 (pagina’s 171 tot en met 178 van het Forensisch Dossier 26Dieppe) in zijn geheel;

11. het proces-verbaal van bevindingen over de omvang van de aangetroffen vuurwapen, gas/alarm pistolen en toebehoren van 14 september 2023 (pagina’s 447 tot en met 453), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:

Van de 45 RVS buizen (10 RVS buizen 15/8 mm en 35 RVS buizen 15/9 mm) die bij de Metaalwinkel B.V. in Utrecht zijn gekocht is er mogelijk 1 RVS buis gebruikt bij de ombouw van het aangetroffen gas/alarmpistool BLOW F92 auto. De overige 44 RVS buizen zijn niet aangetroffen. Er zijn 24 losse lopen aangetroffen die behoren bij gas/alarm pistolen van het merk BLOW en de typenummers TR17, 17k,34 en 92k gas/alarmpistool aangetroffen. De bijbehorende 24 gas/alarm pistolen zijn niet aangetroffen. Gelet op bovenstaande heeft het onderzoeksteam het vermoeden dat er tussen de 24 en 44 omgebouwde vuurwapens in omloop zijn gebracht waarbij opgemerkt wordt dat het niet uitgesloten is dat het zelfs nog meer vuurwapens betreft. Gelet op de zeer korte onderzoeksperiode van 5 weken (13 juni 2023 tot 18 juli 2023) zou dit betekenen dat de verdachten gemiddeld 5 vuurwapens per week hebben gefabriceerd en verhandeld.

Ten aanzien van feit 2

1. de bekennende verklaring van verdachte [verdachte] ter terechtzitting van

26 maart 2024;

2. het proces-verbaal van doorzoeking van de [adres 4] van

18 juli 2023 (pagina’s 84 tot en met 97);

3. het proces-verbaal van doorzoeking van de [adres 2] van 19 juli 2023 + lijst van inbeslaggenomen goederen (pagina’s 150 tot en met 156);

4. het proces-verbaal van doorzoeking van de [adres 5] van

19 juli 2023 (pagina’s 99 en 100) + lijst van inbeslaggenomen goederen (pagina’s 218 tot en met 222);

5. het proces-verbaal doorzoeking van [adres 1] van 27 juli 2023 (pagina’s 101 tot en met 113) + lijst van inbeslaggenomen goederen;

6. het proces-verbaal van onderzoek wapen van 14 augustus 2023 (pagina’s 391 tot en met 394);

7. het proces-verbaal van onderzoek (alarm)pistolen, onderdelen en munitie van

28 augustus 2023 (pagina’s 171 tot en met 178 van het Forensisch Dossier 26Dieppe);

8. het proces-verbaal van onderzoek foto en filmmateriaal van 22 november 2023 (pagina’s 207 tot en met 208 van het Forensisch Dossier 26Dieppe).

Artikel delen