Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

ECLI:NL:RBROT:2024:3078

10 april 2024

Jurisprudentie – Uitspraken

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2

Parketnummer: 10/322998-23

Datum uitspraak: 29 maart 2024

Tegenspraak

Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedatum] 2003,

ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [naam PI] ,

raadsvrouw mr. F.O. Ligeon-Merton, advocaat te Capelle aan den IJssel.

Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 15 maart 2024.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. N. Linnenbank heeft gevorderd:

  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;

  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.

Vrijspraak

Standpunt officier van justitie

Het ten laste gelegde feit is wettig en overtuigend bewezen in die zin dat gemeen gevaar voor goederen is ontstaan. Niet bewezen is dat levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor personen is ontstaan.

Op 13 mei 2023 heeft er een ontploffing plaatsgevonden aan de portiekdeur van de woningen aan de [straatnaam] 257, 259 en 261 te [plaats delict] . Door deze explosie is het glas van de portiekdeur gebarsten en zijn de deurklink en de deurpost beschadigd geraakt. Ter plaatse zijn op de stoep diverse papiersnippers aangetroffen, resten van twee stuks cobra-vuurwerk alsook een blauw ringetje, een blauwe dop en stukken verbrand blauw plastic, afkomstig van een petflesje Spa Blauw. Uit onderzoek is gebleken dat de explosie is veroorzaakt door het plaatsen van een petflesje gevuld met benzine met daarbij twee cobra’s. Een stuk gesmolten blauw plastic, dat zou kunnen passen bij een mondstuk van een petflesje Spa Blauw, is bemonsterd op de aanwezigheid van speeksel. Blijkens het NFI-rapport is op dit mondstuk DNA-materiaal aangetroffen, afkomstig van de verdachte en van minimaal één andere onbekende persoon.

Door een anonieme getuige is verklaard dat na de knal een grijze Skoda of Fiesta is weggereden. Uit gegevens van de Rijksdienst voor het Wegverkeer blijkt dat een grijze Skoda Fabia met kenteken [kentekennummer] in de periode van 18 december 2022 tot en met 21 oktober 2023 op de naam van de verdachte heeft gestaan. Uit de registraties van de milieucamera blijkt dat deze auto op de plaats delict was ten tijde van de melding van de explosie, hetgeen overeenkomt met de verklaring van de anonieme getuige. De verklaringen van de verdachte over wie de beschikking over zijn auto had ten tijde van het ten laste gelegde feit zijn wisselend en tegenstrijdig en daarom ongeloofwaardig. Het alternatieve scenario is onvoldoende onderbouwd.

Standpunt verdediging

Namens de verdediging is vrijspraak bepleit, omdat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan.

Beoordeling

De rechtbank kan alleen tot een bewezenverklaring komen als sprake is van wettig en overtuigend bewijs (art. 338 Sv). In geval van redelijke twijfel moet de rechter vrijspreken.

Wettig bewijs is in dit geval voorhanden. Immers, er is DNA-materiaal van de verdachte aangetroffen op een mondstuk van een blauw plastic flesje dat gevuld met benzine samen met twee cobra’s als explosief is gebruikt bij het teweeg brengen van een ontploffing op

13 mei 2023 aan de portiekdeur van de [straatnaam] 257, 259 en 261 te [plaats delict] . Voorts was de auto van de verdachte ten tijde van de explosie in de buurt van de plaats delict.

Dit wettige bewijs is echter onvoldoende overtuigend. De verdachte heeft bij zijn aanhouding en gedurende het strafrechtelijk onderzoek steeds stellig ontkend dat hij iets te maken heeft gehad met de ontploffing. Hij heeft er in zijn verklaring op gewezen dat hij zijn auto - waarin flesjes plegen te liggen - had uitgeleend en dat hij dus ten tijde van de ontploffing op 13 mei 2023 niet in de buurt van de plaats delict was. Door de verdediging zijn in dat verband concrete mogelijkheden voor aanvullend onderzoek naar voren gebracht (zoals het horen van de partner van verdachte, het onderzoeken van de telefoon die is afgegeven aan de politie en het verder onderzoeken van de mogelijke rol van de personen die hij heeft opgegeven), maar Het Openbaar Ministerie heeft naar het oordeel van de rechtbank deze concrete aanknopingspunten niet, dan wel in onvoldoende mate, onderzocht. Hierdoor zijn er ter zake van de verklaring van verdachte geen toereikende onderzoeksresultaten verkregen om die verklaring terzijde te kunnen schuiven. Als gevolg hiervan kan de door de verdachte geschetste alternatieve uitleg van de gebeurtenissen op grond van de bewijsmiddelen niet met een voldoende mate van zekerheid worden uitgesloten. Dit betekent dat de rechtbank, gezien het wettig bewijs, bepaald niet uitsluit dat de verdachte betrokken was bij de explosie, maar ook dat thans nog enige reële twijfel aanwezig is gebleven over die (mogelijke) rol, zodat de rechtbank de verdachte moet vrijspreken.

Conclusie

De verdachte zal worden vrijgesproken.

5. Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

Beslissing

De rechtbank:

verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.

Dit vonnis is gewezen door mr. A.S. Flikweert, voorzitter,

en mrs. W.A.F. Damen en W.J.M. Diekman, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. N. Jallal, griffier,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.

De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Bijlage I

Tekst tenlastelegging

Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat

hij op of omstreeks 13 mei 2023 te [plaats delict] , opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht door een explosief, te weten een cobra 6, te plaatsen voor/tegen de voordeur van de portiek gelegen aan de [straatnaam] ter hoogte van portiekdeur 259 en dit explosief in aanraking met (motor)benzine, althans een zeer ontvlambare en/of brandbare stof en/of deze tot ontploffing heeft gebracht, terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten de woning(en) gelegen aan de
[straatnaam] 257 en/of 259 en/of 261 en/of de naastgelegen woning(en) en/of de
in die woning(en) bevindende goederen en/of de aan de [straatnaam]
geparkeerde auto's / voertuigen en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten
personen die zich in voornoemde woning(en) bevonden en/of de bewoner(s) van
de naastgelegen woningen en/of personen op straat te duchten was.
( art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 157 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht)

Artikel delen