Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

In de Pw (art. 4 lid 1 onder b) wordt onder een alleenstaande ouder verstaan: de ongehuwde die:

1°. de volledige zorg heeft voor een of meer tot zijn last komende kinderen; en

2°. geen gezamenlijke huishouding voert met een ander, tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad of een bloedverwant in de tweede graad indien er bij een van de bloedverwanten in de tweede graad sprake is van zorgbehoefte.

Voor de toepassing van het begrip ‘alleenstaande ouder’ zijn de volgende aspecten van belang:

  • er moet sprake zijn van volledige zorg;

  • er moet sprake zijn van een kind. Dit is het in Nederland woonachtige eigen kind, geadopteerde kind of stiefkind. Als het enkel gaat om de beoordeling van verplichtingen op grond van art. 9 en 9a Pw geldt ook een pleegkind als kind (art. 4 lid 1 onder d Pw);

  • er moet sprake zijn van een ten laste komend kind. Hiervan is sprake als het kind jonger is dan achttien jaar en er recht bestaat op kinderbijslag (art. 4 lid 1 onder e Pw).

Als aan één van deze voorwaarden niet wordt voldaan, is er geen sprake van een alleenstaande ouder.

Voorbeeld

  1. Een alleenstaande vrouw heeft de zorg voor een pleegkind van drie jaar. Er is geen sprake van een alleenstaande ouder, omdat het geen eigen kind of stiefkind betreft. In deze situatie kan wel een beroep worden gedaan op art. 9a Pw. (Zie hoofdstuk 10 Werk, re-integratie en participatie.)

  2. Een alleenstaande man heeft een zoon van vijftien jaar die 24 uur per dag en zeven dagen per week wordt opgenomen in een inrichting. Er is geen sprake meer van volledige zorg voor de zoon waardoor er ook geen sprake meer is van een alleenstaande ouder.

  3. Een alleenstaande vrouw heeft een zoon van zeventien jaar. Deze zoon verdient met zijn bijbaantje zoveel, dat de moeder hem voor kost en inwoning laat betalen en anderszins ook geen enkele bijdrage meer levert in de kosten van levensonderhoud. Omdat zij geen enkele bijdrage levert bestaat er geen recht meer op kinderbijslag. Hierdoor is er geen sprake van een ten laste komend kind en wordt niet meer voldaan aan de begripsomschrijving van een alleenstaande ouder.