Vraag
Wordt loon, verdiend uit arbeid en vakantiegeld uit arbeidsloon opgebouwd voordat men bijstandsgerechtigd was en uitbetaald nadat men weer bijstandsgerechtigd is, afgetrokken van de bijstandsuitkering? Dit betreft een statushouder die 5 maanden gewerkt heeft via een detacheringsbureau met vertraagde loonuitbetaling ongeveer 5 weken nadat werkzaamheden verricht werden. Hij is nu weer werkloos en bijstandsafhankelijk. Maar hij heeft nu dus nog 5 weken loon ontvangen.
Antwoord
Nee, geld dat verdiend is in een periode voorafgaand aan de bijstandsverlening wordt niet gekort als inkomen op een nadien verstrekte bijstandsuitkering. Het telt wel mee als vermogen. Voor zover in de laatste betaling van de werkgever ook een vergoeding is begrepen voor nog niet genoten vakantiedagen, is er mogelijk wel sprake van op de bijstand te korten inkomsten.
Uitleg
Op grond van artikel 19 Participatiewet is het recht op bijstand afhankelijk van de eigen middelen van betrokkene. Middelen zijn inkomen en vermogen. Het inkomen wordt op grond van artikel 32 Participatiewet in aanmerking genomen naar de periode waarop het betrekking heeft. Inkomsten die zien op een periode voorafgaand aan de bijstandsverlening kunnen daarom niet als inkomen in aanmerking worden genomen. Het zijn niettemin wel middelen waarover iemand kan beschikken. Alle middelen die geen inkomen zijn, zijn op grond van artikel 34 Participatiewet vermogen. Wat dat voor betrokkene betekent, hangt af van zijn overige vermogen. Als de nabetaling tezamen met het overige vermogen beneden de vermogensgrens blijft, zijn er geen directe gevolgen voor het recht op bijstand. Als de vermogensgrens wordt overschreden, is er geen recht op bijstand. Betrokkene moet dan eerst interen op zijn vermogen boven de vermogensgrens. (De vermogensgrens bedraagt sinds 1 januari 2019 € 6.120 voor een alleenstaande en € 12.240 voor alleenstaande ouders en gehuwden.)
Maar daarmee is het antwoord nog niet volledig. Want mogelijk is in de betaling van de werkgever ook een vergoeding begrepen voor nog niet genoten vakantiedagen. Betrokkene wordt dan geacht die vakantiedagen en de daarop betrekking hebbende vergoeding in te zetten in de periode direct volgend op het einde van het dienstverband. Voor zover deze ‘vakantiedagen’ dan wel zouden vallen in de periode waarover bijstand wordt verleend, is er wel sprake van inkomen dat gekort moet worden.