Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

ECLI:NL:RBAMS:2025:1908

Wmo 2015. Gesloten buitenwagen. Advies Argonaut gebrekkig. Verweerder moet om een her-advies vragen. Beroep gegrond.

Rechtbank Amsterdam 29 September 2025

Jurisprudentie – Uitspraken

ECLI:NL:RBAMS:2025:1908 text/xml public 2025-09-29T11:46:42 2025-03-25 Raad voor de Rechtspraak nl Rechtbank Amsterdam 2025-03-26 24/6490 Uitspraak Eerste aanleg - enkelvoudig NL Amsterdam Bestuursrecht Rechtspraak.nl http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBAMS:2025:1908 text/html public 2025-09-29T11:46:32 2025-09-29 Raad voor de Rechtspraak nl ECLI:NL:RBAMS:2025:1908 Rechtbank Amsterdam , 26-03-2025 / 24/6490
Wmo 2015. Gesloten buitenwagen. Advies Argonaut gebrekkig. Verweerder moet om een her-advies vragen. Beroep gegrond.

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht

zaaknummer: AMS 24/6490
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 maart 2025 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam , verweerder

(gemachtigde: mr. J.C. Smit).
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een gesloten buitenwagen of een persoonsgebonden budget (pgb) voor een scootmobiel op grond van de Wmo 2015.
1.1.
Verweerder heeft deze aanvraag met het besluit van 10 juni 2024 (het primaire besluit) afgewezen. Met het bestreden besluit van 25 september 2024 (het bestreden besluit) op het bezwaar van eiseres is verweerder bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
1.2.
De rechtbank heeft het beroep op 3 maart 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres en een vriendin die voor haar tolkte in de Spaanse taal.
Totstandkoming van het besluit
2. Eiseres heeft op 8 mei 2024 een gesloten buitenwagen aangevraagd op grond van de Wmo. Met het primaire besluit heeft verweerder de aanvraag afgewezen. Verweerder heeft dit besluit gebaseerd op het advies van Argonaut van 4 juni 2024. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt en aangeboden om recente medische informatie over haar hart- en longklachten te overleggen.

3. Verweerder heeft in bezwaar echter geen aanleiding gezien om Argonaut om een her-advies te vragen. Het bezwaar van eiseres is ongegrond verklaard en het primaire besluit is gehandhaafd. Volgens verweerder is het advies van Argonaut van 4 juni 2024 zorgvuldig tot stand gekomen, de medische informatie is geraadpleegd en de conclusie is begrijpelijk. In het advies is geconcludeerd dat er geen medische noodzaak is voor het verstrekken van een gesloten buitenwagen. Eiseres maakt al gebruik van een scootmobiel voor buitengebruik. Onder verwijzing naar een eerder advies van 25 januari 2024 van Argonaut, waarin is overwogen dat er nog behandelmogelijkheden zijn voor de knieklachten en gewichtsreductie, wordt een herindicatie na twee jaar passend geacht. Verweerder ziet geen reden om van het advies af te wijken. Eiseres voldoet niet aan de voorwaarden voor een gesloten buitenwagen. Volgens verweerder is het AOV in combinatie met een scootmobiel in bruikleen de goedkoopste geschikte oplossing voor eiseres. Verweerder ziet geen reden om de hardheidsclausule toe te passen.
Beoordeling door de rechtbank
4. De rechtbank beoordeelt of verweerder de aanvraag terecht heeft afgewezen. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.

5. De rechtbank zal het beroep gegrond verklaren, omdat niet kan worden vastgesteld dat het bestreden besluit berust op een deugdelijk advies. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

6. Eiseres voert, samengevat, aan dat haar medische situatie met klachten aan hart, longen, benen en voeten, onvoldoende is meegewogen in het besluit. De weersomstandigheden in de herfst en winter vormen daarnaast een extra belemmering in haar mobiliteit. Hoewel in het advies van Argonaut wordt gesteld dat er behandelmogelijkheden zijn voor haar knieklachten en gewichtsreductie, doet dit geen recht aan de blijvende aard van de klachten en haar beperkingen. Eiseres heeft haar stellingen in beroep onderbouwd met medische informatie van:

de traumachirurg en fysiotherapeut van Amsterdam UMC van 11 november 2021;

de fysiotherapeut van Amsterdam UMC van 17 december 2021;

de huisarts van 7 april 2022 (waaronder informatie van de longarts 10 december 2020 en de orthopedisch chirurg van 27 augustus 2021) en

een verwijsbrief naar de diëtist van 28 mei 2024

de huisarts van 28 mei 2024 met informatie uit anamnese en onderzoek (waarin melding wordt gemaakt van longklachten), overzicht episodes en gebruik medicatie.

