ECLI:NL:RBNNE:2025:473
text/xml
public
2025-02-11T15:00:44
2025-02-11
Raad voor de Rechtspraak
nl
Rechtbank Noord-Nederland
2025-02-10
150349_E10022025
Uitspraak
Kort geding
NL
Assen
Civiel recht
Rechtspraak.nl
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBNNE:2025:473
text/html
public
2025-02-11T14:42:16
2025-02-11
Raad voor de Rechtspraak
nl
ECLI:NL:RBNNE:2025:473 Rechtbank Noord-Nederland , 10-02-2025 / 150349_E10022025
Aanbestedingszaak. Inschrijving op juiste gronden uitgesloten van verdere deelname aan de aanbesteding omdat niet voldaan is aan in Leidraad genoemde vereiste van anonimiteit. Inschrijving was herleidbaar naar de inschrijving.
RECHTBANK Noord-Nederland
Civiel recht
Zittingsplaats Assen
Zaaknummer: C/19/150349 / KG ZA 25-1
Vonnis in kort geding van 10 februari 2025
in de zaak van
STICHTING VLUCHTELINGENWERK NEDERLAND,
te Amsterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: VluchtelingenWerk,
advocaat: mr. A.C.M. Kusters,
tegen
GEMEENTE MIDDEN-DRENTHE,
te Beilen,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Gemeente,
advocaat: mr. C.S.G. de Lange.
1De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 3 januari 2025;
- de akte overlegging producties van VluchtelingenWerk van 20 januari 2025;
- de akte overlegging productie van de Gemeente van 22 januari 2025;- de mondelinge behandeling van 27 januari 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;- de pleitnota van VluchtelingenWerk;- de pleitnota van Gemeente.
2De feiten
2.1.
VluchtelingenWerk houdt zich onder meer bezig met maatschappelijke begeleiding van statushouders voor gemeenten. Deze werkzaamheden worden op basis van een subsidierelatie uitgevoerd ofwel in opdracht van een gemeente.
2.2.
VluchtenlingenWerk voert thans op basis van een subsidierelatie werkzaamheden uit ten aanzien van de maatschappelijke begeleiding van statushouders in de Gemeente.
2.3.
De Gemeente heeft op 29 oktober 2024 een Europese aanbestedingsprocedure aangekondigd, getiteld 'Maatschappelijke begeleiding aan statushouders'.
2.4.
In bij deze aanbestedingsprocedure behorende aanbestedingsleidraad is in paragraaf 2.3. “Beschrijving en doel van de aanbesteding” ten aanzien van de opdracht onder meer vermeld:
“(…)
Opdrachtomschrijving
:
(…)
Maatschappelijke begeleiding van statushouders zorgt ervoor dat statushouders op meerdere leefgebieden zelfredzaam worden. Onder zelfredzaamheid verstaan wij iemand die in staat is om weloverwogen keuzes te maken ten aanzien van zijn/haar leven, op zowel korte als lange termijn en weet wanneer, waar en bij wie hij/zij voor ondersteuning terecht kan.
Hieronder valt onder andere de financiële zelfredzaamheid. Dit houdt in beginsel in het ondersteunen en invullen van aanvragen bijstand, huur- zorgtoeslag, kinderopvangtoeslag etc.
(…)
Daarnaast is het de wens van de Opdrachtgever dat de gecontracteerde partij naast de maatschappelijke begeleiding voor statushouders ook de cursus ‘Omgaan met Geld (OMG) en het Participatieverklaringstraject (PVT)’ aanbiedt. (…)
Het beoogde resultaat van maatschappelijke begeleiding is dat statushouders zelfredzaam worden en
volwaardig kunnen deelnemen aan de Nederlandse samenleving. (…) ”.
2.5.
In hoofdstuk 6 “Gunning” van de Aanbestedingsleidraad is verwoord dat de ingediende inschrijvingen zullen worden getoetst op de in hoofdstuk 4 van de Aanbestedingsleidraad genoemde uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen en aan het in hoofdstuk 5 genoemde Programma van Eisen. In het geval de inschrijver niet voldoet aan één of meerdere minimumeisen, zal dit tot uitsluiting van verdere deelname aan de aanbesteding leiden.
2.6.
In paragraaf 6.2.2 “Gunningscriterium kwaliteit” van de Aanbestedingsleidraad zijn een tweetal gunningscriteria genoemd, namelijk K1. Casus en K2. Plan van Aanpak.
Met betrekking tot K1. Casus is in de leidraad opgenomen dat:
“De inschrijver dient bij zijn inschrijving een
geanonimiseerde uitwerking
van onderstaande casus
in te dienen, wat betekent dat deze niet herleidbaar is naar de inschrijver.
(…)
De uitgewerkte casus bestaat uit maximaal twee (2) A4. De uitwerking van uw casus scoort beter als u deze zo concreet mogelijk formuleert.
2.7.
Ten aanzien van het tweede gunningscriterium is in de leidraad het volgende opgenomen:
K2. Plan van Aanpak
De inschrijver dient bij zijn inschrijving een
geanonimiseerd
Plan Van Aanpak in te dienen, wat betekent dat deze niet herleidbaar is naar de inschrijver. Het is dus niet toegestaan uw organisatienaam te noemen, logo's of huisstijl te gebruiken of hier naar te verwijzen. Indien de huidige aanbieder deelneemt mag ook niet verwezen worden in termen als ‘zo regelen wij het nu ook in de gemeente’. In het Plan van Aanpak dient beschreven te worden hoe uw organisatie zich onderscheidt bij uitvoeren van de dienstverlening omtrent Maatschappelijke begeleiding aan statushouders. Daarbij besteedt u in ieder geval aandacht aan de volgende punten:
• Implementatieperiode: hoe zorgt uw organisatie voor een goede start van de opdracht?
• Communicatie richting aanbestedende dienst.
• Hoe ziet de eerste week voor een statushouder er uit?
• Hoe vult uw organisatie het spreekuur in?
• Hoe ziet de samenwerking met ketenpartners er uit?
Het ingediende Plan van Aanpak bestaat uit maximaal twee (2) A4. De uitwerking van uw Plan van Aanpak scoort beter als u deze zo concreet mogelijk formuleert.
2.8.
In de Nota van Inlichtingen Maatschappelijke Begeleiding van Statushouders van
14 november 2024 zijn door de aanbestedende dienst nadere vragen van de inschrijvers beantwoord. Door VluchtelingenWerk zijn geen vragen gesteld met betrekking tot het waarborgen van de anonimiteit van de inschrijvingen.
2.9.
VluchtelingenWerk heeft op 6 december 2024 tijdig een inschrijving ingediend, vergezeld van een Plan van Aanpak en een beantwoording van de Casus.
In het Plan van Aanpak heeft VluchtelingenWerk onder het kopje “Samenwerking met onze ketenpartners en ons netwerk” onder meer voor zover hier van belang aangegeven:
“(…) Onze belangrijkste keten- en samenwerkingspartners zijn: taalaanbieders IVIO en ITOMtaal, voogdij- en opvangorganisatie Nidos, COA, Elker, woningcorporatie Actium, Woonservice Drenthe, Centrum Jeugd en Gezin, Welzijnswerk Midden Drenthe, Jeugdfonds Sport & Cultuur, Stichting babyspullen, kinderopvangorganisaties, basisscholen en de taalklas, energiecoaches van de gemeente en van Woonservice, GGD, de Voedselbank, de Kledingbank, Humanitas en IDP Kerken. Ook zijn we betrokken bij lokale initiatieven van bijvoorbeeld Vrienden van de Stefanuskerk en (…)”.
(…)
Onder het kopje “Sociale activering” in het Plan van Aanpak is vervolgens onder meer aangegeven:
We verwijzen cliënten actief door naar bestaande initiatieven en stimuleren contact met de buurt om hun integratie en participatie te bevorderen. Een aantal voorbeelden:
Om de taalvaardigheid van statushouders te bevorderen ontwikkelden we met lokale partners de Wegwijzer: Onderwijs in basisvaardigheden. Dit is een uitgebreid overzicht van alle lokale (praktische en sociale) activiteiten die zijn gericht op taal.
2.10.
