Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

Na het onderzoek en de rapportage volgt de beslissing op de aanvraag. Bij een beslissing kan een aanvraag buiten behandeling worden gelaten, worden toegekend of worden afgewezen.

Een aanvraag wordt buiten behandeling gelaten als de cliënt niet alle gevraagde gegevens heeft ingeleverd die nodig zijn voor het in behandeling kunnen nemen van de aanvraag. De sociale dienst kan door het ontbreken van gegevens (waardoor de aanvraag niet volledig is) de aanvraag dan niet in behandeling nemen.

Als een cliënt de gevraagde gegevens bij het eerste verzoek niet inlevert, moet de cliënt op grond van de Awb nogmaals in de gelegenheid worden gesteld om de noodzakelijke gegevens binnen een redelijke termijn aan te leveren. De sociale dienst bepaalt de duur van de (redelijke) termijn waarbinnen de gegevens moeten worden ingeleverd (gemeentelijke richtlijnen). Vaak wordt hiervoor een termijn van één week genomen. Mochten er omstandigheden zijn waardoor de gegevens niet binnen deze termijn kunnen worden ingeleverd, dan kan er een langere termijn worden vastgesteld. Het is de verantwoordelijkheid van de aanvrager zelf om verlenging van de termijn te vragen (of om hulp bij het verzamelen van de bewijsstukken) als het hem niet lukt de gevraagde gegevens binnen de gestelde termijn in te leveren.

De beslissing om een aanvraag buiten behandeling te laten, moet worden genomen binnen vier weken nadat de termijn om ontbrekende gegevens aan te leveren is verstreken (art. 4:5 lid 4 Awb). Als de beslissing niet binnen vier weken wordt genomen, moet er inhoudelijk op de aanvraag worden beslist. Ook als het verzoek om aanvulling van ontbrekende gegevens plaatsvindt nadat de beslistermijn is verstreken, kan de aanvraag niet meer buiten behandeling worden gelaten en moet inhoudelijk op de aanvraag worden beslist.

Voorbeeld

Joop (34) vraagt op 1 juni een Pw-uitkering aan. Joop wordt verzocht allerlei gegevens in te leveren voor 8 juni. Joop levert alle gevraagde gegevens in, behalve de bankafschriften. De sociale dienst geeft Joop een aanvultermijn om de bankafschriften alsnog in te leveren (uiterlijk 15 juni). Als Joop hier niet (tijdig) aan voldoet, wordt de aanvraag buiten behandeling gelaten.

Voorbeeld

Zie voorbeeld hiervoor van Joop. Stel de consulent handelt vanwege haar vakantie de aanvraag van 1 juni pas op 20 augustus af (buiten de beslistermijn en ook langer dan vier weken na de aanvultermijn). De aanvraag kan dan vanwege het verstrijken van de termijn niet meer buiten behandeling worden gelaten. Dit betekent dat de consulent inhoudelijk moet beslissen op de aanvraag. De beslissing wordt dan bijvoorbeeld dat de aanvraag wordt afgewezen, omdat door het ontbreken van de bankafschriften het recht op uitkering niet kan worden vastgesteld. De cliënt krijgt dan geen uitkering, maar de cliënt kan in bezwaar alsnog met succes met de bankafschriften komen waardoor de afwijzingsgrond niet in stand kan blijven. De cliënt kan dan eventueel wel een uitkering krijgen vanaf de eerste meldingsdatum (vanaf 1 juni).

Tot voor kort kon de klant het niet-inleveren van de gegevens in bezwaar niet herstellen. Inmiddels echter heeft de CRvB in uitspraken in 2023 aangegeven dat het buiten behandeling laten van een aanvraag een discretionaire bevoegdheid is waardoor het evenredigheidsbeginsel van toepassing is en de gemeente in bezwaar daardoor een belangenafweging zal moeten maken. Als het belang van de aanvrager om alsnog uitkering te krijgen over de periode waarover het bezwaar gaat zwaarder weegt dat het belang van de gemeente om het besluit van buiten behandeling laten van de aanvraag in stand te houden, is de gemeente gehouden alsnog uitkering toe zal kennen over de periode waarop het bezwaar betrekking heeft (als duidelijk is op basis van de nieuwe ingeleverde gegevens dat er recht op bijstand bestond over die periode).

Voorbeeld

Zie voorbeeld hiervoor. Mocht Joop op 27 juni (dus nadat zijn aanvraag buiten behandeling is gelaten) alsnog de gevraagde bankafschriften inleveren, dan zal hij een nieuwe aanvraag in moeten dienen. Deze nieuwe meldingsdatum (27 juni) zal dan ook de ingangsdatum worden van de uitkering. Tot voor kort kon de klant het niet-inleveren in bezwaar niet herstellen, maar inmiddels heeft de CRvB in uitspraken in 2023 de regels hiervoor enigszins verruimd (zie hoofdstuk Rechtsbescherming), waardoor een gemeente op basis van het evenredigheidbeginsel (belangenafweging) in bezwaar mogelijk alsnog uitkering toe zal kennen over de periode waarop het bezwaar betrekking heeft (in dit voorbeeld dus de periode van 1 juni tot 27 juni) als duidelijk is op basis van de nieuwe ingeleverde gegevens dat er recht bestond over de periode waarop het bezwaar betrekking heeft.