Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

ECLI:NL:RBROT:2024:11106

8 november 2024

Jurisprudentie – Uitspraken

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2

Parketnummer: 83-165976-23

Datum uitspraak: 17 oktober 2024

Tegenspraak

Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,

ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:

[adres] ,

raadsman mr. S.L.J. Janssen, advocaat te Rotterdam.

Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 3 oktober 2024.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de vordering aanpassing omschrijving feiten in tenlastelegging ex artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering,

waarbij de oorspronkelijke opgave van de feiten als bedoeld in artikel 261, derde lid van het Wetboek van Strafvordering op vordering van de officier van justitie is gewijzigd. De tekst van de nader omschreven tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

Eis officier van justitie

De officieren van justitie mrs. R.J.J.S. Visser en F.B.W. Groendijk hebben gevorderd:

  • bewezenverklaring van het onder 1 tot en met 4 ten laste gelegde;

  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.

Waardering van het bewijs

4.1. Bewijswaardering

Standpunt verdediging

De raadsman heeft aangevoerd dat de sanctiewetgeving omvangrijk en complex is en dat deze naar de geest en het beoogde doel moet worden uitgelegd. De verdachte had de overtuiging dat zijn goederen (gebruikte computerapparatuur) onder de vrijstellingen in de sanctieregeling vielen en dat deze goederen niet bij de Russische overheid of binnen de defensie-industrie terecht zouden komen. Deze goederen konden immers niet aangemerkt worden als geschikt voor “dual use”, voor de militaire versterking van Rusland, voor de ontwikkeling van de defensie-en veiligheidssector of voor industriële toepassing en deze goederen allesbehalve luxe waren.

Verder blijkt uit het dossier niet dat Rusland de eindbestemming van de goederen was.

De goederen waren veelal bestemd voor bedrijven in het midden- en kleinbedrijf. Veel Russische bedrijven zijn na de sancties die vanaf 2022 werden opgelegd, uitgeweken naar omringende landen in de Russische Douane-Unie. Hoewel niet valt uit te sluiten dat de goederen zijn doorverkocht aan afnemers in Rusland, is daarvoor geen bewijs. De enkele communicatie over zendingen van goederen met verschillende personen van [naam bedrijf 9] en [naam bedrijf 10] is daarvoor onvoldoende en levert niet het bewijs op dat de goederen daadwerkelijk in Rusland zijn beland. Voor de feiten 1 en 2 dient derhalve vrijspraak te volgen. Nu uit de communicatie over de goederen voor [naam bedrijf 1] blijkt dat de goederen in Kirgizië zijn gebleven, dient vrijspraak te volgen voor dat onderdeel van feit 3.

Beoordeling

Op grond van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden vast.

De verdachte heeft met zijn eenmanszaak [naam bedrijf 2] als professionele marktpartij na de Russische inval in Oekraïne op 24 februari 2022 en het afkondigen van uitgebreide en verscherpte Europese sancties tegen Rusland in 2022 in de periode van 26 februari 2022 tot en met 19 juli 2023 tien zendingen met gesanctioneerde goederen (computeronderdelen en elektronica) verkocht aan bedrijven in Kazachstan ( [naam bedrijf 3] , [naam bedrijf 4] en [naam bedrijf 5] ), in Kirgizië ( [naam bedrijf 6] en [naam bedrijf 7] ) en in Oezbekistan ( [naam bedrijf 8] ).

Het gaat om (1) goederen voor tweeërlei gebruik, te weten voor civiele en militaire doeleinden (dual-use goederen), (2) goederen en technologie, die zouden kunnen bijdragen tot de militaire en technologische versterking van Rusland en/of tot de ontwikkeling van de defensie- en veiligheidssector (3) specifieke luxe goederen en (4) goederen, die in het bijzonder zouden kunnen bijdragen tot de versterking van industriële capaciteit van Rusland.

De verdachte had voor het afkondigen van de verscherpte sanctiewetgeving tegen Rusland in 2022 met de Russische bedrijven [naam bedrijf 9] en met [naam bedrijf 10] handel gedreven in computers en elektronica. Hij had hiervoor handelscontacten met diverse personen die werkzaam zijn voor die Russische bedrijven, gevestigd in Moskou. De verdachte heeft verklaard dat hij wist dat de bovengenoemde zes bedrijven in Kazachstan, Kirgizië en Oezbekistan dochter- of partnerbedrijven waren van [naam bedrijf 9] in Rusland. De verdachte heeft ook na de uitbreiding van de sanctiewetgeving in februari 2022 veelvuldig contact gehad met de (contact)personen [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] , [naam 4] en [naam 5] die te linken zijn aan [naam bedrijf 9] en/of [naam bedrijf 10] in Rusland.

De verdachte werd er per e-mail op 9 maart 2022 door zijn douane-expediteur, A1 Douane Expediteurs, op gewezen dat de uit te voeren goederen mogelijk onder de Europese sanctiewetgeving vielen. Voornoemde [naam 1] van [naam bedrijf 9] gaf de verdachte op
7 april 2022 per e-mail de antwoorden van twee medewerkers van [naam bedrijf 9] op gestelde vragen, namelijk dat alle moderne elektronische apparaten onderworpen kunnen zijn aan de Europese sancties, dat servers en DSS zeer noodzakelijke producten zijn voor zowel de overheid als de zakenwereld en dat het [naam 1] dus echt zou verbazen als servers niet geraakt zouden worden door de sancties.