7. Op grond van vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (de Raad) mag een bestuursorgaan alleen op een medisch advies afgaan als dit advies zorgvuldig tot stand is gekomen, inzichtelijk is en begrijpelijk is gemotiveerd. Voorts dient een advies voldoende aanknopingspunten te bieden om invulling te geven aan de vergewisplicht die op verweerder rust. Het is vervolgens aan de aanvrager om door middel van medische stukken aannemelijk te maken dat het advies niet klopt. Dit betekent dat duidelijk moet zijn op grond van welke vormen van onderzoek en op basis van welke gegevens de adviseur tot zijn bevindingen is gekomen. Op het moment dat hieraan wordt voldaan dan mag verweerder daar in beginsel op vertrouwen bij zijn besluitvorming. Dit is anders wanneer de aanvrager concrete aanknopingspunten voor twijfel aan het advies aandraagt.

8. Het advies voldoet naar het oordeel van de rechtbank niet aan voornoemde voorwaarden. Het advies is niet inzichtelijk en onvoldoende gemotiveerd. Dit betekent dat verweerder het advies niet aan het bestreden besluit ten grondslag had mogen leggen.

9. Uit het advies van 4 juni 2024 volgt onder het kopje “Onderzoeksactiviteiten”, dat een dossieronderzoek heeft plaatsgevonden, het advies van 25 januari 2024 is betrokken en met toestemming van eiseres de eerder aangeleverde medische informatie is geraadpleegd, eiseres op het spreekuur is gezien en de indicatieadviseur geen aanleiding heeft gezien om met een arts van Argonaut te overleggen of om nadere informatie op te vragen. Nergens staat beschreven welke medische informatie in het onderzoek is betrokken.

10. Dit volgt evenmin uit het advies van 25 januari 2024. In dit advies staat slechts dat “kennis is genomen van het advies van 6 januari 2023 betreffende de scootmobiel” en wordt de aangeleverde medische informatie omschreven als: “Diverse medische brief dd. 2021 en 2022 afz. huisarts, fysiotherapeut”. De indicatieadviseur ziet geen aanleiding om te overleggen met een arts van Argonaut of om nadere informatie op te vragen.

11. Eiseres heeft op zitting toegelicht dat zij drie keer op het spreekuur van Argonaut is geweest en dat zij alle medische informatie heeft meegenomen. De rechtbank gaat ervan uit dat zij ook de informatie van de huisarts van 28 mei 2024 heeft overgelegd. Op basis van het advies van 4 juni 2024 kan de rechtbank echter niet vaststellen of Argonaut deze informatie heeft betrokken in zijn onderzoek. Dat verweerder (geen medicus) zich in beroep op het standpunt stelt dat eiseres haar beroep niet met relevante medische gegevens heeft onderbouwd en daaruit niet blijkt dat het advies van Argonaut onjuist of onvolledig zou zijn, maakt het oordeel van de rechtbank niet anders.

12. Vorenstaande klemt te meer omdat een medische overweging ten aanzien van de door eiseres gestelde hart- en longklachten ontbreekt. Evenmin wordt uitgelegd waarom het aanpassen van kleding en afspraken aan de weersomstandigheden in de situatie van eiseres zou volstaan.

12. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verweerder de afwijzing van de aanvraag niet op het advies van 4 juni 2024 mocht baseren omdat het advies om de bovengenoemde redenen gebrekkig is. Verweerder heeft naar het oordeel van de rechtbank in strijd met de op hem rustende vergewisplicht van artikel 3:9 van de Awb gehandeld, het bestreden besluit in strijd met artikel 3:2 van de Awb niet zorgvuldig voorbereid, en in strijd met artikel 7:12, eerste lid, van de Awb ondeugdelijk gemotiveerd.
Conclusie en gevolgen
14. Het beroep is gegrond. Dit betekent dat eiseres gelijk krijgt. De rechtbank vernietigt daarom het bestreden besluit. De rechtbank ziet geen reden om de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand te laten of zelf een beslissing te nemen over de vraag of eiseres in aanmerking komt voor een gesloten buitenwagen of een pgb voor een scootmobiel.

15. De rechtbank bepaalt met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, van de Awb dat verweerder een nieuw besluit moet nemen met inachtneming van deze uitspraak. Verweerder zal Argonaut om een her-advies moeten vragen. De rechtbank geeft verweerder hiervoor zes weken.

16. Omdat het beroep gegrond is moet verweerder het griffierecht aan eiseres vergoeden. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank:

verklaart het beroep gegrond;

vernietigt het bestreden besluit van 25 september 2024;

draagt het college op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;

bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 51,- aan eiseres moet vergoeden.

Deze uitspraak is gedaan door mr. L.H. Waller, rechter, in aanwezigheid van

mr. S.E. Berghout, griffier.

Uitgesproken in het openbaar op 26 maart 2025.

griffier

rechter

Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.

Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.

Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Wmo 2015: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

AOV: Aanvullend openbaar vervoer.

Uitspraak van de Raad van 22 mei 2024, ECLI:NL:CRVB:2024:1124.

Zie in dit verband bijvoorbeeld de uitspraak van de Raad van 11 januari 2024, ECLI:NL:CRVB:2024:77.

Awb: Algemene wet bestuursrecht.

Artikel delen