Arnt Schellekens is onlangs benoemd tot hoogleraar Verslaving en Psychiatrie aan het Radboudumc. Hij gaat op deze leerstoel onderzoek doen naar neurobiologische en psychologische mechanismen die bijdragen aan verslaving en de samenhang van verslaving met andere psychiatrische stoornissen. Schellekens staat voor dit onderzoek in contact met andere academische disciplines en hoopt met de inzichten uiteindelijk effectievere behandelingsstrategieën te ontwikkelen. Aan Sociaalweb vertelt hij welke uitdagingen deze positie met zich meebrengt en wat zijn grootste ergernissen zijn binnen de verslavingszorg.
Verslaving is een aandoening waarbij biomedische en psychosociale aspecten belangrijk zijn. In Nederland ontbrak een leerstoel op gebied van verslaving aan een medische faculteit. Binnen het Radboudumc en het Nijmegen Institute for Scientist Practitioners in Addiction (NISPA) is jaren hard gewerkt om het onderwerp verslaving binnen de medische faculteit op de kaart te zetten. Dit heeft geresulteerd in een gezamenlijke academische werkplaats met de sociale faculteit, het Donders Institute for Brain, Cognition, and Behavior, Radboudumc en NISPA. Daarnaast zijn de landelijke opleiding voor verslavingsartsen en het landelijke curriculum verslavingspsychiatrie ontwikkeld en ondergebracht binnen het Radboudumc. Dit biedt een unieke infrastructuur voor een leerstoel Verslaving en Psychiatrie, waarmee we een belangrijke bijdrage aan de zorg voor deze patiëntengroep kunnen leveren. Ik heb er echt ontzettend veel zin in om daar als hoogleraar mee aan de gang te gaan!
Verslaving is bij uitstek een aandoening waar lichaam en geest samenkomen. De interactie tussen biologische, psychologische en sociale factoren die bijdragen aan het verslavingsrisico, de effecten van middelen op lichaam en geest maken dit tot een heel boeiend werkveld. Het is daarbij zo belangrijk om de mens achter de verslaving te zien en biomedische, psychologische en sociaal maatschappelijke kanten te integreren. Dat is zowel in de zorg voor deze patiënten als in het onderzoek een uitdaging die mij al lange tijd erg boeit. Er valt nog veel te ontdekken en uit te zoeken op het gebied van verslaving. We begrijpen deze aandoening steeds beter maar het vertalen van wetenschappelijke inzichten naar individuele patiënten en hun behandeling is nog lastig. Toch kun je voor individuele patiënten en hun naasten het verschil maken. Dat maakt het werken met deze doelgroep voor mij heel bevredigend.
Als hoogleraar Verslaving en Psychiatrie wil ik in ieder geval de volgende uitdagingen aangaan:
(1) Het overbruggen van het onzinnige onderscheid tussen lichaam en geest dat in de geneeskunde helaas nog altijd dominant is;
(2) Het overbruggen van de kloof tussen wetenschap en praktijk zodat wetenschappelijke inzichten daadwerkelijk gaan bijdragen aan betere zorg, en;
(3) Het integreren van psychiatrische en verslavingszorg voor patiënten die kampen met verslaving en psychiatrische comorbiditeit.
Mijn dagen zijn doorgaans een afwisseling van patiëntenzorg, onderwijs, onderzoek en beleid. Het ene moment praat je met een patiënt en zijn of haar familie over de diagnose en behandelmogelijkheden, het andere moment zit je met genetica onderzoekers en hersenwetenschappers om tafel om na te denken hoe we verslaving beter kunnen begrijpen. Ik vind het inspirerend om jonge studenten hierover te vertellen en wetenschappelijke inzichten te vertalen naar beleid, samen met beleidsmakers in de zorg. Ik hoop dat die afwisseling blijft en ik dicht bij het primaire proces van zorg, onderzoek en onderwijs kan blijven staan.