De contacten (e-mail, WhatsApp, Telegram en Signal) met de bovengenoemde personen van [naam bedrijf 9] en [naam bedrijf 10] zagen onder meer op het sturen van het bedrijfsstempel van [naam bedrijf 2] , (het aankopen van) domeinnamen en op de inhoud van websites voor de bedrijven van voornoemde afnemers in Kazachstan, Oezbekistan en Kirgizië. Daarbij bood de verdachte aan om teksten voor die websites te schrijven en zijn goederen in zijn database automatisch in te laden voor die websites. Verder gingen de contacten over specifieke zendingen van goederen aan voornoemde afnemers, over de afleverplaats in Rusland, over het wijzigen van facturen van die afnemers, over betalingen en over het sturen van contracten.

In het onderzoek is geen communicatie aangetroffen tussen de verdachte en de bedrijven in Kirgizië, Kazachstan of Oezbekistan over de leveringen, genoemd in de tenlastelegging.

Op grond van twee vrijwel identieke contracten over de zending van goederen van 16 juni 2022 met een factuurbedrag van € 99.080,- aan [naam bedrijf 8] in Oezbekistan is gebleken dat deze goederen één op één door [naam bedrijf 8] zijn doorverkocht aan [naam bedrijf 9] in Rusland. In het eerste contract was [naam bedrijf 2] de verkopende partij en [naam bedrijf 8] de kopende partij en in het tweede contract was [naam bedrijf 8] de verkopende partij en [naam bedrijf 9] de kopende partij.

De verdachte heeft naar aanleiding van vragen van de Rabobank met personen van [naam bedrijf 9] het contract tussen [naam bedrijf 2] en [naam bedrijf 8] via Photoshop vervalst door daarin achteraf de bepaling op te nemen dat de verkoop van goederen aan de Russische federatie verboden is. Hij heeft daarna dit vervalste contract per e-mail naar de Rabobank gestuurd en heeft hierin in strijd met de waarheid vermeld dat [naam bedrijf 8] uit Oezbekistan en [naam bedrijf 1] in Kirgizië eindgebruikers waren van de producten van [naam bedrijf 2] .

De rechtbank komt op grond van het vorenstaande tot het oordeel dat de verdachte op basis van de GN-codes van de producten en bovengenoemde waarschuwingen van A1 Douane Expediteurs en [naam 1] wist of in ieder geval had moeten weten dat hij sanctiegoederen verkocht en exporteerde. De verdachte heeft de tenlastegelegde goederen via levering aan bedrijven in zogenoemde uitwijklanden verkocht aan de Russische bedrijven [naam bedrijf 9] en [naam bedrijf 10] in Rusland en wist dat dit de (eind)bestemming van de gesanctioneerde goederen was. Hij heeft door middel van de bovengenoemde aan [naam bedrijf 9] en [naam bedrijf 10] gelieerde bedrijven in Kazachstan, Kirgizië en Oezbekistan de ten laste gelegde goederen geleverd, overgedragen en uitgevoerd aan [naam bedrijf 9] en [naam bedrijf 10] .

Gelet op dit samenstel van handelen had de verdachte opzet op de tenlastegelegde gedragingen. De bovengenoemde activiteiten van de verdachte hadden tot doel hadden om bewust en opzettelijk de sanctiewetgeving te omzeilen.

Het verweer van de verdediging dat niet is vast te stellen of de goederen ook daadwerkelijk in Rusland zijn aangekomen, wordt verworpen, reeds omdat de aan de orde zijnde verbodsbepalingen van de Verordening (EU) nr. 833/2014 (gewijzigd bij Verordening (EU) 2022/328), dit niet als eis stellen.

Gelet op het bovenstaande is er voldoende wettig en overtuigend bewijs voor het onder 1 tot en met 4 ten laste gelegde.

Bewezenverklaring

In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 tot en met 4 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:

1.

hij, al dan niet handelend onder de naam [naam bedrijf 2] , in de periode van 26 februari 2022 tot en met 19 juli 2023 te Moerdijk en/of Etten-Leur, althans elders in Nederland, en/of Rusland, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, opzettelijk en in strijd met het krachtens artikel 2 en 3 van de Sanctiewet 1977 vastgestelde verbod van artikel 1a van de Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014 juncto artikel 2, eerste lid en/of

artikel 2bis, en/of artikel 3 nonies lid 1 en/of artikel 3 duodecies lid 1 van de Verordening (EU) nr. 833/2014 van de Raad van de Europese Unie van 31 juli 2014, heeft/hebben gehandeld door goederen en technologie voor tweeërlei gebruik, al dan niet van oorsprong uit de Unie, te weten goederen omschreven als:

- H6Z14A HPE 3PAR StoreServ 8440 4-node Storage Base for Storage Centric Rack;

- P9G87A HPE 3PAR STORESERV 8400 4-NODE BLOCK;

- QR480B HPE SN6000B 16GBPS 48-PORT FC SWITCH;

- 792654-001 HPE CONTROLLER ASSEMBLY 3PAR 8440;

- Q7Y37A HPE SUPERDOME FLEX FOR SAP HANA WITH 3PAR STORESERV 4-NODE STORAGE BASE; en/of

- C8R44A HPE STOREFABRIC SN6500B 16GB 96/48 POWER PACK + FC SWITCH,

en- C8S89A HPE 3PAR STORESERV 20000 4-WAY STORAGE CONFIGURATION BASE;

- Q0E92A HPE 3PAR 9450 2-NODE STORAGE BASE WITH ALL INCLUSIVE SINGLE-SYSTEM SOFTWARE;

- H6Z03B HPE 3PAR 8400 4-node Storage Base;

- P9G87A HPE 3PAR STORESERV 8400 4-NODE BLOCK;

- H6Z01A HPE 3PAR STORESERV 8400 4-NODE DISK STORAGE BASE SYSTEM; en/of

- QR480B HPE SN6000B 16GBPS 48-PORT FC SWITCH,

en

- Q0E92A HPE 3PAR 9450 2N Storage Base;

