Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

ECLI:NL:RBLIM:2020:5829

Toewijzing vordering in hoofdzaak. Beroep op risicoverdelingsbepaling in overeenkomst niet onaanvaardbaar naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid. Vordering in de vrijwaring bij verstek toegewezen.

Rechtbank Limburg 17 July 2025

Jurisprudentie – Uitspraken

ECLI:NL:RBLIM:2020:5829 text/xml public 2025-07-17T16:51:56 2020-08-06 Raad voor de Rechtspraak nl Rechtbank Limburg 2020-08-06 8384620 CV 19-7865 en 8384765 CV 20-1129 Uitspraak Eerste aanleg - enkelvoudig NL Maastricht Civiel recht Rechtspraak.nl http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBLIM:2020:5829 text/html public 2025-07-17T16:51:23 2025-07-17 Raad voor de Rechtspraak nl ECLI:NL:RBLIM:2020:5829 Rechtbank Limburg , 06-08-2020 / 8384620 CV 19-7865 en 8384765 CV 20-1129
Toewijzing vordering in hoofdzaak. Beroep op risicoverdelingsbepaling in overeenkomst niet onaanvaardbaar naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid. Vordering in de vrijwaring bij verstek toegewezen.
RECHTBANK LIMBURG
Burgerlijk recht

Zittingsplaats Maastricht

Zaaknummers: 8184620 CV EXPL 19-7865 en 8384765 CV EXPL 20-1129

Vonnis van de kantonrechter van 5 augustus 2020

in de hoofdzaak 8184620 CV EXPL 19-7865 van:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

ICEPAY B.V.,

gevestigd en kantoor houdend te Amsterdam,

eisende partij,

gemachtigde Landelijke Associatie van Gerechtsdeurwaarders B.V. (LAVG),

tegen
1 [gedaagde 1] ,
gevestigd en kantoor houdend te [vestigingsplaats] ,

en haar vennoten:

2. [gedaagde 2 ],

3. [gedaagde 3 ],

beiden wonend te [woonplaats 1] ,

gedaagden,

gemachtigde mr. M. Verstegen,

en in de vrijwaringszaak 8384765 CV EXPL 20-1129 van:
1 [eisende partij 1] ,
gevestigd en kantoor houdend te [vestigingsplaats] ,

en haar vennoten:

2. [eisende partij 2],

3. [eisende partij 3],

beiden wonend te [woonplaats 1] ,

eisende partij,

gemachtigde mr. M. Verstegen,

tegen

[gedaagde partij ] ,

wonend te [woonplaats 2] ,

gedaagde partij,

niet verschenen.

Partijen in de hoofdzaak worden Icepay en [gedaagde 2 ] genoemd.

In de vrijwaringszaak worden partijen [eisende partij 2] en [gedaagde partij ] genoemd.
1. De procedure
Het verloop van de procedure:

a. in de hoofdzaak
1.1.
blijkt uit:

het vonnis in het incident van 19 februari 2020

de conclusie van antwoord met 7 producties

de conclusie van repliek

de conclusie van dupliek.

in de vrijwaring
1.2.
blijkt uit:

het exploot van dagvaarding van 9 maart 2020 met bijlage 1 bevattende tien producties;

het tegen [gedaagde partij ] verleende verstek.

in beide zaken:
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2De feiten
in de hoofdzaak en in de vrijwaring
2.1.
Icepay is een onderneming die met haar payment-engine diensten levert ten behoeve van het verwerken van online betalingen van klanten (eindgebruikers).
2.2.
[gedaagde 2 ] exploiteert een webshop onder de naam [naam webshop] .
2.3.
Op 22 juni 2010 hebben partijen een overeenkomst gesloten (hierna: de overeenkomst) op grond waarvan Icepay met haar payment-engine de online betalingen voor [gedaagde 2 ] verwerkt (productie 1 dagvaarding).
2.4.
In de overeenkomst zijn - voor zover van belang - de volgende bepalingen opgenomen:

“(…) in aanmerking nemende dat

(…)

- Partij 1 (noot kantonrechter: [gedaagde 2 ] ) verantwoordelijk is voor de betalingen van Eindgebruikers en in dezen het risico draagt inzake chargeback’s, storneringen, et cetera door Eindgebruikers en het risico draagt bij (vermoeden van) fraude e.d.