Ik hoop dat ik met mijn onderzoek kan bijdragen aan meer gepersonaliseerde zorg voor patiënten die kampen met verslaving en daarmee ook aan betere behandeluitkomsten. Ik ben ervan overtuigd dat we betere resultaten kunnen boeken door meer op de persoon toegespitste behandelingen. Daarbij valt te denken aan behandelingen die zorg voor verslaving en aanwezige psychiatrische comorbiditeit integreren of bijvoorbeeld behandeling aangepast aan genetische eigenschappen van de individuele patiënt.
Het vooroordeel naar patiënten die kampen met verslavingsproblemen is één van de factoren die betere professionele zorg in de weg staat. Dat vooroordeel gaat gepaard met een stigma rond deze patiënten, maar ook met een zelfstigma van behandelaren wanneer zij zichzelf bijvoorbeeld onnodig minderwaardig positioneren ten opzichte van somatische collega’s. Dat vooroordeel kom ik tegen binnen de algemene psychiatrie, het ziekenhuis, de eerstelijns zorg, maar ook binnen de verslavingszorg. Vaak spelen handelingsverlegenheid en gebrek aan kennis en vaardigheden daarbij een belangrijke rol. Goed onderwijs op alle niveaus is cruciaal om deze vooroordelen te overkomen en de zorg voor deze patiënten verder te professionaliseren.
De versnippering van het onderzoek is echt een thema. Er gebeurt ontzettend veel onderzoek op allerlei plekken. Onderzoeksresultaten vinden vaak niet de weg naar de praktijk. Andersom komen klinische dilemma’s vaak niet terug in onderzoek. Dat bij elkaar te brengen is echt een opdracht die we met elkaar aan moeten gaan. Daarbij kun je niet als individuele onderzoeker het verschil maken, dat moet je met elkaar doen.
Inhoudelijk ga ik echt voor precisie psychiatrie. Ik denk echt dat we nog veel beter kunnen als we nog meer rekening houden met individuele kenmerken van de patiënt. Daarvoor moeten we zowel biologische metingen inzetten, zogenaamde biomarkers, maar ook psychomarkers en sociomarkers. Dat systematisch onderzoek is lastig, omdat je zoveel variabelen hebt waar je rekening mee moet houden. Toch is dat niveau van complexiteit wel de realiteit voor onze patiënten. Daar ligt een mooie uitdaging voor de komende tijd.
Een goed boek of artikel, mooie muziek of verblijf hoog in de bergen. Dat zijn dingen waar ik helemaal in op kan gaan en inspiratie uit kan halen, omdat ik dan even weg ben uit de dagelijkse dingen die me bezighouden. Dat helpt om op ideeën en nieuwe inzichten te komen.
Het liefst lees ik een biografie. Mooie voorbeelden vind ik bijvoorbeeld het boek Het huis van de dichter over de pianist Egerov of de film Dancer over de balletdanser Polunin. Beide verhalen tonen heel mooi de mens achter de coulissen, hun demonen, dilemma’s en de contrasterende werelden waarin zij zich begeven. Dat vind ik echt heel knap gedaan. Het kan mij ontzettend roeren om toegelaten te worden in de vaak paradoxale binnenwereld van mensen, waardoor ik denk ze iets beter te kunnen gaan begrijpen. Dat inspireert mij ook in de patiëntenzorg en het onderzoek.
Eigenlijk word ik ’s nachts alleen wakker van mijn diensttelefoon of de kinderen. Ik ben een goede slaper en wordt niet zo gauw wakker… Laat mij maar lekker in dromenland!
In de rubriek In Beweging houden wij u op de hoogte van personele wisselingen en promoties binnen het sociaal domein, zorg en welzijn. Lijkt het u leuk om net als Arnt Schellekens mee te werken aan onze rubriek In gesprek met een beweger, of kent u een collega die graag meer wilt vertellen over zijn/haar overstap naar of binnen het sociaal domein? Geef het door via info@sociaalweb.nl, wij laten u graag aan het woord!