- H6Z23A HPE 3PAR StoreServ 8450 4N Storage Base; en/of

- QR481 B HPE SN6000B 16GB 48/48 Pwr Pk+ FC Swch,

en

- Q0E92A HPE 3PAR 9450 2-NODE STORAGE BASE WIH

ALL-INCLUSIVE SIGLE-SYSTEM SOFTWARE; en/of

- C8R44A HPE STOREFABRIC SN6500B 16GB 96/58 POWER PACK+ FC SWITCH,

en

in bijlage VII van Verordening (EU) nr 833/2014 van de Raad van de Europese Unie van 31 juli 2014 vermelde goederen en technologie, die zouden kunnen bijdragen tot de militaire en technologische versterking van Rusland en/of tot de ontwikkeling van de defensie- en

veiligheidssector, al dan niet van oorsprong uit de Unie, te weten:

goederen omschreven als

- 797740- B21 HP Synergy 12000;

- M0S75A HPE Proliant DL380 Gen9 24SFF;

- 868704- B21 HPE Proliant DL380 Gen 10; en/of

- 875966- B21 HPE Proliant DL380 Gen 10 8SFF,

allen vallend onder X.A.III.201 deel c van bijlage VII,

en

- 1865 stuks producten (met een totale waarde van € 111.921,31) die vallen onder de GN-code(s) ‘8471 50’, ‘8471 80, ‘8471 70 98’ en/of ‘8517 62’,

en

- 55 stuks producten (met een totale waarde van C 4.400,14) vallend onder X.A.III.201 deel c van bijlage VII,

en

- 271 stuks producten (met een totale waarde van € 24.727,35) vallend onder X.A.III.201 deel c van bijlage VII,

en

- 248 stuks producten (met een totale waarde van € 71.884,58) vallend onder X.A.111.201 deel c van bijlage VII,

en

in bijlage XVIII van Verordening (EU) nr 83312014 van de Raad van de Europese Unie van 31juli 2014 vermelde luxe goederen met een waarde van meer dan € 750,-, al dan niet van oorsprong uit de Unie, te weten een of meer goed(eren) die vallen onder de GN-code(s) ‘ex - 8471 00 00’ en/of ‘ex - 8517 62 00’ te weten:

goederen omschreven als

- HPE 3PAR StoreServ 8000 SFF (2.Sin) SAS Drive Enclosure 8x3.84Tb SSD + 6x7.68Tb SSD used;

- HPE 3PAR StoreServ 8000 SFF (2.5in) SAS Drive Enclosure 24x7.68Tb SSD used;

- HPE 3PAR StoreServ 8000 2-node (18x1.92Tb SSD) used;

- HPE Proliant DL360 Gen 10 8xSFF 2x Intel Xeon/128Gb RAM/2x920Gb SSD, 5x1.2 Tb HDD/2xPWS used;

- HPE Proliant DL360 GenlO 8xSFF 2x Intel Xeon/ 128Gb RAM/2x920Gb SSD, 2x480 Gb SSD/2xPWS used; en/of

- HPE Proliant DL360 Gen 10 8xSFF 2x Intel Xeon/1024Gb RAM/no HDD/2xPWS used;

en

goederen omschreven als

- HPE 3PAR 8000 2-node 8xHDD SSD + 16HDD SAS storage system;

- HPE 3PAR 8000 2-node 24xHDD SSD storage system;

- HPE Bladesystem C7000 G3;

- HPE 3PAR StoreServ 8000 2-node 12xHDD SSD storage system used;

- HPE 3PAR StoreServ 8000 4-node 48xHDD SSD storage system used;

- HPE 3PAR StoreServ 8000 2-node 24xHDD SSD storage system used; en/of

- HPE Bladesystem C7000 G3 (3x61_660Gen9) used, en/of

goederen omschreven als

- C8S89A HPE 3PAR STORESERV 20000 4-WAY STORAGE CONFIGURATION BASE;

- Q0E92A HPE 3PAR 9450 2-NODE STORAGE BASE WITH ALL INCLUSIVE SINGLE-SYSTEM SOFTWARE,

- P04328-001 HPE Synergy Frame Link Module next gen;

- H6Z03B HPE 3PAR 8400 4-node Storage Base;

- P9G87A HPE 3PAR STORESERV 8400 4-NODE BLOCK; en/of

- H6Z01A HPE 3PAR STORESERV 8400 4-NODE DISK STORAGE BASE SYSTEM,

en

goederen omschreven als

- HPE 3PAR StoreServ 8000 2-node 18x 3.84Tb HDD SSD;

- HPE 3PAR StoreServ 8000 4-node 32x 7.68Tb HDD SSD;

- HPE 3PAR StoreServ 8000 2-node 24x 7.68Tb HDD SSD;

- HPE 3PAR StoreServ 8000 4-node 48x 3.84Tb HDD SSD;

- MOS75A HPE Proliant DL380 Gen9 24SFF;

- H6Z23A HPE 3PAR StoreServ 8450 4N Storage Base;

- 868704- B21 HPE Proliant DL380 Gen10; en/of

- 875966- B21 HPE Proliant DL360 Gen10;

en

- 16 stuks producten (met een totale waarde van € 257.673,-) die onder deze GN-code(s) vallen,

en

in bijlage XXIII van Verordening (EU) nr 833/2014 van de Raad van de Europese Unie van 31 juli 2014 vermelde goederen, die in het bijzonder zouden kunnen bijdragen tot de versterking van industriële capaciteit van Rusland, al dan niet van oorsprong uit de Unie, te weten een of meer goed(eren) die vallen onder de GN-code(s) “84717 50’, ‘8471 80’,

‘8471 70 98’, ‘8517 62’, ‘8473 30’, 8471 50 00, 8471 70 50, 8473, 8471 50, 8471 70 en/of 8471 90, te weten:

- 1696 stuks producten (met een totale waarde van € 22.880,69) die onder deze GN-code(s) vallen;

en

goederen omschreven als

- HPE 3PAR StoreServ 8000 SFF (2.5in) SAS Drive Enciosure 8x3.84Tb SSD + 6x7.68Tb SSD used;

- HPE 3PAR StoreServ 8000 SFF (2.5in) SAS Drive Enclosure 24x7.68Tb SSD used;

- HPE 3PAR StoreServ 8000 2-node (18x1.92Tb SSD) used;

- HPE Proliant DL360 Gen 10 8xSFF 2x Intel Xeon/128Gb RAM /2x920Gb SSD, 5x1.2 Tb HDD/2xPWS used;

- HPE Proliant DL360 Gen 10 8xSFF 2x Intel Xeon/128Gb RAM/2x920Gb SSD, 2x480 Gb SSD/2xPWS used; en/of

- HPE Proliant DL360 Gen 10 8xSFF 2x Intel Xeon/1024Gb RAM/no HDD/2xPWS used;

en

(AMB-009-03 par. 2.5, p. 9)

- 14 stuks producten (met een totale waarde van € 254.959,-) die onder deze GN-code(s) vallen;

en

goederen omschreven als

- P40841-001 SPS-PCA, M/B SUBPAN, SYS BRD+PCA Handle;

en

- 519346-001 Onboard Administrator tray; en/of

- 795107- B21 DL560 GEN9 CPU MEZZ BRD W/ MECH IT,

direct en/of indirect te verkopen en/of te leveren en/of over te dragen en/of aan en/of uit te voeren naar natuurlijke personen en/of (een) rechtsperso(o)nen en/of entiteiten en/of lichaam(en in Rusland, te weten aan [naam bedrijf 10] en/of [naam bedrijf 10] en/of voor gebruik in Rusland

2.

hij, al dan niet handelend onder de naam [naam bedrijf 2] , in de periode van 26 februari 2022 tot en met 19 juli 2023 te Moerdijk en/of Etten-Leur, althans elders in Nederland, en/of Rusland, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, opzettelijk en in strijd met het krachtens artikel 2 en 3 van de Sanctiewet 1977 vastgestelde verbod van artikel 1a van de Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014 juncto artikel 12 van de Verordening (EU) nr. 833/2014 van de Raad van de Europese Unie van 31 juli 2014, hebben gehandeld door bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel en/of

tot gevolg hebben dat de verbodsbepalingen van de Verordening (EU) nr 833/2014 van de Raad van de Europese Unie van 31 juli 2014 worden omzeild, door:

- het (laten) opgeven van

[naam bedrijf 4] en/of [naam bedrijf 3] en/of [naam bedrijf 5] uit Kazachstan en

[naam bedrijf 1] en [naam bedrijf 6] uit Kirgizië en

[naam bedrijf 8] uit Oezbekistan,

bedrijven gevestigd in Kazachstan en Kirgizië en Oezbekistan als geadresseerde en/of ontvanger op uitvoergeleidedocumenten en/of (pro forma) invoices en/of een luchtvrachtbrief (airwaybill) ,

zulks terwijl de daarop vermelde goederen in werkelijkheid bestemd waren voor natuurlijke personen en/of rechtspersonen en/of entiteiten en/of lichamen in Rusland en/of voor gebruik in Rusland

en/of

- het bij de Rabobank (laten) opgeven van (de klanten van) [naam bedrijf 1] (in Kirgizië)

als eindgebruiker(s) van de producten/goederen geleverd door [naam bedrijf 2] / [naam 6] ,

zulks terwijl deze producten in werkelijkheid bestemd waren voor natuurlijke personen en/of rechtsperso)nen en/of entiteitenen/of lichaa)m(en in Rusland en/of voor gebruik in Rusland;

3.

hij, al dan niet handelend onder de naam [naam bedrijf 2] , in of de periode van 12 april 2023 tot en met 9 juni 2023, te Moerdijk en/of Etten-Leur en/of in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen,

- een e-mail d.d. 9 juni 2023 gericht aan de Rabobank met als onderwerp:

‘Re: Informatieverzoek [nummer] ’ (DOC-089-01) inhoudende

een beantwoording van een informatieverzoek met vragen van de Rabobank

zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk hebben opgemaakt en/of hebben vérvalst ,

immers hebben hij (verdachte) en/of zijn mededaders, valselijk en in strijd met de waarheid, in de e-mail opgenomen

-zakelijk weergegeven-

- dat Chp [naam bedrijf 8] uit Oezbekistan de eindgebruiker is van de producten van [naam bedrijf 2] / [naam 6] (storage systemen en bladecenter),

en

- dat de klanten van [naam bedrijf 1] in Kirgizië eindgebruikers zijn van de producten van [naam bedrijf 2] / [naam 6] , met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken

en/of door anderen te doen gebruiken;

4.

hij, al dan niet handelend onder de naam [naam bedrijf 2] , op 9 juni 2023,

in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vervalst geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware het echt en onvervalst en/of een zodanig geschrift opzettelijk hebben afgeleverd en/of voorhanden hebben gehad, terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader wisten dat dit geschrift bestemd was voor gebruik als ware het echt en

on vervalst, te weten:

- een aanvullende overeenkomst (gedateerd 16 mei 2022) op het contract tussen [naam bedrijf 2] en [naam bedrijf 8] gedateerd op 9 mei 2022,

bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat in voornoemde aanvullende overeenkomst in strijd met de waarheid was opgenomen -zakelijk weergegeven- dat deze op 16 mei 2022 was opgemaakt en/of op 16 mei 2022 was ondertekend door of namens hem, verdachte [naam 6] , terwijl in werkelijkheid voornoemde overeenkomst op een later moment

(in 2023) was opgesteld en/was ondertekend, en bestaande dat gebruikmaken hierin dat hij, verdachte, en/of zijn mededader voornoemde aanvullende overeenkomst hebben

gezonden/(toe)gemaild aan (een medewerker van) de Rabobank.

Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:

1.

het medeplegen van een overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikelen 2 en 3 van de Sanctiewet 1977, opzettelijk begaan;

2.

het medeplegen van een overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikelen 2 en 3 van de Sanctiewet 1977, opzettelijk begaan;

3.

valsheid in geschrift;

4.

het medeplegen van opzettelijk gebruik maken en afleveren en voorhanden hebben van een vervalst geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De feiten zijn dus strafbaar.

Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.

De verdachte is dus strafbaar.

Motivering straf

Algemene overweging

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan, de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.

Feiten en omstandigheden waarop de straf is gebaseerd

Na de Russische inval in Oekraïne op 24 februari 2022 is een pakket sanctiemaatregelen afgekondigd, met als doel Rusland langs economische weg te laten merken dat deze inval door de Europese Unie niet wordt getolereerd. Het gaat daarbij niet alleen om handelsverboden voor militaire goederen, maar ook om andere handelsbeperkingen, zoals het verbod op de levering van goederen die zowel een civiele als een militaire bestemming kunnen hebben (dual use-goederen), van bepaalde luxe goederen en van goederen die kunnen bijdragen tot de versterking van de industriële capaciteit van Rusland.

De verdachte leverde al geruime tijd tweedehands computeronderdelen aan bedrijven, onder meer in Rusland. Na de sancties die in 2022 zijn afgekondigd, zag de verdachte zich geconfronteerd met het wegvallen van een belangrijk deel van zijn afzetmarkt. Hij heeft toen - zoals ook zijn raadsman het treffend verwoordde - een verkeerde afslag genomen. Hij is gaan leveren aan dochter- of partnerondernemingen van zijn Russische afnemers [naam bedrijf 9] en [naam bedrijf 10] in Kirgizië, Oezbekistan en Kazachstan, terwijl hij wist dat de goederen uiteindelijk in Rusland terecht zouden komen. Hierdoor is het bovengenoemde doel van de sancties ondergraven. De verdachte heeft zijn handelen tegenover de rechtbank (en misschien ook voor zichzelf) willen rechtvaardigen door te stellen dat hij zeker wist dat de goederen niet bij de Russische overheid terecht zouden komen en niet gebruikt konden worden in wapens. Dat verweer miskent dat het ook ging om goederen die onder andere verboden categorieën vallen en dat het militaire gebruik ook kan zien op andere goederen dan wapentuig.

De rechtbank heeft er wel enig begrip voor dat de verdachte kort na de afkondiging van de sancties in onzekerheid verkeerde over de uitwerking en reikwijdte van die sancties. Zeker na de ‘afkoelingsperiode’ mocht van de verdachte, die handelt in een product dat voor de Russische economie en defensie-industrie van groot belang kan zijn, echter worden verwacht dat hij zich nog beter informeerde en desnoods het zekere voor het onzekere nam door afzetmarkten te zoeken die buiten de gevarenzone van de ‘uitwijklanden’ lagen. Het heeft er alle schijn van dat hij het voortzetten van zijn handel voorop stelde.

7.3. Persoonlijke omstandigheden van de verdachte

Strafblad

De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 12 juli 2024, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder met justitie in Nederland in aanraking is gekomen in verband met strafbare feiten.

Rapportages

De rechtbank heeft acht geslagen op het door Reclassering Nederland over de verdachte opgestelde reclasseringsadvies, gedateerd op 14 september 2023 en het aanvullend reclasseringsadvies, gedateerd op 2 oktober 2024.

Strafoplegging

Gezien de ernst van de feiten als deze past een forse straf, ook uit oogpunt van generale preventie, om andere ondernemers te laten zien dat de sanctiewetgeving serieus genomen moet worden. De rechtbank heeft gekeken naar straffen die zijn opgelegd in vergelijkbare zaken, al is er niet veel vergelijkingsmateriaal.

Inmiddels is de verdachte al weer enige tijd op vrije voeten en heeft hij - voor zover dat in verband met het beslag op zijn bedrijfsvoorraad en bankrekening lukte - zijn bedrijf voortgezet. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf als door de officieren van justitie geëist zou - naar het zich laat aanzien - dit alles teniet doen. De rechtbank vindt dat gevolg in dit geval onwenselijk en zal daarom - naast een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, gelijk aan het voorarrest en een voorwaardelijke gevangenisstraf - de maximale taakstraf opleggen. Het voorwaardelijk strafdeel weerhoudt de verdachte er hopelijk van om binnen en buiten zijn onderneming opnieuw de grenzen van de strafwetgeving op te zoeken.

In beslag genomen voorwerpen

De officieren van justitie hebben de verbeurdverklaring gevorderd van de bedrijfsvoorraad die in beslag is genomen. De rechtbank stelt vast dat dit de voortzetting van het bedrijf van de verdachte ernstig zou belemmeren, zo niet onmogelijk zou maken. Dit zou zich slecht verdragen met het doel dat de rechtbank met de strafoplegging voor ogen heeft, te weten de verdachte enerzijds een flinke tik op de vingers geven en hem anderzijds in de gelegenheid stellen om zijn onderneming op legale wijze voort te zetten. Om die reden zal de rechtbank de teruggave van de bedrijfsvoorraad gelasten.

Voorlopige hechtenis

Standpunt van de officier van justitie

De officieren van justitie hebben de opheffing van het bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte bij de einduitspraak gevorderd.

