Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

ECLI:NL:RBNHO:2023:6445

11 July 2023

Jurisprudentie – Uitspraken

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, zittingsplaats Haarlemmermeer

Meervoudige strafkamer

Parketnummer: 15/035358-22 (P)

Uitspraakdatum: 26 juni 2023
Tegenspraak

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 12 juni 2023 in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 2002 te [geboorteplaats] ,

ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:

[adres] .

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie,

mr. S.P. Visser, en van hetgeen de verdachte en zijn raadsman, mr. M.S. Rozenbeek, advocaat te Haarlem, naar voren hebben gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:

hij op of omstreeks 25 december 2021 te IJmuiden, gemeente Velsen, op of aan een woning gelegen aan de [adres] tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht door zwaar vuurwerk, te weten een zogenaamde Cobra 6 (Di Elio Blasio), in elk geval een stof bevattende explosief materiaal, bij en/of in de brievenbus van die woning aan te steken, althans tot ontploffing te brengen, en daarvan gemeen gevaar voor goederen die zich in die woning bevonden en/of voor goederen in belendende woningen en/of voor goederen die zich in die straat bevonden, in elk geval gemeen gevaar voor goederen te duchten was.

Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

Standpunten van partijen

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van het ten laste gelegde feit.

Standpunt van de verdediging

De raadsman heeft eveneens vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde feit.

3.3 Vrijspraak
De rechtbank is van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen de verdachte is ten laste gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.
De rechtbank overweegt daartoe als volgt.

Uit de stukken van het dossier en het verhandelde op de zitting is gebleken dat de verdachte samen met de twee medeverdachten aanwezig is geweest bij de woning aan [adres] toen daar op 25 december 2021 zwaar vuurwerk tot ontploffing is gebracht. Niet is gebleken dat de verdachte ter plaatse enige actieve handeling heeft verricht gericht op het teweegbrengen van een ontploffing. Het dossier bevat evenmin voldoende aanknopingspunten om vast te stellen dat de verdachte in de fase voorafgaand aan de ontploffing daar actief bij betrokken is geweest. De rechtbank komt tot de conclusie dat de bijdrage van de verdachte – zijn aanwezigheid ter plaatse ten tijde van de ontploffing – van onvoldoende gewicht is om van een nauwe en bewuste samenwerking te kunnen spreken. Dit leidt ertoe dat de verdachte moet worden vrijgesproken van het ten laste gelegde feit.

Vordering benadeelde partij

De [benadeelde partij] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 1.963,77 ingediend tegen de verdachte wegens materiële schade die hij als gevolg van het ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.


De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering, nu de verdachte van het ten laste gelegde feit zal worden vrijgesproken. De benadeelde partij kan de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen proceskosten dragen.

Beslissing

De rechtbank:

Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.

Verklaart de [benadeelde partij] niet-ontvankelijk in de vordering.

Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen proceskosten dragen.

Heft op het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.

Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum

Dit vonnis is gewezen door

mr. J.J. Roos, voorzitter,

mrs. D.J. Straathof en S. Ok, rechters,

in tegenwoordigheid van de griffier mr. L.S. Rietdijk,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 26 juni 2023.

Artikel delen