- Partij 2 (noot kantonrechter: Icepay) in deze eenzijdig gerechtigd is alle benodigde maatregelen te nemen om zijn schade en de schade van Stichting Escrow Ice Pay te minimaliseren, zoals het recht tot het tijdelijk blokkeren van uitbetalingen aan partij 1, en het volledige recht tot het automatisch incasseren van tegoeden bij Partij 1 inzake chargeback’s, storneringen, et cetera door Eindgebruikers en bij (vermoeden) van fraude

(…)”
2.5.
De heer [gedaagde partij ] (hierna: [gedaagde partij ] ) heeft via de website van [eisende partij 2] op 29 mei 2016 een aantal bestellingen geplaatst (productie 1 bij antwoord). De bestellingen ter waarde van € 2.616,27 heeft [gedaagde partij ] via een automatische incasso van het Icepay-systeem betaald.
2.6.
[gedaagde partij ] heeft op 8 juni 2016 per e-mail aan [eisende partij 2] aangegeven de order te willen annuleren (productie 2 bij antwoord).
2.7.
Op 8 juni 2016 wisselden Icepay en [gedaagde 2 ] , voor zover relevant, de volgende berichten met elkaar uit in het Icepay-account van [gedaagde 2 ] (productie 2 dagvaarding):

“(…)

Date/Time 8-6-2016 13:37

Date/Time Cosed 9-6-2016 8:59

(…)

Description Information:

Subject 2 betalingen automatische incasso.

Description Goedemiddag,

In jullie systeem zien wij dat er 2 betalingen zijn binnengekomen.

Zie de bijlages.

We hebben al vaker charge backs gehad, dus twijfelen we of deze wel acoord zijn.

Kunt u ons dit schriftelijk bevestigen dat deze betalingen daadwerkelijk betaald zijn?

We horen graag van u.

--

With kind regards / met vriendelijke groet / mit freundlichen Gruß / med vänlig hälsning / C наилучшие пожелания

[naam webshop]

[naam vennoten]

[adres 1 webshop ]

[adres 2 webshop ]

[telefoonnummer 1] / Mobile: [telefoonnummer 2]

(…)

Case

Comments

(…)

Created By: [naam 1] (8-6-2016 17:50)

Geachte heer [gedaagde 2 ] ,

Bedankt voor uw bericht.

Een refund dient u uit te voeren vanuit uw transactieoverzicht in uw ICEPAY account.

Zodra u de betaling die u zou willen refunden heeft teruggevonden, klikt u op de betaling.

Door vervolgens op het tabblad “Refund” te klikken, het bedrag in te voeren en op “Aanvragen” te klikken start u de aanvraag.

Als de status vervolgens in “Refunded” komt te staan is de refund succesvol verwerkt.

Zodra de refund verwerkt is komt hij als “Refund” in uw transactieoverzicht te staan.

Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

Mocht u nog vragen hebben dan horen wij dat graag van u.

Met vriendelijke groet,

ICEPAY Customer Care Department.

Created By: [naam 1] (8-6-2016 17:39)

Klant graag per e-mail op de hoogte stellen [e-mailadres]

Created By: [gedaagde 2 ] (8-6-2016 15:51)

Wij hebben telefonisch contact gehad met deze klant en hem aangeboden de producten persoonlijk langs te brengen. Onze indruk is er echter niet beter van geworden, lijkt verward. Hij heeft aangegeven de order te willen annuleren, wat ons betreft is dat akkoord, kunt u dat svp op deze wijze verwerken?

Created By: [naam 2] (8-6-2016 15:30)

Beste,

Beide betalingen zijn inderdaad bij ons binnengekomen. Het is echter inherent aan incasso’s dat er tot 56 dagen nog gestorneerd kan worden.

Met vriendelijke groet,

ICEPAY Support Team”
2.8.
Op 8 juni 2016 zond Icepay tevens het volgende bericht aan [gedaagde 2 ] en aan [gedaagde partij ] (productie 3 bij antwoord):

“Geachte heer [gedaagde 2 ] ,

Wij hebben u telefonisch proberen te bereiken, helaas was u niet beschikbaar.