Beoordeling

De vordering van de officieren van justitie wordt afgewezen, aangezien de rechtbank een gevangenisstraf zal opleggen waarvan het onvoorwaardelijk deel gelijk zal zijn aan de duur van het reeds ondergane voorarrest. Gelet hierop zal de rechtbank het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, dat bij eerdere beslissing is geschorst, opheffen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op:

- de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 47, 57 en 225 van het Wetboek van Strafrecht;

- de artikelen 1, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten;

- de artikelen 2 en 3 van de Sanctiewet 1977;

- artikel 1a van de Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014;

- de artikelen 2, 2bis, 3 nonies, artikel 3 duodecies, en 12 en bijlage VII, bijlage XVIII en bijlage XXIII van de Verordening (EU) Nr. 833/2014 van de Raad van Europa van de Europese Unie van 31 juli 2014 zoals gewijzigd bij de Verordening (EU) 2022/328 van de Raad van de Europese Unie betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren.

Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

Beslissing

De rechtbank:

verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 tot en met 4 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;

stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;

verklaart de verdachte strafbaar;

veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 450 (vierhonderdvijftig) dagen;

bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 344 (driehonderdvierenveertig dagen) niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;

verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaren;

tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;

stelt als algemene voorwaarde:

de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;

beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;


veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 240 (tweehonderdveertig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;

beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 dagen;

beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- gelast de teruggave aan verdachte van op de lijst van inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerp met strafrechtelijke beslagtitel:

- nr 5: DV Pallets met computeronderdelen en bijbehorende attributen:

omschrijving: UVN-/voorwerpnummer: 6072680_240038: IBN-code: Bb.01.01.001;

- nr. 6: 114 STK Pallets met computeronderdelen en bijbehorende attributen.

omschrijving: UVN-/voorwerpnummer: 6072680_228732: IBN-code: C.01.01.001;

heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst.

Dit vonnis is gewezen door mr. E.M. Havik, voorzitter,

en mrs. J. de Lange en M.J.C. Spoormaker, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. R. van Puffelen, griffier,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.

Bijlage I

Tekst nader omschreven tenlastelegging vordering aanpassing omschrijving feiten in tenlastelegging ex artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering

Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat

1.

hij, al dan niet handelend onder de naam [naam bedrijf 2] ,

op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 26

februari 2022 tot en met 19 juli 2023 te Moerdijk en/of Etten-Leur,

althans elders in Nederland, en/of Rusland,

tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen,

meermalen, althans eenmaal,

opzettelijk en in strijd met het krachtens artikel 2 en 3 van de Sanctiewet

1977 vastgestelde verbod van

artikel la van de Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014

juncto

artikel 2, eerste lid en/of

artikel 2bis, en/of

artikel 3 nonies lid 1 en/of

artikel 3 duodecies lid 1

van de Verordening (EU) nr. 833/2014 van de Raad van de Europese

Unie van 31juli 2014,

heeft/hebben gehandeld door

goederen en technologie voor tweeërlei gebruik, al dan niet van

oorsprong uit de Unie, te weten goederen omschreven als:

- H6Z14A HPE 3PAR StoreServ 8440 4-node Storage Base for

Storage Centric Rack;

- P9G87A HPE 3PAR STORESERV 8400 4-NODE BLOCK;

- QR480B HPE SN6000B 16GBPS 48-PORT FC SWITCH;

- 792654-001 HPE CONTROLLER ASSEMBLY 3PAR 8440;

- Q7Y37A HPE SUPERDOME FLEX FOR SAP HANA WITH 3PAR

STORESERV 4-NODE STORAGE BASE; en/of

- C8R44A HPE STOREFABRIC SN6500B 16GB 96/48 POWER PACK

+ FC SWITCH,

en/of

- C8S89A HPE 3PAR STORESERV 20000 4-WAY STORAGE

CONFIGURATION BASE;

- Q0E92A HPE 3PAR 9450 2-NODE STORAGE BASE WITH ALL

INCLUSIVE SINGLE-SYSTEM SOFTWARE;

- H6Z03B HPE 3PAR 8400 4-node Storage Base;

- P9G87A HPE 3PAR STORESERV 8400 4-NODE BLOCK;

- H6Z01A HPE 3PAR STORESERV 8400 4-NODE DISK STORAGE

BASE SYSTEM; en/of

- QR480B HPE SN6000B 16GBPS 48-PORT FC SWITCH,

en/of

- Q0E92A HPE 3PAR 9450 2N Storage Base;

- H6Z23A HPE 3PAR StoreServ 8450 4N Storage Base; en/of

- QR481 B HPE SN6000B 16GB 48/48 Pwr Pk+ FC Swch,

en/of

- Q0E92A HPE 3PAR 9450 2-NODE STORAGE BASE WIH

ALL-INCLUSIVE SIGLE-SYSTEM SOFTWARE; en/of

- C8R44A HPE STOREFABRIC SN6500B 16GB 96/58 POWER

PACK+ FC SWITCH,

en/of

in bijlage VII van Verordening (EU) nr 833/2014 van de Raad van de

Europese Unie van 31 juli 2014 vermelde goederen en technologie, die

zouden kunnen bijdragen tot de militaire en technologische versterking

van Rusland en/of tot de ontwikkeling van de defensie- en

veiligheidssector, al dan niet van oorsprong uit de Unie, te weten:

goederen omschreven als

- 797740- B21 HP Synergy 12000;

- M0S75A HPE Proliant DL380 Gen9 24SFF;

