RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/2854
en
(gemachtigde: M. Zijade).
Als derde-partij neemt aan de zaak deel: Basecamp Productions B.V. uit Amsterdam,
(gemachtigden: T. Verheul en M. Ploegmakers).
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker tegen de op 3 juli 2023 aan de derde-partij onder voorschriften verleende éénmalige uitzondering voor het maken van filmopnamen op 6 en 7 juli op de [adres] in [plaats].
Verzoeker heeft hiertegen op 5 juli 2023 in de loop van de middag bij de rechtbank een verzoek om voorlopige voorziening en een bezwaarschift ingediend.
Aan verzoeker is op 5 juli 2023 aan het einde van de middag telefonisch medegedeeld dat de voorzieningenrechter geen aanleiding zag om een ordemaatregel te treffen.
Vandaag zijn de filmopnamen om 07:30 uur begonnen. Gelet op het spoedeisende karakter van deze zaak heeft de voorzieningenrechter verweerder en de derde-partij de mogelijkheid geboden om uiterlijk om 12:00 uur schriftelijk te reageren op het verzoek. Derde-partij heeft geen reactie gegeven. Verweerder heeft niet binnen de gestelde termijn gereageerd, maar pas om 14:15 uur.
Beoordeling door de voorzieningenrechter
5. Omdat de onverwijlde spoed dat vereist en partijen daardoor niet in hun belangen worden geschaad, doet de voorzieningenrechter uitspraak zonder zitting. Artikel 8:83, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.
6. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
7. Als tegen een besluit bezwaar is gemaakt, kan de voorzieningenrechter een voorlopige voorziening treffen. Dit mag alleen als onverwijlde spoed, gelet op alle betrokken belangen, dat vereist. De voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, mag die voorziening dan treffen.
Spoedeisend belang
8. De voorzieningenrechter stelt vast dat het filmen door derde-partij reeds is begonnen en dat alleen morgen nog verder zal worden gefilmd. Gelet hierop is er naar het oordeel van de voorzieningenrechter voldoende spoedeisend belang bij het treffen van de gevraagde voorlopige voorziening.
Belangenafweging
9. Gelet op de enorme spoed die met deze zaak gemoeid is en het feit dat de rechtbank – ondanks een verzoek daartoe – niet beschikt over het gehele procesdossier, beoordeelt de voorzieningenrechter nu alleen of er gelet op de wederzijdse belangen van partijen aanleiding is om een voorlopige voorziening te treffen.
10. Verzoeker voert aan dat hij wil dat de filmactiviteiten stil worden gelegd omdat hij verwacht dat hij in en om zijn woning overlast ervan zal ervaren. Uit het verleden is volgens verzoeker gebleken dat de aanwezigheid van filmploegen parkeerproblematiek, licht- en geluidsoverlast en milieuvervuiling met zich meebrengt. Daartegenover staat het belang van derde-partij om verder te kunnen gaan met het filmen zoals reeds is gepland en ondertussen al bezig is.
11. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de belangen van verzoeker niet dermate zwaarwegend zijn dat er een voorziening moet worden getroffen.
12. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Dat betekent dat derde-partij door mag gaan met filmen volgens de gemaakte afspraken.
Beslissing
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.A.M. Elzakkers, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. B.L. Kosterman-Meijer, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 6 juli 2023.
griffier |
voorzieningenrechter |
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op: