In gesprek met Monique Dullemond, Wmo-consulent bij Factum

Waarom ben je als Wmo-consulent bij Factum begonnen?

Een collega gaf me de tip Factum te benaderen omdat zij jarenlang met veel plezier bij hen had gewerkt. De kennismaking verliep heel plezierig en voelde meteen goed. De professionaliteit en onderlinge betrokkenheid vind ik bijzonder en spreken me erg aan. Ik kan me dan ook volledig vinden in de waarden van Factum: bekwaam, betrokken, integer, proactief en resultaatgericht!

Welke uitdagingen zie je als Wmo-consulent?

Het mooiste van het vak vind ik tevens ook de grootste uitdaging: het vinden van passende oplossingen voor mensen die recht doen aan de situatie en aan de wet. Ik ben van mening dat de mens altijd centraal moet staan en je samen met de hulpvrager en zijn omgeving, door goed te luisteren en de juiste vragen te stellen, tot de beste oplossingen komt. En die zouden wel eens heel eenvoudig en praktisch kunnen zijn. Het systeem met al zijn kaders en regels geeft richting, maar kent ook zijn beperkingen. Uiteindelijk gaat het om doelgericht werken en dan ben ik niet bang om buiten de lijntjes te kleuren, zo lang ik dit kan verantwoorden. Maatwerk zal altijd nodig zijn omdat geen mens en geen situatie hetzelfde is. Ik geloof in de kracht van samenwerking en zoek die dan ook graag op. Ik wil dan ook mijn best doen om een bijdrage te leveren aan het bouwen van bruggen door te blijven denken in mogelijkheden.

Wat is jouw visie op de huidige ontwikkelingen in de Wmo?

Ik maak me zorgen om de aanzuigende werking die uitgaat van de vaste eigen bijdrage en wat de aankomende recessie voor gevolgen gaat hebben op de al bestaande tekorten bij gemeenten. Tegelijkertijd denk ik dat we met ons eigen gezonde verstand heel veel kunnen oplossen: misschien kan een kleine investering grotere maatschappelijke kosten in de toekomst voorkomen. Of kan het toegankelijker maken van bijvoorbeeld een heel gebouw allemaal -duurdere- individuele woningaanpassingen voorkomen. Ik merk ook dat mensen over het algemeen nog steeds moeite hebben om te vinden waar ze waarvoor moeten zijn. Eén loket voor al je vragen zou een oplossing kunnen zijn.

Als je niet in dit domein werkzaam was, welk beroep had je dan het liefst beoefend?

Ik kom uit een andere professie, namelijk communicatie, wat ik ook nog steeds een mooi vak vindt, maar ik ben niet voor niets als Wmo consulent gaan werken. Ik zie dat ik van betekenis kan zijn voor mensen en kan mijn communicatieve vaardigheden hierbij goed gebruiken!

Wie of wat inspireert je en waarom?

Mensen die vanuit passie werken in het sociaal domein en mij laten zien hoe het ook kan.

Welk boek raad je iedereen aan?

O, dus dát is Wmo! van Sandra Jacobs. Een (h)eerlijk boek vol herkenbare verhalen voor adviseurs en eyeopeners voor beleidsmakers. Geschreven door een bevlogen en ervaren consulent die -zoals ze zelf zegt- werkt met de wet in de ene hand en haar hart in de andere.

Gezond verstand in het sociaal domein, van systeemdenken naar mensdenken van Anne Vrieze. Een helder boek over 25 jaar sociaal domein, waarin de auteur toegankelijk vertelt vanuit eigen ervaringen en inzicht geeft in de ontwikkelingen en de gevolgen ervan. Anne kijkt ook naar de toekomst en pleit daarbij voor niet weer een stelselwijziging, meer geld of bezuinigingen, maar een cultuuromslag waarbij de mens om wie het gaat centraal staat. Het boek nodigt uit om na te denken en met elkaar in gesprek te gaan.

Doen wat goed is van Sophie Albers en Albert Jan Kruiter. Hoe vinden professionals een weg voor mensen die hulp nodig hebben in een wereld van decentralisaties, wachtlijsten en woningnood? Dit boek is een pleidooi om anders te kijken en praktische wijsheid van professionals te herkennen, te waarderen en beter te benutten. Professionals die ruimte vinden tussen de regels om mensen te helpen.

Meer weten over Factum? Klik hier.