- 868704- B21 HPE Proliant DL380 Gen 10; en/of

- 875966- B21 HPE Proliant DL380 Gen 10 8SFF,

allen vallend onder X.A.III.201 deel c van bijlage VII,

en/of

- 1865 stuks producten (met een totale waarde van € 111.921,31)

die vallen onder de GN-code(s) ‘8471 50’, ‘8471 80, ‘8471 70 98’

en/of ‘8517 62’,

en/of

- 55 stuks producten (met een totale waarde van C 4.400,14) vallend

onder X.A.III.201 deel c van bijlage VII,

en/of

- 271 stuks producten (met een totale waarde van € 24.727,35)

vallend onder X.A.III.201 deel c van bijlage VII,

en/of

- 248 stuks producten (met een totale waarde van € 71.884,58)

vallend onder X.A.111.201 deel c van bijlage VII,

en/of

in bijlage XVIII van Verordening (EU) nr 83312014 van de Raad van de

Europese Unie van 31juli 2014 vermelde luxe goederen met een waarde

van meer dan € 750,-, al dan niet van oorsprong uit de Unie, te weten

een of meer goed(eren) die vallen onder de GN-code(s) ‘ex - 8471 00 00’

en/of ‘ex - 8517 62 00’ te weten:

goederen omschreven als

- HPE 3PAR StoreServ 8000 SFF (2.Sin) SAS Drive Enclosure

8x3.84Tb SSD + 6x7.68Tb SSD used;

- HPE 3PAR StoreServ 8000 SFF (2.5in) SAS Drive Enclosure

24x7.68Tb SSD used;

- HPE 3PAR StoreServ 8000 2-node (18x1.92Tb SSD) used;

- HPE Proliant DL360 Gen 10 8xSFF 2x Intel Xeon/128Gb

RAM/2x920Gb SSD, 5x1.2 Tb HDD/2xPWS used;

- HPE Proliant DL360 GenlO 8xSFF 2x Intel Xeon/ 128Gb

RAM/2x920Gb SSD, 2x480 Gb SSD/2xPWS used; en/of

- HPE Proliant DL360 Gen 10 8xSFF 2x Intel Xeon/1024Gb RAM/no

HDD/2xPWS used;

en/of

goederen omschreven als

- HPE 3PAR 8000 2-node 8xHDD SSD + 16HDD SAS storage system;

- HPE 3PAR 8000 2-node 24xHDD SSD storage system;

- HPE Bladesystem C7000 G3;

- HPE 3PAR StoreServ 8000 2-node 12xHDD SSD storage system

used;

- HPE 3PAR StoreServ 8000 4-node 48xHDD SSD storage system

used;

- HPE 3PAR StoreServ 8000 2-node 24xHDD SSD storage system

used; en/of

- HPE Bladesystem C7000 G3 (3x61_660Gen9) used,

en/of

goederen omschreven als

- C8S89A HPE 3PAR STORESERV 20000 4-WAY STORAGE

CONFIGURATION BASE;

- Q0E92A HPE 3PAR 9450 2-NODE STORAGE BASE WITH ALL

INCLUSIVE SINGLE-SYSTEM SOFTWARE,

- P04328-001 HPE Synergy Frame Link Module next gen;

- H6Z03B HPE 3PAR 8400 4-node Storage Base;

- P9G87A HPE 3PAR STORESERV 8400 4-NODE BLOCK; en/of

- H6Z01A HPE 3PAR STORESERV 8400 4-NODE DISK STORAGE

BASE SYSTEM,

en/of

goederen omschreven als

- HPE 3PAR StoreServ 8000 2-node 18x 3.84Tb HDD SSD;

- HPE 3PAR StoreServ 8000 4-node 32x 7.68Tb HDD SSD;

- HPE 3PAR StoreServ 8000 2-node 24x 7.68Tb HDD SSD;

- HPE 3PAR StoreServ 8000 4-node 48x 3.84Tb HDD SSD;

- MOS75A HPE Proliant DL380 Gen9 24SFF;

- H6Z23A HPE 3PAR StoreServ 8450 4N Storage Base;

- 868704- B21 HPE Proliant DL380 Gen10; en/of

- 875966- B21 HPE Proliant DL360 Gen10;

en/of

- 16 stuks producten (met een totale waarde van € 257.673,-) die

onder deze GN-code(s) vallen,

en/of

in bijlage XXIII van Verordening (EU) nr 833/2014 van de Raad van de

Europese Unie van 31 juli 2014 vermelde goederen, die in het bijzonder

zouden kunnen bijdragen tot de versterking van industriële capaciteit

van Rusland, al dan niet van oorsprong uit de Unie, te weten een of

meer goed(eren) die vallen onder de GN-code(s) “84717 50’, ‘8471 80’,

‘8471 70 98’, ‘8517 62’, ‘8473 30’, 8471 50 00, 8471 70 50, 8473, 8471 50,

8471 70 en/of 8471 90, te weten:

- 1696 stuks producten (met een totale waarde van €22.880,69) die

onder deze GN-code(s) vallen;

en/of

goederen omschreven als

- HPE 3PAR StoreServ 8000 SFF (2.5in) SAS Drive Enciosure

8x3.84Tb SSD + 6x7.68Tb SSD used;

- HPE 3PAR StoreServ 8000 SFF (2.5in) SAS Drive Enclosure

24x7.68Tb SSD used;

- HPE 3PAR StoreServ 8000 2-node (18x1.92Tb SSD) used;

- HPE Proliant DL360 Gen 10 8xSFF 2x Intel Xeon/128Gb

RAM /2x920Gb SSD, 5x1.2 Tb HDD/2xPWS used;

