Floortje Scheepers is sinds kort de nieuwe directeur Wetenschap van Kenniscentrum Phrenos, dat zich richt op herstel en participatie van mensen met psychische aandoeningen. Deze functie zal zij uitoefenen naast haar hoogleraarschap Innovatie in de ggz bij het UMC Utrecht. Een gesprek met Floortje over haar nieuwe functie en de huidige ontwikkelingen en uitdagingen waarvoor de ggz nu staat.
Wat sprak je aan bij de functie van wetenschappelijk directeur bij Phrenos?
Phrenos is een kenniscentrum dat zich richt op ernstige psychiatrische aandoeningen. Veel projecten waar Phrenos bij betrokken is gaan uit van een holistische kijk op mensen en ondersteuningsgerichte visie op herstel in de breedste zin van het woord. Dat is iets waar ik grote affiniteit mee heb. De zorg voor juist deze groep mensen schiet heel vaak tekort en daarom is er een grote gezamenlijke inzet nodig om het beter te organiseren. Ik merk dat het soms best lastig is die gezamenlijkheid voor elkaar te krijgen. Er lopen heel veel initiatieven om de ggz beter in te richten voor mensen met ernstige ontregeling en ontwrichting, maar de krachten hierin bundelen gaat niet vanzelf. Ik hoop dat ik vanuit Phrenos kan bijdragen aan het versterken van samenwerking en het leggen van een fundament voor een lerend (kennis)netwerk, waarbij verschillende initiatieven op een gelijkwaardige manier zijn aangesloten.
Waar komt je interesse voor de geestelijke gezondheidszorg vandaan?
Ik heb altijd wel een fascinatie gehad voor mensen die buiten de lijntjes denken, in alle opzichten. Kunst, originaliteit maar ook ontsporing van het denken vond ik als kind al zo wonderlijk en moeilijk te begrijpen, en dat trok me ook tijdens mijn studie geneeskunde naar de geestelijke gezondheidszorg toe. Wat is denken? En wat vormt ons denken, of laat het vastlopen in patronen die niet goed te doorbreken zijn? Nog steeds kan ik er niet genoeg van krijgen om hier met mensen over te praten, over te lezen of me op een andere manier in te verdiepen. Ons denken gaat echt over hoe wij onszelf en het leven ervaren.
Wat zijn en worden volgens jou de grootste uitdagingen in het wetenschappelijk veld van de ggz?
Ik denk dat de grootste uitdaging is dat we het lineaire, dichotome denken moeten durven loslaten. Zolang we de complexiteit niet erkennen die samenhangt met mentale processen zullen we wetenschappelijk gezien blijven zoeken naar een speld in een hooiberg. Object versus betekenis, de samenhang tussen losse delen en het geheel, beweging, adaptatie, non-causaliteit, emergentie, relationele afhankelijkheid; het zijn allemaal aspecten waar we ons niet langer van weg moeten draaien in de wetenschap. Hoe lastig ook te onderzoeken, het ontkennen of negeren lost het probleem niet op.
Wat hoop je in deze functie bij te dragen aan de ggz in het algemeen?
Zoals gezegd zou ik willen dat Phrenos onderdeel wordt van een groter lerend netwerk in Nederland. Voor Phrenos is de groep mensen met ernstige psychische ontregeling het uitgangspunt en er zijn verschillende belangrijke thema’s die hiermee samenhangen zoals rehabilitatie en peer support. Er is overlap, maar er zijn ook verschillen met andere initiatieven en organisaties die zich richten op mentale gezondheid. Als het ons lukt die initiatieven te verbinden op een dynamische manier kunnen we van elkaar leren, veel meer massa maken en daarmee grotere sociaal maatschappelijke impact bewerkstelligen.
Wat kan volgens jou écht beter in de ggz?
We moeten beter luisteren naar patiënten, maar ook naar elkaar. Belangrijk is dat we open staan voor andere perspectieven en daarvan ook leren. Nora Bateson, dochter van de beroemde antropoloog Gregory Bateson, organiseert bijvoorbeeld warm data labs. Dat zijn dialoogsessies waarbij mensen met hele verschillende achtergronden samen een lastig probleem bespreken, zoals wachtlijsten in de zorg. Door alle perspectieven op tafel te leggen, en ook soms in de stoel van de ander te gaan zitten en het andere perspectief aan te nemen, ontstaat nieuwe kennis en nieuw inzicht. Dat zouden we in de ggz ook moeten doen. Laat psychiaters maar eens in de rol van verzekeraars stappen, verzekeraars in de rol van patiënt en patiënten in de rol van een hulpverlener, en kijk dan hoe het gesprek loopt en wat we daarvan kunnen leren.
Wat is jouw visie op de huidige stand van zaken in de ggz?
De ggz is te veel ‘een systeem’ geworden waardoor mensen te weinig bewegingsruimte ervaren. Zorgstandaarden, richtlijnen, protocollen, financieringssystematiek, wetten, regels, kwaliteitskeurmerken, visitatieprotocollen, verantwoordingseisen, een organisatie in verschillende programma’s, zorglijnen, expertisecentra, clusters of echelons hebben de boel op slot gezet. Dat veranderen vraagt enorm veel moed, doorzettingsvermogen en creativiteit. Maar het is belangrijk dat het gebeurt, want patiënten en professionals hebben ruimte en tijd nodig voor het juiste gesprek. Als we die tijd en ruimte niet gaan vinden loopt het systeem onherroepelijk verder vast.
Als je niet in de psychiatrie werkzaam was geweest, welk beroep had je dan het liefst beoefend?
Dan zou ik wiskundeleraar zijn geworden. Vroeger op school vond ik wiskunde heel leuk, maar het is nooit bij me opgekomen dat ik daar iets mee kon doen. Tijdens mijn tijd als onderzoeker kwam mijn liefde voor cijfertjes weer terug en ook als ik soms mijn dochter met haar wiskunde huiswerk help merk ik hoe dol ik ben op sommen die een juiste uitkomst hebben. Gek genoeg staat dat haaks op de dynamische, adaptieve werkelijkheid van de psychiatrie, waarin geen enkele uitkomst vast lijkt te liggen.
Wie of wat inspireert je, en waarom?
Oneindigheid inspireert me. Het oneindige van het heelal om ons heen, de oneindigheid van het internet, van complexe systemen, van interacties tussen mensen, van kennis, van tijd…. Het zorgt ervoor dat ik me miniscuul klein voel, een verwaarloosbare korrel zand in de woestijn en tegelijkertijd verbonden met alles en iedereen en een onmisbaar schakeltje in een groter geheel. Die gedachte dat alles en niets zo in elkaar verweven zit geeft mij een gevoel van lichtheid en rust.
Welk boek/welke film raad je iedereen aan?
Haha, dat is op dit moment mijn eigen boek dat net is uitgekomen bij de Arbeiderspers, ‘Mensen zijn ingewikkeld’. Wat we net bespraken is daar voor een deel in terug te vinden. Ik probeer met het boek aan te zetten tot dialoog. Wijsheid ontwikkelt zich tijdens een gesprek met de ander.