Ook in coronatijden loopt de arbeidsmarkt in de zorg gewoon door. Zo is Sander Hofstede in april begonnen als Directeur bedrijfsvoering bij verslavingszorginstelling Jellinek. In deze functie is Sander verantwoordelijk voor de bedrijfsmatige en financiële huishouding. Sociaalweb interviewde Sander over zijn interesse voor verslavingszorg, zijn nieuwe functie bij Jellinek en hoe hij dit in tijden van lege kantoren oppakt.
Waarom hebt u voor directeur bedrijfsvoering gekozen?
Sinds mijn studietijd heb ik al de ambitie gehad om de zorg te verbeteren, via de bedrijfsvoering. Ik heb verschillende soorten banen gehad, maar dit is eigenlijk altijd de rode draad geweest. Het gaat in de zorg natuurlijk om mensen, maar de zorg heeft ook een bedrijfsmatige kant: zorgvuldig met het geld en de belangen omgaan. Een gezonde bedrijfsvoering is dan ook belangrijk voor een zorgorganisatie en daar maak ik me graag hard voor.
Waar komt uw interesse voor verslavingszorg vandaan?
Eén van mijn eerste banen was als consultant bij de Plexus Medical Group. Daar heb ik kennisgemaakt met Jellinek. Jellinek heeft me altijd gefascineerd: zowel de behandelaren als de cliënten zijn bijzondere mensen. Ook het brede spectrum van Jellinek spreekt me aan. Jellinek heeft enerzijds een sterke preventietak, die al begint bij kinderen. Dat is enorm belangrijk werk. Anderzijds doet Jellinek het ‘zware’, outreachende werk in regio’s als Utrecht en Amsterdam. Dit gaat vaak over chronische verslaving en complexe (andersoortige) problematiek.
Daarnaast kennen we een sterk ontwikkelde curatieve tak. Dit gaat juist om korte episodes waarin cliënten van hun verslaving worden afgeholpen. Die afwisseling en dynamiek maken de verslavingszorg, en Jellinek in het bijzonder, een erg leuke plek om te werken.
Ook de grote latente vraag naar verslavingszorg spreekt me aan. Verslavingszorg bereikt slechts een relatief kleine groep, en bij verslaving speelt vaak ook schaamte een rol. We zien dat de zware doelgroep wordt bereikt: dak- en thuislozen, werklozen, of juist de lichtere doelgroep die pas bij ons komt als het net te laat is, bijvoorbeeld als ze gescheiden zijn vanwege hun verslavingsprobleem. Het zou zo mooi zijn als we ons bereik nog verder konden vergroten, dan bereik je meer mensen en voorkom je dus ook meer problemen.
Welke uitdagingen ziet u in uw functie als directeur bedrijfsvoering?
Een belangrijke uitdaging is Jellinek financieel gezond houden. We worden strak gecontracteerd door verzekeraars en onze marge staat onder druk. Jellinek moet financiële ruimte over houden voor investeringen in bijvoorbeeld (renovatie van) gebouwen, digitalisering of nieuwe behandelmethoden. Dan denk ik vooral ook aan investeringen in mensen: zorgen voor de juiste professionals op de juiste plek in een krappe arbeidsmarkt, zorgen voor een goed opleidingsklimaat en zorgen voor een fijne werkplek. Tegenwoordig is dat ook vaak thuis.
De digitale innovatie – ik noem het maar even de positieve kant van het coronavirus – willen we absoluut vasthouden. We zijn meer gaan behandelen op afstand (beeldbellen), daar wil ik bij een groot deel van vooral de ambulante behandelingen mee doorgaan. Je kunt ook denken aan innovaties voor grotere groepen, zoals dagbehandelingen via beeldbellen en zelfs een deel van de klinische behandeling zou op afstand kunnen. Zulke innovaties moeten we zorgvuldig doorvoeren, dus dat zie ik ook als een belangrijk aandachtspunt.
Hoe ziet uw dag eruit?
Dit is een rare tijd om te starten. Zo heb ik wel verschillende locaties bezocht, maar die stonden grotendeels leeg. Ik heb fysiek kennisgemaakt met de mensen die dat wilden, maar ik zit vooral vanuit huis te beeldbellen. De gesprekken zijn efficiënt en enorm doelgericht, maar ik mis de ‘contacten bij de koffieautomaat’ wel. Met mensen praten, contact maken, netwerken, dat is namelijk mijn stijl.
Naast mijn ‘inwerkprogramma’ en ‘Arkin-brede’ projecten (Jellinek is onderdeel van Arkin) houd ik me bezig met het herstarten van de reguliere zorg, en alles wat daarvoor nodig is binnen de kaders van de anderhalvemetersamenleving.
Als u niet in de verslavingszorg werkzaam was, welk beroep had u dan het liefst beoefend?
Chirurg of piloot, in het eerste geval wel traumachirurg of gynaecologie in een academisch of onderzoekscentrum. Beide lijken me nog steeds interessante vakken met veel ontwikkeling en dynamiek.
Wat betreft piloot: het lijkt me heerlijk om over de wereld te vliegen. Ik houd erg van reizen. Waarom ik geen piloot geworden ben? Het lijkt me ook saai: je doet eigenlijk de rest van je leven hetzelfde. Bedrijfskundige in de zorg is afwisselender! Ik heb het vandaag gehad over onze panden – hoe nemen we monumentale panden weer op een veilige manier in gebruik? - ook heb ik gepraat met de Ondernemingsraad, ik had een leuke MT-meeting en een onverwacht leuk gesprek met een medewerker over de toekomst van Jellinek.
Ik houd van afwisseling. In je loopbaan moet je wendbaar blijven, niet vastroesten in een bepaald vak. Arbeidsmobiliteit voor medewerkers vind ik dan ook belangrijk. Bij Jellinek zijn er veel professionals die in hun werkende leven ook nog andere dingen willen en kunnen doen. Daar ligt ook een taak voor ons, bijvoorbeeld om goede opleidingsmogelijkheden te faciliteren. Daarmee zeg ik overigens niet dat het verkeerd is als mensen ervoor kiezen om wel langere tijd op een bepaalde functie of bij een bepaalde organisatie te blijven. De loyaliteit daarin spreekt me ook erg aan.
Wie of wat inspireert u en waarom?
Nieuwe dingen, dingen die tot iets moois en iets beters leiden. Ik krijg energie van innovatie, vernieuwing en verbetering.
Fotograaf: Niels Blekemolen