- HPE Proliant DL360 Gen 10 8xSFF 2x Intel Xeon/128Gb

RAM/2x920Gb SSD, 2x480 Gb SSD/2xPWS used; en/of

- HPE Proliant DL360 Gen 10 8xSFF 2x Intel Xeon/1024Gb RAM/no

HDD/2xPWS used;

en/of

- 14 stuks producten (met een totale waarde van € 254.959,-) die

onder deze GN-code(s) vallen;

en/of

goederen omschreven als

- P40841-001 SPS-PCA, M/B SUBPAN, SYS BRD+PCA Handle;

en/of

- 519346-001 Onboard Administrator tray; en/of

- 795107- B21 DL560 GEN9 CPU MEZZ BRD W/ MECH IT,

direct en/of indirect te verkopen en/of te leveren en/of over te dragen

en/of aan en/of uit te voeren naar (een) natuurlijk(e) perso(o)n(en)

en/of (een) rechtsperso(o)nen en/of (een) entiteit(en) en/of (een)

licha(a)m(en) in Rusland, te weten aan (onder andere) [naam bedrijf 10]

en/of [naam bedrijf 10] en/of voor gebruik in Rusland;

2.

hij, al dan niet handelend onder de naam [naam bedrijf 2] ,

op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 26

februari 2022 tot en met 19 juli 2023 te Moerdijk en/of Etten-Leur,

althans elders in Nederland, en/of Rusland,

tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen,

meermalen, althans eenmaal,

opzettelijk en in strijd met het krachtens artikel 2 en 3 van de Sanctiewet

1977 vastgestelde verbod van

artikel 1a van de Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014

juncto

artikel 12 van de Verordening (EU) nr. 833/2014 van de Raad van de

Europese Unie van 31 juli 2014,

heeft/hebben gehandeld door

bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel en/of

tot gevolg hebben dat de verbodsbepalingen van de Verordening (EU) nr

833/2014 van de Raad van de Europese Unie van 31 juli 2014 worden

omzeild, door:

- het (laten) opgeven van

[naam bedrijf 4] en/of [naam bedrijf 3] en/of [naam bedrijf 5] uit

Kazachstan en/of

[naam bedrijf 1] en/of [naam bedrijf 6] uit Kirgizië en/of

[naam bedrijf 8] uit Oezbekistan,

althans (een) bedrij(f)(ven) gevestigd in Kazachstan en/of Kirgizië en/of

Oezbekistan als geadresseerde (consignee) en/of ontvanger op

uitvoergeleidedocumenten en/of (pro forma) invoices en/of

luchtvrachtbrieven (airwaybills) en/of CMR-documenten,

zulks terwijl het/de daarop vermelde goed(eren) in werkelijkheid

bestemd was/waren voor (een) natuurlijk(e) perso(o)n(en) en/of (een)

rechtsperso(o)nen en/of (een) entiteit(en) en/of (een) licha(a)m(en) in

Rusland en/of voor gebruik in Rusland

en/of

- het bij de Rabobank (laten) opgeven van

(de klanten van) [naam bedrijf 1] (in Kirgizië)

als eindgebruiker(s) van de producten/goederen geleverd door [naam bedrijf 2]

/ [naam 6] ,

zulks terwijl deze producten in werkelijkheid bestemd was/waren voor

(een) natuurlijk(e) perso(o)n(en) en/of (een) rechtsperso(o)nen en/of

(een) entiteit(en) en/of (een) licha(a)m(en) in Rusland en/of voor

gebruik in Rusland;

3.

hij, al dan niet handelend onder de naam [naam bedrijf 2] ,

op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 12april 2023

tot en met 9 juni 2023,

te Moerdijk en/of Etten-Leur en/of (elders) in Nederland,

tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,

- een e-mail d.d. 9 juni 2023 gericht aan de Rabobank met als onderwerp:

‘Re: Informatieverzoek [nummer] ’ (DOC-089-01) (inhoudende

een beantwoording van een informatieverzoek met vragen van de

Rabobank)

zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te

dienen,

valselijk heeft/hebben opgemaakt en/of heeft/hebben vérvalst en/of

valselijk heeft/hebben doen (laten) opmaken en/of heeft/hebben doen

(laten) vervalsen,

immers heeft/hebben hij (verdachte) en/of zijn mededader(s), valselijk

en in strijd met de waarheid, in de e-mail opgenomen en/of (doen) laten

opnemen

-zakelijk weergegeven-

- dat [naam bedrijf 8] uit Oezbekistan de

eindgebruiker is van de producten van [naam bedrijf 2] / [naam 6] (storage

systemen en bladecenter),

en/of

- dat de klanten van [naam bedrijf 1] in Kirgizië eindgebruikers zijn van de

producten van [naam bedrijf 2] / [naam 6] ,

met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken

en/of door anderen te doen gebruiken;

4.

hij, al dan niet handelend onder de naam [naam bedrijf 2] ,

op of omstreeks 9 juni 2023,

te Moerdijk en/of Etten-Leur en/of (elders) in Nederland,

tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,

opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vals en/of vervalst geschrift

dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware het echt

en onvervalst en/of een zodanig geschrift opzettelijk heeft/hebben

afgeleverd en/of voorhanden heeft/hebben gehad, terwijl hij, verdachte

en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden

dat dit geschrift bestemd was voor gebruik als ware het echt en

on vervalst,

te weten:

- een aanvullende overeenkomst (gedateerd 16 mei 2022) op het contract

tussen [naam bedrijf 2] en [naam bedrijf 8]

gedateerd op 9 mei 2022 (DOC-089-02),

bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat in voornoemde

aanvullende overeenkomst in strijd met de waarheid was opgenomen

-zakelijk weergegeven- dat deze op 16 mei 2022 was opgemaakt en/of op

16 mei 2022 was ondertekend door of namens hem, verdachte [naam 6] ,

terwijl in werkelijkheid voornoemde overeenkomst op een later moment

(in 2023) was opgesteld en/of was ondertekend,

en

bestaande dat gebruikmaken hierin dat hij, verdachte, en/of zijn

mededader(s) voornoemde aanvullende overeenkomst heeft/hebben

gezonden/(toe)gemaild aan (een medewerker van) de Rabobank;

Artikel delen