afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000400-21
datum uitspraak: 21 maart 2023
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 4 februari 2021 in de strafzaak onder parketnummer 13-213202-20 tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1995,
adres: [adres] .
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 7 maart 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1, 3 en 4 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 59 maanden.
De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het hof niet gebracht tot andere overwegingen en beslissingen dan de rechtbank, zodat het hof zich verenigt met het vonnis waarvan beroep en dit zal bevestigen. De stukken die de advocaat-generaal in hoger beroep aan het dossier heeft toegevoegd, hebben het hof niet tot een ander oordeel gebracht.
Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.M. Kengen, mr. S.M. Milani en mr. N.E. Kwak, in tegenwoordigheid van mr. M.S. Jansen, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 21 maart 2023.