Als bij een echtpaar één partner geen recht op bijstand heeft (bijvoorbeeld vanwege het ontbreken van een verblijfsstatus), dan ontvangt de andere partner de kostendelersnorm als er kostendelende medebewoners zijn (art. 22a Pw). Als er geen kostendelende medebewoners zijn ontvangt de rechthebbende 50% van de gehuwdennorm (art. 24 Pw: zie ook hoofdstuk 5 Algemene bijstand). Met de inkomsten van een inwonende niet-rechthebbende partner wordt slechts rekening gehouden voor zover het gezamenlijk inkomen van beide partners meer bedraagt dan de voor hen samen van toepassing zijnde gehuwdennorm. Het meerdere wordt als inkomen gekort op de uitkering van de rechthebbende partner (art. 32 lid 3 Pw).
Voorbeeld
Marcel (50) woont samen met partner Baia (28). Er zijn geen andere personen inwonend. Marcel vraagt een Pw-uitkering aan bij de gemeente Amerongen. Baia is afkomstig uit Ghana en verblijft (nog) niet rechtmatig in Nederland. Ze heeft dan ook nog geen recht op bijstand. Baia brengt voor de plaatselijke middenstand elke dag folders rond en verdient hiermee € 1000 per maand. Marcel heeft geen inkomsten. Marcel krijgt van de gemeente Amerongen op grond van art. 24 Pw 50% van gehuwdennorm toegekend, stel € 850 per maand. Omdat hun gezamenlijk inkomen (€ 850 + € 1000) € 150 per maand meer bedraagt dan de norm gehuwden (€ 1.700), wordt er € 150 per maand in mindering gebracht op de uitkering van Marcel.
Als bij gehuwden de niet-rechthebbende partner niet inwonend is, maar elders woont en men niet duurzaam gescheiden levend is, dan wordt het inkomen van de niet-rechthebbende echtgenoot slechts in aanmerking genomen voor zover het de bijstandsnorm die voor hem geldt te boven gaat (art 32 lid 4 Pw). Dit is niet de 50%-norm maar de norm alleenstaande (zie CRvB 26-04-2022, ECLI:NL:CRVB:2022:946).
Voorbeeld
Marcia (30) woont met haar 2 kinderen in de gemeente Assen. Haar echtgenoot Pietro (32) woont in Sydney. Marcia heeft een Pw-uitkering van de gemeente Assen (50% van de gehuwdennorm vanwege het hebben van een niet-rechthebbende partner). Marcia en Pietro zijn na 10 jaar huwelijk nog steeds gelukkig getrouwd en zijn ook niet van plan uit elkaar te gaan (zijn niet duurzaam gescheiden levend). Pietro werkt in een pizzeria en verdient € 1400 per maand. Ervan uitgaande dat het kostenniveau van Australië gelijk is aan dat van Nederland gaat de gemeente ervan uit dat de bijstandsnorm van Pietro gelijk is aan die van een alleenstaande in Nederland: € 1200 per maand. Dat betekent dat het inkomen van Pietro deze norm met € 200 overstijgt en er in verband daarmee € 200 wordt gekort op de uitkering van Marcia.