De Gemeente heeft VluchtelingenWerk bij brief van 17 december 2024 bericht dat zij wordt uitgesloten van verdere deelname aan de aanbesteding, omdat zij zich niet zou hebben gehouden aan de eis voor het geanonimiseerd indienen van de inschrijving. In dit verband is aangeven dat bij het lezen van het ingediende plan van aanpak het voor de beoordelaars direct duidelijk zijn geweest dat de inschrijving van VluchtelingenWerk afkomstig is, hetgeen nadrukkelijk niet de bedoeling was. In dit verband is gewezen op paragraaf 6.2.2. Gunningscriterium. In het schrijven is ook aangegeven dat in het geval de inschrijver het niet eens is met de uitsluiting binnen de termijn van 20 kalenderdagen na dagtekening van de brief een kort geding aangespannen dient te worden. Wanneer na het verstrijken van de bezwaartermijn geen procedure in kort geding aanhangig is gemaakt tegen de uitsluiting zal de Gemeente overgaan tot de definitieve gunning.
3Het geschil
3.1.
VluchtelingenWerk vordert dat de voorzieningenrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair
a. de Gemeente zal gebieden om binnen 48 uur na het in dezen te wijzen vonnis, althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, de beslissing tot uitsluiting van VluchtelingenWerk d.d. 17 december 2024 in te trekken en ingetrokken te houden;
de Gemeente zal gebieden om, indien de Gemeente daartoe reeds is overgegaan, binnen 48 uur na het in dezen te wijzen vonnis, althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, alle voorlopige gunningbeslissingen in het kader van de onderhavige aanbestedingsprocedure in te trekken en ingetrokken te houden;
de Gemeente zal gebieden om alle tijdig ontvangen volledige inschrijvingen opnieuw te beoordelen door een volledig nieuwe beoordelingscommissie, met inachtneming van de in de Aanbestedingsleidraad beschreven beoordelingssystematiek en met inachtneming van het in dezen te wijzen vonnis;
de Gemeente zal gebieden om de nieuwe beoordeling neer te leggen in nieuwe voorlopige gunningbeslissingen, die aan de betrokken inschrijvers te doen toekomen en waartegen opnieuw rechtsbescherming mogelijk is in de vorm van het aanhangig maken van een procedure in kort geding binnen een termijn van twintig kalenderdagen na verzending van deze voorlopige gunningbeslissingen;
Subsidiair
a. de Gemeente zal gebieden om binnen 48 uur na het in dezen te wijzen vonnis, althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, de beslissing tot uitsluiting van VluchtelingenWerk d.d. 17 december 2024 in te trekken en ingetrokken te houden;
de Gemeente zal gebieden om, indien de Gemeente daartoe reeds is overgegaan, binnen 48 uur na het in dezen te wijzen vonnis, althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, alle voorlopige gunningbeslissingen in het kader van de onderhavige aanbestedingsprocedure in te trekken en ingetrokken te houden;
de Gemeente zal gebieden om binnen 48 uur na het in dezen te wijzen vonnis, althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, de onderhavige aanbestedingsprocedure in te trekken en ingetrokken te houden;
de Gemeente zal gebieden om, indien en voor zover zij de onderhavige opdracht nog wenst te vergeven, over te gaan tot heraanbesteding;
Primair en subsidiair:
a. de Gemeente zal veroordelen in de kosten van deze procedure, waaronder een vergoeding voor de nakosten, in geval van betekening van het vonnis te vermeerderen met de kosten daarvan, met bepaling dat wanneer deze kosten niet binnen zeven dagen na dagtekening van het in dezen te wijzen vonnis zijn voldaan, daarover vanaf de achtste dag na dagtekening wettelijke rente verschuldigd is.
3.2.
Ter onderbouwing heeft VluchtelingenWerk gesteld dat haar inschrijving door de Gemeente ten onrechte is uitgesloten.
VluchtelingenWerk stelt dat zij bij schrijven van Plan van Aanpak heeft gezocht naar enerzijds een zo concreet mogelijke beantwoording en bespreking van alle gevraagde onderdelen en anderzijds geprobeerd heeft te voldoen aan het vereiste van een geanonimiseerde (niet-herleidbare) inschrijving. In dit verband is erop gewezen dat, gezien de Aanbestedingsleidraad, om een hoge score op kwaliteit te behalen, een zo concreet en volledig mogelijke onderscheidende wijze van dienstverlening dient te worden beschreven en dat dit voor de zittende leverancier lastiger is om in dat geval geen informatie te verstrekken die direct herleidbaar is. VluchtelingenWerk stelt dat zij in die opdracht is geslaagd, nu zij haar organisatienaam niet heeft genoemd, geen logo’s of huisstijl heeft gebruikt en ook geen namen van betrokken medewerkers van Vluchtelingenwerk of de Gemeente heeft genoemd. Ten aanzien van de stelling dat in de casus genoemde namen: Wim en Ali naar VluchtelingenWerk te herleiden zijn, is gesteld dat dit willekeurig gekozen namen zijn en dat het gebruik van die namen niet direct te herleiden is naar Vluchtelingenwerk. Daarnaast is gesteld dat ook niet beschreven is welke werkafspraken zijn gemaakt of hoe thans wordt samengewerkt. Het enkel noemen van de ketenpartners kan, naar de mening van VluchtelingenWerk, niet tot de conclusie leiden dat het Plan van Aanpak van VluchtelingenWerk afkomstig moet zijn. Ook met betrekking tot de andere door de Gemeente genoemde voorbeelden, als de Vrienden van de Stefanuskerk en De Wegwijzer stelt VluchtelingenWerk dat het niet zo is dat door de benoeming van deze ketenpartners sprake is van het direct herleiden van de inschrijving tot VluchtelingenWerk, nu ook andere organisaties betrokken kunnen zijn of zijn bij deze organisaties.
3.3.
De Gemeente heeft verweer gevoerd. De Gemeente heeft verwezen naar de Aanbestedingsleidraad, waarin is aangegeven dat de inschrijvers een geanonimiseerde uitwerking van de casus moeten indienen en dat dit inhoudt dat deze niet herleidbaar is naar de inschrijver. Daarnaast is aangevoerd dat ook met betrekking tot het in te dienen Plan van Aanpak is aangegeven dat dit geanonimiseerd diende te zijn, hetgeen nader is geduid in de Aanbestedingsleidraad. De Gemeente heeft aangevoerd dat VluchtelingenWerk, zowel de Casus, als het Plan van Aanpak, er niet in is geslaagd om aan het vereiste van anonimiteit te voldoen. De Gemeente heeft uitgebreid nader toegelicht op grond waarvan zij van mening is dat in de door VluchtelingenWerk ingediende Casus en het Plan van Aanpak elementen aanwezig zijn die herleidbaar zijn tot VluchtelingenWerk en aanleiding zijn voor uitsluiting als genoemd in haar schrijven van 17 december 2024. De Gemeente heeft er voorts nog op gewezen dat de vraagstelling zo is ingericht dat het niet noodzakelijk is dat er namen van ketenpartners genoemd hoeven te worden en dat de andere inschrijvers bij hun ingediende inschrijvingen dat ook niet hebben gedaan.
4De beoordeling
4.1.
Het spoedeisende belang, dat niet is betwist, staat voldoende vast.
4.2.
Ter beoordeling ligt voor of de Gemeente VluchtelingenWerk ten onrechte heeft uitgesloten van verdere deelname aan de aanbestedingsprocedure, omdat naar de mening van de Gemeente, VluchtelingenWerk onvoldoende maatregelen heeft getroffen om te zorgen dat de inschrijving van VluchtelingenWerk niet herleidbaar was naar haar organisatie.
4.3.
Aan VluchtelingenWerk kan worden toegegeven dat het noemen van de namen Wim en Ali in de door haar ingediende Casus niet direct herleidbaar hoeft te zijn naar VluchtelingenWerk, hoewel deze namen - zo is door de Gemeente aangegeven -overeenkomen met de namen van de regievoerders, nu naast deze namen meerdere andere namen in de Casus zijn genoemd en de namen Wim en Ali voorkomende namen zijn.
4.4.
Met betrekking tot de andere door de Gemeente genoemde argumenten die tot uitsluiting van VluchtelingenWerk hebben geleid wordt echter als volgt overwogen. Weliswaar is in de Aanbestedingsleidraad gevraagd aan de inschrijvers om in het Plan van Aanpak specifiek in te gaan op de samenwerking met de ketenpartners, maar aan de andere kant is aan inschrijvers met betrekking tot, zowel het Plan van Aanpak, als de Casus, gevraagd om deze gunningscriteria geanonimiseerd - dat wil zeggen niet herleidbaar tot de inschrijver - te beantwoorden. Ten aanzien van het Plan van Aanpak is dit nog nader geconcretiseerd en is aangegeven dat het niet is toegestaan om de organisatienaam, logo’s of huisstijl te gebruiken of hiernaar te verwijzen Daarnaast is ook aangegeven dat het de zittende leverancier niet is toegestaan om te verwijzen in termen van ‘zo regelen we dit nu ook in de gemeente’. Paragraaf 6.2.2. Gunningscriterium. Voor de zittende aanbieder VluchtelingenWerk was het daarmee duidelijk dat zij er extra alert op diende te zijn dat haar inschrijving niet herleidbaar was tot haar organisatie.