Wij willen u erop attenderen dat wij telefonisch contact hebben gehad met een consument van u betreft een terugstorting.

De consument, de heer [gedaagde partij ] heeft meerdere malen contact met u gezocht en geen reactie ontvangen.

Zou u zo vriendelijk willen zijn om contact op te nemen met de consument en de refund uit te voeren via het ICEPAY account.

(…)”
2.9.
Icepay heeft het aankoopbedrag aan [gedaagde partij ] teruggestort. [gedaagde partij ] heeft daarnaast de betaling zelf ook gestorneerd.
2.10.
[eisende partij 2] heeft [gedaagde partij ] tweemaal per aangetekend schrijven van 26 september 2017 en 16 oktober 2017 gesommeerd om het bedrag van € 2.616,27 terug te betalen. [gedaagde partij ] heeft gereageerd noch betaald.
3Het geschil
in de hoofdzaak
3.1.
Icepay vordert dat de kantonrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad gedaagden hoofdelijk veroordeelt om aan Icepay te betalen € 3.903,22, alsmede de wettelijke handelsrente over het openstaande bedrag vanaf 16 oktober 2019 tot aan de dag van volledige voldoening en de proceskosten.
3.2.
Icepay legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde 2 ] op grond van de tussen partijen gesloten overeenkomst eindverantwoordelijke is voor de betalingen van de eindgebruikers en dat [gedaagde 2 ] derhalve het risico draagt van storneringen. Icepay heeft op grond van de overeenkomst tevens het recht om in geval van storneringen het bedrag te verhalen op [gedaagde 2 ] .
3.3.
[gedaagde 2 ] voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen zal hierna - voor zover van belang - nader worden ingegaan.

in de vrijwaring
3.5.
[eisende partij 2] vordert om zo mogelijk gelijktijdig met het te wijzen vonnis in de hoofdzaak [gedaagde partij ] te veroordelen om aan Icepay te betalen datgene waartoe [eisende partij 2] in de hoofdzaak jegens Icepay mocht worden veroordeeld met inbegrip van de proceskostenveroordeling. Verder vordert [eisende partij 2] om [gedaagde partij ] te veroordelen in de proceskosten in de vrijwaring.
4De beoordeling
in de hoofdzaak
4.1.
Tussen partijen is in geschil wie het risico van de stornering door [gedaagde partij ] dient te dragen. Hieromtrent bevat de overeenkomst een regeling, en wel de hiervoor in rov. 2.4 weergegeven bepaling. Daarmee voorziet de overeenkomst uitdrukkelijk in een risicoverdeling ter zake storneringen door eindgebruikers en in een risicoverdeling bij (vermoeden van) fraude. Dit risico is neergelegd bij [gedaagde 2 ] . [gedaagde 2 ] heeft dit als zodanig ook niet betwist, maar zij stelt (zo begrijpt de kantonrechter) dat mede door het handelen van Icepay deze situatie is ontstaan en het dientengevolge niet redelijk is de gevolgen volledig op [gedaagde 2 ] af te wentelen. Aldus is [gedaagde 2 ] kennelijk van mening dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat Icepay een beroep doet op de risicoverdelingsbepaling.

Niet, althans onvoldoende, is gebleken van omstandigheden die maken dat het beroep van Icepay naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. De producties waarnaar [gedaagde 2 ] verwijst, kunnen haar stellingen wat dit betreft niet dragen. Uit producties 4 en 5 bij antwoord, maar ook uit productie 2 bij dagvaarding, blijkt enkel dat [gedaagde 2 ] aan Icepay heeft verzocht de terugbetaling aan [gedaagde partij ] te bewerkstelligen, waarop Icepay heeft aangegeven dat [gedaagde 2 ] daarvoor een verzoek tot een refund diende te doen via het Icepay-account. De enkele omstandigheid dat - indien al juist - [gedaagde 2 ] de hulp van Icepay inriep hoe het beste te handelen en Icepay daarop zou hebben aangegeven dat [gedaagde 2 ] een verzoek tot een refund kon doen in het account, maakt niet dat daarmee het risico van de stornering op Icepay is overgegaan.

