Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

ECLI:NL:RBZWB:2025:1826

Bewindvoerder vraagt machtiging beloning verhuizen betrokkene, afgewezen ondanks uitspraak Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 1 April 2025

Jurisprudentie – Uitspraken

ECLI:NL:RBZWB:2025:1826 text/xml public 2025-04-01T15:01:47 2025-03-31 Raad voor de Rechtspraak nl Rechtbank Zeeland-West-Brabant 2025-03-31 NL:TZ:0000212008:B001 Uitspraak Beschikking NL Tilburg Civiel recht; Personen- en familierecht Rechtspraak.nl http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBZWB:2025:1826 text/html public 2025-04-01T14:55:58 2025-04-01 Raad voor de Rechtspraak nl ECLI:NL:RBZWB:2025:1826 Rechtbank Zeeland-West-Brabant , 31-03-2025 / NL:TZ:0000212008:B001
Bewindvoerder vraagt machtiging beloning verhuizen betrokkene, afgewezen ondanks uitspraak Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Toezicht

Locatie Tilburg

toezichtnummer

:

NL:TZ:0000212008:B001

CBM-nummer

:

BM13654

beschikkingsnummer

:

001

datum

:

31 maart 2025
Beschikking van de kantonrechter
op verzoek van:
[de bewindvoerder] B.V.,adres houdend te [adres] ,hierna te noemen: bewindvoerder,
met betrekking tot:
[betrokkene] ,geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1976,wonende te [woonadres] ,hierna te noemen: betrokkene.
Procedure 1.1
De kantonrechter heeft kennisgenomen van het verzoek (met bijlagen), ontvangen op 27 februari 2025.
1.2
De kantonrechter heeft op grond van de ontvangen informatie afgezien van een mondelinge behandeling.
Verzoek 2.1
Bewindvoerder vraagt om een beloning toe te kennen voor een verhuizing.
2.2
Volgens de bewindvoerder is de verhuiskostenvergoeding is een forfaitair bedrag. Dat wil zeggen dat deze vergoeding altijd moet worden toegekend als de bewindvoerder werkzaamheden heeft verricht in verband met een verhuizing. De bewindvoerder verwijst hiervoor naar de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 4 februari 2025.
Beoordeling 3.1.
Op grond van artikel 3, vijfde lid, aanhef en onder b, van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren (hierna: de Regeling beloning) – voor zover hier relevant – kent de kantonrechter naast de jaarbeloning in voorkomende gevallen, in geval er geen mentor is, een forfaitaire beloning toe voor een verhuizing.
3.2.
In de artikelsgewijze toelichting bij de Regeling beloning (Staatscourant 2014, nr. 32149, p. 14) staat bij artikel 3, vijfde lid, onder b, vermeld: “De werkzaamheden in het kader van een verhuizing vallen in beginsel onder de taak van de mentor. Daarom dient een beloning voor werkzaamheden in het kader van een verhuizing alleen te worden toegekend indien de betrokkene daartoe zelf niet in staat is en er geen mentor is die de verhuizing kan regelen.”
3.3.
In de Aanbevelingen meerderjarigenbewind (vastgesteld op 31 januari 2023) staat in paragraaf C8 over de beloning bij verhuizing vermeld: “Ten aanzien van de extra beloning in verband met verhuizen geldt dat dit een beloning is voor de inspanningen die een bewindvoerder verricht ten aanzien van de feitelijke verhuizing van de betrokkene. Daarbij kan gedacht worden aan de bewindvoerder die een verhuisbedrijf moet inschakelen, die een schoonmaakploeg moet inhuren en dergelijke, omdat de betrokkene en zijn sociale omgeving of mentor dit niet zelf kunnen regelen. De bewindvoerder moet vermelden waarom de betrokkene dit niet zelf kan. De administratieve werkzaamheden die gepaard gaan met een verhuizing horen tot de normale taak van een bewindvoerder.”
3.4.
Uit bovenstaande blijkt dat de verzochte forfaitaire verhuiskostenvergoeding met name bedoeld is voor werkzaamheden die in eerste instantie door betrokkene zelf moeten worden uitgevoerd. Als dat niet kan, dan is het aan de mentor en pas als die er niet is, aan de bewindvoerder om de verhuiswerkzaamheden te (laten) verrichten. De uitleg die de bewindvoerder geeft aan de Regeling beloning is niet logisch, want uit de artikelsgewijze toelichting op de Regeling beloning volgt dat de bewindvoerder geen recht heeft op de beloning als er een mentor is die de verhuizing kan regelen. Ook in die situatie moet de bewindvoerder administratieve werkzaamheden rondom de verhuizing verrichten. Het gaat hier kortom dus niet om een beloning voor de administratieve handelingen die een bewindvoerder altijd dient te verrichten als een cliënt verhuist.
3.5.
Verzoeker heeft nog verwezen naar de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 4 februari 2025 (ECLI:NL:GHARL:2025:563). In deze uitspraak heeft het Hof geoordeeld dat zodra er sprake is van een verhuizing en er geen mentor is die betrokkene bij de verhuizing kon ondersteunen de bewindvoerder de aangewezen persoon is om dat te doen en dat dan de betreffende forfaitaire beloning wordt toegekend.
3.6.
De kantonrechter gaat voorbij aan de uitspraak van het Hof. Anders dan het Hof is de kantonrechter namelijk van oordeel dat de administratieve handelingen die een bewindvoerder altijd dient te verrichten bij de verhuizing van een cliënt (of er nu wel of geen mentor is) vallen onder de standaardwerkzaamheden van een bewindvoerder en daarmee niet onder de werkzaamheden vallen waarvoor de regeling een beloning bij verhuizing toekent.
3.7.
Nu verzoeker geen andere werkzaamheden dan de genoemde administratieve handelingen heeft gesteld, wordt niet voldaan aan voornoemd criterium. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.
Beslissing
De kantonrechter wijst het verzoek af.

Deze beschikking is gegeven door mr. Rouwen, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 31 maart 2025.

Tegen deze beschikking kan -uitsluitend door tussenkomst van een advocaat- hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch:a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking (digitaal) is verstrekt of verzonden binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat deze beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.

Artikel delen