Wettelijk kader bewind
In artikel 1:431 e.v. BW wordt bewindvoering geregeld. Het BW bepaalt in dit kader het volgende:
Artikel 1:431 BW
De kantonrechter kan een bewind
instellen over één of meer van de goederen die een meerderjarige als rechthebbende toebehoren of zullen toebehoren
voor een bepaalde of onbepaalde tijdsduur indien de meerderjarige tijdelijk of duurzaam niet in staat is ten volle zijn vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand, dan wel
voor een bepaalde tijdsduur indien de meerderjarige tijdelijk niet in staat is ten volle zijn vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen als gevolg van verkwisting of het hebben van problematische schulden.
Indien te verwachten is dat een minderjarige op het tijdstip waarop hij meerderjarig zal worden, in de in het vorige lid bedoelde toestand zal verkeren, kan het bewind reeds voor de meerderjarigheid worden ingesteld.
Het bewind kan eveneens worden ingesteld indien te verwachten is dat de rechthebbende binnen afzienbare tijd in de in het eerste lid bedoelde toestand zal verkeren.
De rechter bij wie een verzoek tot het verlenen van een rechterlijke machtiging als bedoeld in de
Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten
dan wel een zorgmachtiging of een machtiging tot voorzetting van de crisismaatregel als bedoeld in de
Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
aanhangig is, is tevens bevoegd tot de kennisneming van een verzoek tot instelling van het bewind.
Onder aan de meerderjarige toebehorende goederen zijn in deze titel begrepen goederen die behoren tot zijn huwelijksgemeenschap of gemeenschap van geregistreerd partnerschap en die niet uitsluitend onder het bestuur van zijn echtgenoot dan wel geregistreerd partner staan.
Art. 1:432 BW
Instelling van het bewind kan worden verzocht door de rechthebbende, zijn echtgenoot, zijn geregistreerde partner dan wel andere levensgezel, zijn bloedverwanten in de rechte lijn en in de zijlijn tot en met de vierde graad, degene die ingevolge
artikel 253sa
of
253t
het gezag over de rechthebbende uitoefent, zijn voogd, zijn curator als bedoeld in
titel 16
en zijn mentor als bedoeld in
titel 20
. In het in
artikel 431, derde lid
, bedoelde geval kan het bewind uitsluitend worden verzocht door de rechthebbende.
Instelling van het bewind kan voorts worden verzocht door het openbaar ministerie en door de instelling waar de rechthebbende wordt verzorgd of die aan de rechthebbende begeleiding biedt. Instelling van een bewind wegens verkwisting of het hebben van problematische schulden kan tevens worden verzocht door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar de rechthebbende woonplaats heeft. In beide laatste gevallen vermeldt het verzoekschrift tevens waarom de in het eerste lid genoemde personen – bloedverwanten in de zijlijn in de derde en vierde graad daaronder niet begrepen – niet tot indiening van een verzoek zijn overgegaan.
De rechter voor wie een verzoek tot ondercuratelestelling of tot opheffing van de curatele aanhangig is, kan bij afwijzing onderscheidenlijk bij inwilliging daarvan ambtshalve overgaan tot instelling van het bewind.
Een verzoek tot instelling van een bewind ten behoeve van een rechthebbende die onder curatele is gesteld, wordt aanhangig gemaakt bij de rechter die bevoegd is over opheffing van de curatele te beslissen. Deze rechter kan, bij opheffing van een curatele, ook ambtshalve overgaan tot instelling van het bewind.
In geval van een bestuursopdracht, of een verzoek daartoe, als bedoeld in
artikel 91
van dit boek, zijn het derde en het vierde lid van overeenkomstige toepassing.
Toelichting bewind
Het beschermingsbewind (verder te noemen bewind) geldt ter bescherming van geld en goederen van een persoon en dient daarmee dus ter bescherming van bepaalde vermogensrechtelijke belangen. Voor zogenoemde professionele bewindvoerders zijn extra aanvullende kwaliteitseisen van toepassing. Wettelijk is bepaald wie kunnen verzoeken om een beschermingsmaatregel in te stellen. Dit betreft bijvoorbeeld naaste familieleden, de partner en de instelling waar de persoon in kwestie wordt verzorgd dan wel die aan de persoon begeleiding biedt. De rechter neemt een besluit naar aanleiding van dat verzoek. Bij de benoeming van een vertegenwoordiger vergewist de rechter zich ervan dat deze geschikt is om die taak te vervullen. Hierbij houdt hij rekening van de wens van de betrokkene, uiteraard voor zover betrokkene hier gezien zijn omstandigheden iets van kan vinden. De rechter houdt uiteindelijk ook toezicht op het functioneren van de bewindvoerder.
De rechter stelt op grond van artikel 1:431, eerste lid, BW het bewind in over één of meer van de goederen van de persoon in kwestie. Ook heeft de rechter op grond van artikel 1:433, tweede lid, BW de mogelijkheid om het ingestelde bewind op verzoek of ambtshalve uit te breiden of te beperken. Dit ’light’-bewind is met name geschikt voor personen waarvoor geldt dat hun zelfredzaamheid zodanig is (gegroeid) dat de bewindvoerder de mogelijkheid heeft betrokkene meer zeggenschap over zijn financiën te geven op het moment dat deze tot meer in staat is dan alleen zijn leefgeld te beheren. Een beschermingsbewind kan, zoals volgt uit artikel 1:449, eerste lid, BW, voor zowel bepaalde als onbepaalde tijd worden ingesteld. De explicitering in artikel 1:431, eerste lid, BW leidt ertoe dat schuldenbewind alleen voor bepaalde tijd ingesteld kan worden. Beschermingsbewind in verband met een lichamelijke of geestelijke toestand kan daarentegen zowel voor bepaalde als onbepaalde tijd ingesteld worden (artikel 1:431, eerste lid onderdeel a, BW). De rechter heeft ingevolge artikel 1:449, tweede lid, BW de bevoegdheid een beschermingsbewind te beëindigen als de noodzaak daartoe niet meer bestaat dan wel als voortzetting daarvan niet meer zinvol is gebleken. Dit kan de rechter ambtshalve doen of op verzoek van de bewindvoerder of op verzoek van degene die het recht heeft een verzoek tot onderbewindstelling in te dienen. Alle personen waarvoor een beschermingsbewind van toepassing is, zijn opgenomen in het openbare curatele- en bewindregister.