4.5.
In het Plan van Aanpak is door VluchtelingenWerk een opsomming gegeven van de ketenpartners met wie zij thans samenwerkt. VluchtelingenWerk heeft ervoor gekozen om deze ketenpartners bij name te noemen, zodat zij zo concreet mogelijk invulling kon geven aan het gevraagde. Echter door deze lokale ketenpartners bij name te noemen is VluchtelingenWerk voorbijgegaan aan het vereiste om het gunningscriteria geanonimiseerd te beantwoorden. Voor de beschrijving van dit onderdeel van het Plan Van Aanpak diende de inschrijver aan te geven op welke wijze de inschrijver de samenwerking met de ketenpartners voor zich zag. Om deze samenwerking te duiden is het niet nodig om de ketenpartners bij naam te noemen, te minder tegen de achtergrond van het vereiste dat de inschrijving niet herleidbaar dient te zijn tot de inschrijver. Ook zonder het noemen van namen van ketenpartners moet de inschrijver in staat worden geacht voldoende concreet aan te geven hoe de samenwerking vorm wordt gegeven. Het benoemen van (de combinatie van) alle lokale ketenpartners van VluchtelingenWerk, maakt dat de anonimiteit van de inschrijver redelijkerwijs onvoldoende gewaarborgd is, zeker in combinatie met hetgeen in 4.6 wordt overwogen.
4.6.
Voor het benoemen door VluchtelingenWerk van haar betrokkenheid bij het lokale initiatief Vrienden van de Stefanuskerk in de gemeente Midden-Drenthe en door haar betrokkenheid bij De Wegwijzer te benoemen om de taalvaardigheden van statushouders te bevorderen en ontwikkelen geldt hetzelfde. Weliswaar zullen er andere organisaties betrokken zijn bij de Vrienden van de Stefanuskerk of de Wegwijzer, maar door deze twee organisaties bij name te noemen, is door VluchtelingenWerk voorbij gegaan aan het meergenoemde vereiste het geanonimiseerd indienen van de inschrijver. Zoals gezegd, juist als zittende aanbieder diende VluchtelingenWerk daar extra alert op te zijn. Daar komt nog bij dat voor zover het De Wegwijzer betreft VluchtelingenWerk in haar inschrijving heeft gemeld dat om de taalvaardigheid van statushouders te bevorderen zij met de lokale partners de Wegwijzer: Onderwijs in basisvaardigheden heeft ontwikkeld. Met de Gemeente is de voorzieningenrechter van oordeel dat in dit verband het door VluchtelingenWerk gebruikte woorden “ontwikkelden we” ertoe heeft geleid dat anonimiteit van de inschrijver redelijkerwijs onvoldoende geborgd was, en dat deze tot haar organisatie te herleiden was.
4.7.
Bij het voorgaande geldt nog dat indien het anonimiserings-criterium voor VluchtelingenWerk onvoldoende duidelijk zou zijn geweest, had het in de rede gelegen om hier nadere vragen over te stellen in de Nota van Inlichtingen, maar dat is niet gebleken.
4.8.
Gelet op het vorenstaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat de gevorderde voorzieningen dienen te worden afgewezen, nu in onderlinge samenhang beschouwd verschillende elementen in de inschrijving van Vluchtelingenwerk niet voldoen aan de anonimiteitseis en VluchtelingenWerk. Gelet op het bepaalde in de Aanbestedingsleidraad dient in dat geval de inschrijver van verdere deelname aan de aanbesteding te worden uitgesloten.
4.9.
VluchtelingenWerk zal als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de proceskosten. De proceskosten van de Gemeente worden begroot op:
- griffierecht
€
714,00
- salaris advocaat
€
1.107,00
Totaal
€
1.821,00
5De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Vluchtelingenwerk in de proceskosten van de Gemeente van € 1.821,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.B. van Baalen en in het openbaar uitgesproken op 10 februari 2025.
608/kw