Marieke van Wieringen promoveerde op 17 mei 2019 aan de Vrije Universiteit (VU) op haar proefschrift "Care is not just about care anymore". Momenteel is zij bezig met het onderzoek ‘Goed gestemde verzorgende’ waarin Marieke probeert te achterhalen hoe verzorgenden beter hun stem hoorbaar kunnen maken. Waarom is zij begonnen met dit onderzoek, waar zit voor haar de uitdaging en wat is haar grootste ergernis binnen het Sociaal domein?
Sinds 1 maart werk ik als postdoc-onderzoeker bij de afdeling Organisatiewetenschappen aan de VU in Amsterdam. In het tweejarig onderzoek ‘Goed gestemde verzorgenden’ onderzoek ik op welke manieren de positionering, (h)erkenning van het vak van verzorgende individuele gezondheidszorg (IG) en het geven van een stem aan deze beroepsgroep te faciliteren en waarborgen is.
Het onderzoek kent drie onderzoekslijnen. In de eerste onderzoekslijn kijken we naar ‘Ambassadeurstrajecten voor verzorgenden’, georganiseerd vanuit Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN). We bestuderen de opbrengsten van de trajecten voor verzorgenden zelf, en hun positie in de eigen zorgorganisatie en daarbuiten. In de tweede onderzoekslijn, binnen zorgorganisaties, kijken we naar (de vertegenwoordiging van verzorgenden in) overlegstructuren en vertegenwoordigingsorganen. Ook kijken we naar de rol van de verdeling van taken en verantwoordelijkheden, en gaan we na in hoeverre de ontwikkeling van verzorgenden in zorgorganisaties ondersteund wordt. In de derde onderzoekslijn bestuderen we de socialisering van verzorgenden in het MBO Zorgonderwijs.
Het doel is om te achterhalen welke specifieke competenties van verzorgenden versterkt moeten worden om ze beter hun stem te laten uitdragen. Onze focus op de omgeving waarin verzorgenden werken moet bovendien laten zien onder welke omstandigheden verzorgenden het best in staat zijn om hun stem te laten horen, op een manier waar anderen ontvankelijk voor zijn.
Wat mij in dit onderzoek aantrekt is dat ik een bijdrage kan leveren aan het scheppen van de condities waarin de cruciale beroepsgroep van verzorgenden een stem ontwikkelt en uitdraagt, zodat hun belangen en ideeën gehoord worden. Dit is van belang omdat zij zo hun cruciale rol naar behoren en vooral ook met plezier kunnen blijven vervullen.
Al sinds mijn bachelor Algemene Sociale Wetenschappen aan de UvA heb ik interesse in vraagstukken in de zorg. Tijdens mijn promotieonderzoek spitste dit zich toe op de vraag hoe zorgprofessionals in de thuiszorg omgaan met tegenstrijdige eisen en veranderingen in hun werk. Mijn huidige interesse in de beroepsgroep van verzorgenden komt eigenlijk vooral voort uit verbazing over het feit dat er in zowel beleid als wetenschappelijk- en praktijkgericht onderzoek relatief weinig aandacht is voor de ontwikkeling, belangen en ideeën van mensen uit deze beroepsgroep. Dat wil zeggen: de beroepsgroep die feitelijk het grootste aandeel in de zorg levert.
Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN) is de drijvende kracht in de verspreiding van het besef dat dit anders moet. Het belang hiervan is inmiddels bij in ieder geval ZonMw en VWS doorgedrongen. Zo organiseerde V&VN met financiering van ZonMw al een ‘Ambassadeurstraject voor Verzorgenden in de Wijk’. ZonMw financierde ook het onderzoek dat ik met collega’s naar de opbrengsten en leerpunten van dit eerste traject deed. Tijdens het congres ‘De Stem van de Verzorgenden’ van afgelopen mei werden er nog drie ambassadeurstrajecten voor verzorgenden IG (intramuraal en extramuraal) afgesloten. VWS financierde op haar beurt deze drie trajecten en financiert tevens ons onderzoek naar de beroepsgroep van verzorgenden.
De grootste uitdaging is waarschijnlijk om deelnemers voor het onderzoek te vinden. De kwalitatieve onderzoeksmethoden (interviews en focusgroepen) vergen een relatief grote tijdsinvestering van respondenten en met name zorgprofessionals hebben het al druk genoeg.
Naar mijn idee is er vaak te weinig aandacht voor de impact van beleids-, systeem- en organisatieveranderingen op de werkvloer. Door top-down sturing hebben zorgprofessionals bovendien geen tot nauwelijks inspraak bij het ontwerpen en implementeren van veranderingen. Voor mijn huidige onderzoek interview ik verzorgenden en van hen hoor ik regelmatig dat zij soms een keertje mogen komen ‘meepraten’ over de eerste ideeën voor een verandering. Zij worden vervolgens echter niet meer betrokken bij het eigenlijke ontwerp en de implementatie van beleid. Ook zien zij uiteindelijk weinig terug van de door hen ingebrachte ideeën. Zij ervaren de raadpleging of inspraakmomenten dan ook veelal als symbolisch. Dit, en een gebrek aan informatievoorziening naar de werkvloer werkt een verkleining van het draagvlak voor beoogde veranderingen in de hand. Het kan tot gevolg hebben dat de verandering tevens symbolisch is, in de zin van dat het beleid mooi omschreven staat, maar van uitvoering op de werkvloer nauwelijks sprake is.
De verzorgenden die deelnemen aan de ambassadeurstrajecten die ik onderzoek inspireren mij vaak. Tijdens het leertraject treden de meeste deelnemers meer dan eens ver uit hun comfort zone. Al pionierend in hun ambassadeursrol steken zij hun kop boven het maaiveld uit. Zij krijgen nog lang niet altijd de gehoopte respons van directe collega’s of leidinggevenden, en ervaren soms zelfs tegenwerking. Dat weerhoudt velen er echter niet van om door te zetten en waar nodig naar andere wegen te zoeken om hun stem te laten horen.
Ik vind het altijd bewonderenswaardig als iemand een lastige kwestie stante pede weet en durft te benoemen en (ogenschijnlijk eenvoudig) bespreekbaar weet te maken.
In de rubriek In Beweging houden wij u op de hoogte van personele wisselingen en promoties binnen het sociaal domein, zorg en welzijn. Lijkt het u leuk om net als Marieke van Wieringen mee te werken aan onze rubriek In gesprek met een beweger ? Geef het door via info@sociaalweb.nl , wij laten u graag aan het woord!