Mark de Jong is in februari gepromoveerd aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. In zijn proefschrift kijkt hij naar manieren om traumatische dwangopnames van psychiatrische patiënten te voorkomen. Wij gingen met hem in gesprek over de resultaten van zijn onderzoek, zijn visie op dwangopnames en de invloeden van de tekorten in de jeugd-ggz op de reguliere ggz.
Hoe is je promotieonderzoek naar de vermindering van psychiatrische dwangopnames tot stand gekomen?
Na de opleiding tot psychiater kreeg ik bij ggz-instelling Yulius de ruimte om één dag per week te besteden aan wetenschappelijk onderzoek. In het begin besteedde ik die tijd voornamelijk aan de zoektocht naar een geschikt onderwerp voor een promotieonderzoek. Wat het ook zou worden, ik wilde in elk geval dat mijn onderzoek relevant zou zijn voor mijn dagelijkse werk in de patiëntenzorg als psychiater in een FACT-team. Via-via kwam ik in contact met Niels Mulder (hoogleraar Openbare Geestelijke Gezondheidszorg, red.), mijn latere promotor. Geïnspireerd door zijn deskundigheid en enthousiasme ben ik aan de slag gegaan met het onderwerp psychiatrische dwangopnames.
Hoe kijk jij aan tegen psychiatrische dwangopnames?
Een flink deel van mijn patiënten bij Yulius heeft een dwangopname ondergaan. Soms gebeurde dat heel onverwacht via een crisismaatregel, soms na een lang proces van geleidelijke achteruitgang. Ik vind dat een dwangopname altijd de allerlaatste optie moet zijn en pas ingezet moet worden als echt alles geprobeerd is om de patiënt te motiveren tot behandeling en vrijwillige opname. Het moment dat een patiënt verplicht mee moet met de ambulance, soms met politieondersteuning erbij, is voor hem of haar zeer ingrijpend en pijnlijk. Voor mij als behandelaar voelt het als een nederlaag, omdat het niet gelukt is de dwangopname te voorkomen. Toch vind ik het ook gerechtvaardigd om in te grijpen wanneer iemand een gevaar is voor zichzelf en/of voor de omgeving. Niet ingrijpen zou in zo’n situatie geen optie zijn, omdat daarmee de patiënt aan zijn lot wordt overgelaten.
Wat zijn de belangrijkste conclusies uit je onderzoek?
Mijn promotieonderzoek bestaat uit vijf deelprojecten, die in samenhang mijn proefschrift vormen en waaruit ik de volgende conclusies getrokken heb:
1) Dwangopnames kunnen met ongeveer een kwart verminderd worden door toepassen van crisis- en signaleringsplannen.
2) Gestructureerde behandelprogramma’s zoals het KR8-programma kunnen bijdragen aan verminderen van (dwang)opnames bij patiënten met een psychotische stoornis.
3) Bij de meerderheid van de patiënten die onder dwang opgenomen worden, neemt het gevaar af na een dwangopname, maar bij een aanzienlijke minderheid blijft het gevaar bestaan.
4) Dakloosheid, huisvestingsproblemen en lager niveau van functioneren zijn belangrijke risicofactoren voor een dwangopname.
5) Speciale aandacht is nodig voor patiënten met ernstige psychiatrische stoornissen die recent een dwangopname ondergingen, omdat een tweede dwangopname in meerderheid binnen 6 maanden na de eerste plaatsvindt.
Wat zijn volgens jou andere grote thema’s binnen de psychiatrie waar meer aandacht voor moet komen?
Als FACT-psychiater en met de kennis uit mijn proefschrift in mijn achterhoofd vind ik het voorkomen en verminderen van dwang natuurlijk een erg belangrijk thema. Maar los daarvan hecht ik vanuit het spreekkamerperspectief grote waarde aan goede informatie over de medicatie die in de psychiatrie wordt gebruikt. Zowel het grote nut ervan, bijvoorbeeld van antipsychotica bij psychotische stoornissen, maar ook de schadelijke bijwerkingen moeten eerlijk besproken worden. Ook vind ik het belangrijk om de familie en andere belangrijke personen uit het sociale netwerk van de patiënt structureler te betrekken bij de behandeling.
Vanuit het bredere perspectief op de gehele psychiatrie in Nederland is voldoende financiering voor de zorg voor patiënten met ernstige psychiatrische aandoeningen een belangrijk thema, evenals het verminderen van de tekorten aan goed gekwalificeerd personeel in die sector.
Wat kan er volgens jou écht beter binnen de psychiatrie?
Wat mij zorgen baart, zijn de problemen in de kinder- en jeugdpsychiatrie: het tekort aan goed personeel en middelen, de lange wachtlijsten, de financiering die per gemeente weer anders geregeld is, enzovoorts. Een goed functionerende kinder- en jeugdpsychiatrie is belangrijk om te voorkomen dat beginnende psychiatrische stoornissen bij kinderen uitgroeien tot ernstige (chronische) psychiatrische aandoeningen bij volwassenen.
Als je niet in de psychiatrie werkzaam was, welk beroep had je dan het liefst beoefend?
Waarschijnlijk was ik dan huisarts geworden.
Wie of wat heeft je geïnspireerd om een carrière in de psychiatrie na te jagen en waarom?
Door een toevallige samenloop van omstandigheden kreeg ik als jonge afgestudeerde arts een baan als ANIOS (arts niet in opleiding tot specialist) in een kliniek voor ouderenpsychiatrie. Mijn eerste supervisor Anja Gosker straalde een groot enthousiasme uit voor het mooie vak dat wij als psychiaters hebben. Zij liet mij met kennis van zaken en met de nodige humor zien wat wij voor al die mooie, maar kwetsbare ouderen konden betekenen. Haar opmerking, kort nadat ik op die afdeling was begonnen, dat er bij de instelling de mogelijkheid was om de opleiding tot psychiater te volgen, schoot wortel. Toen ik een paar jaar later AIOS (arts in opleiding tot specialist) psychiatrie was, stelde plaatsvervangend opleider Arthur Van Gool mij voor om een case report te schrijven naar aanleiding van een interessante patiënt. Hij stimuleerde mij zo om naast de patiëntenzorg ook actief te worden in de wetenschap. De cirkel was rond toen hij bij mijn promotie als co-promotor optrad.
Welk boek/welke film raad je iedereen aan?
Voor mij is dat de film A Beautiful Mind. Deze film, over het leven van de met schizofrenie gediagnosticeerde wiskundige John Forbes Nash jr., geeft op indrukwekkende wijze een inkijk in de belevingswereld van iemand die psychotisch wordt.
Verder vind ik, zeker voor psychiaters, het boek Lying on the Couch van Irvin Yalom een aanrader (zijn andere boeken zijn trouwens ook zeker de moeite waard).