Evenmin is gebleken dat [gedaagde 2 ] een medewerker van Icepay heeft gewaarschuwd voor mogelijke fraude (namelijk dat, zo begrijpt de kantonrechter, het [gedaagde partij ] te doen was om een dubbele terugbetaling) en heeft aangesproken op de risico’s van een extra storno en dat Icepay - naar de kantonrechter de stellingen van [gedaagde 2 ] begrijpt - met die wetenschap willens en wetens het advies aan [gedaagde 2 ] heeft gegeven via het Icepay-systeem een refund te laten uitvoeren. [gedaagde 2 ] stelt dat ook zij niet kon weten dat [gedaagde partij ] zijn betaling aan Icepay zou storneren. Echter, gelet op het feit dat partijen vooraf in de overeenkomst in deze situatie hebben voorzien, had [gedaagde 2 ] daar wel op bedacht dienen te zijn en had zij het verzoek om een refund pas dienen te plaatsen na verloop van de termijn die de bank aan een klant gunt om een stornering uit te (laten) voeren. Dat [gedaagde partij ] derhalve zijn betaling heeft laten storneren én, daarnaast, het betaalde bedrag retour heeft ontvangen als gevolg van de refund, dient dan ook krachtens de bepalingen in de overeenkomst voor risico van [gedaagde 2 ] te komen.
4.2.
Het voorgaande betekent dat de vordering van Icepay tot betaling van de hoofdsom van € 2.869,33 zal worden toegewezen.
4.3.
De gevorderde wettelijke handelsrente en vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen als gevorderd nu de hoofdsom wordt toegewezen en [gedaagde 2 ] geen specifiek tegen deze nevenvorderingen gericht verweer heeft gevoerd.
4.4.
[gedaagde 2 ] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld tot betaling van de kosten van deze procedure in de hoofdzaak. De kosten aan de zijde van Icepay worden begroot op:

explootkosten € 104,54

griffierecht € 486,00

salaris gemachtigde € 480,00 (2 punten x tarief € 240,00)

Totaal € 1.070,54.

in de vrijwaring
4.5.
De vordering komt de kantonrechter onrechtmatig noch ongegrond voor, zodat deze behoort te worden toegewezen.
4.6.
[gedaagde partij ] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld tot betaling van de kosten van deze procedure in de vrijwaring. De kosten aan de zijde van [eisende partij 2] worden begroot op:

explootkosten € 93,12

griffierecht € 499,00

salaris gemachtigde € 300,00 (1 punt x € 300,00)

Totaal € 892,00.

De gevorderde rente over de proceskosten zal worden toegewezen als hierna in het dictum bepaald.
5De beslissing
De kantonrechter

in de hoofdzaak 8184620 CV EXPL 19-7865
5.1.
veroordeelt [gedaagde 1] en haar vennoten [gedaagde 2 ] en [gedaagde 3 ] hoofdelijk om aan Icepay te betalen € 3.903,22, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 2.869,33 vanaf 16 oktober 2019 tot aan de dag van algehele voldoening,
5.2.
veroordeelt [gedaagde 1] en haar vennoten [gedaagde 2 ] en [gedaagde 3 ] hoofdelijk tot betaling van de proceskosten van Icepay, die tot de uitspraak van dit vonnis worden begroot op € 1.070,54,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,

in de vrijwaring 8384765 CV EXPL 20-1129
5.4.
veroordeelt [gedaagde partij ] om aan Icepay te betalen € 3.903,22, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 2.869,33 vanaf 16 oktober 2019 tot aan de dag van algehele voldoening,
5.5.
veroordeelt [gedaagde partij ] om aan Icepay te betalen € 1.070,54,
5.6.
veroordeelt [gedaagde partij ] in de kosten van de vrijwaring, aan de zijde van [eisende partij 1] en haar vennoten [eisende partij 2] en [eisende partij 3] begroot op € 892,00, bij gebreke van betaling binnen veertien dagen na de betekening van dit vonnis te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na die betekening tot de dag van volledige betaling,
5.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Sijmonsma en is in het openbaar uitgesproken op 5 augustus 2020.

RJ

Artikel delen