Soraya Amir is adviseur bij het team Sociaal Domein van TransitiePartners. Op dit moment is ze onder andere bezig met de inclusieagenda voor de gemeenten Druten en Wijchen, waarbij ze iedereen wil laten aanhaken. Wij vroegen haar naar de grootste uitdagingen in het sociaal domein en wat zij hieraan hoopt bij te dragen.
Waarom ben je als beleidsadviseur bij TransitiePartners gestart?
Het sociaal domein kent diverse complexe maatschappelijke vraagstukken. Dit vraagt van een gemeente om te blijven kijken naar de manier van werken die past bij het vraagstuk. Mijn ambitie is om gemeenten hierbij te helpen door niet alleen de samenwerking binnen de gemeente te optimaliseren, maar ook de netwerkpartners en inwoners bij dit proces te betrekken. TransitiePartners is voor mij de ideale plek om mijn ‘ware ik’ te laten zien. Ik krijg hier de ruimte om te groeien. De lijnen zijn kort en ondanks dat iedereen voor andere opdrachtgevers werkt is er een hechte cultuur. Dankzij de samenwerking met collega’s kan ik mij ontwikkelen tot de professional die ik wil worden. Het vertrouwen dat TransitiePartners in mij heeft geeft mij de ruimte om opdrachten zelfstandig op te pakken. waardoor ik weer een snelle groei doormaak.
Welke uitdagingen zie je in het sociaal domein?
De stijgende kosten in het sociaal domein. Om grip te krijgen op deze kosten moeten er keuzes worden gemaakt, soms moeilijke keuzes. Maar zo ver zijn wij in mijn optiek nog niet. Om tot deze keuzes te komen heb je namelijk de juiste sturingsinformatie nodig. Uit een onderzoek van I&O Research blijkt dat het monitoren van resultaten in de Wmo, Jeugdwet en Participatiewet niet altijd voldoende sturingsinformatie oplevert. Dit heeft niet zozeer te maken met het feit dat er niet voldoende data is; het gaat er meer om hoe je een monitor goed inricht en welke achterliggende of verklarende factoren je uit de gegevens kan halen om tot kostenbeheersing te komen. In het onderzoek komt bijvoorbeeld naar voren dat de verzamelde gegevens niet altijd makkelijk te duiden zijn. Dat ervaar ik nu ook bij de gemeentes en netwerkpartners waarvoor ik heb gewerkt.
Hoe ziet je dag er in coronatijd uit?
In deze tijden zou je denken dat elke dag er hetzelfde uitziet, gezien het vele thuiswerken. Toch probeer ik de afwisseling erin te houden. Bij mij begint het ochtendritueel (douchen, ontbijten) om 07.00. Ik log vervolgens in om 09.00. Afhankelijk of ik een online meeting heb begin ik de werkdag vaak met de planning voor de dag. Momenteel ben ik onder andere bezig met de inclusieagenda voor de gemeente Druten en Wijchen. De grootste uitdaging is om iedereen binnen de gemeente aangehaakt te krijgen om vervolgens alles buiten de muren van de gemeente goed te organiseren. Kortom, een mooie klus waar ik me helemaal in kan verdiepen! Naast de lunchpauze probeer ik ook om het uur een korte pauze in te plannen, zodat ik genoeg beeldschermpauze heb. Tijdens mijn beeldschermpauze doe ik verschillende activiteiten zoals yoga, wandelen, schilderen of puzzelen.
Wat hoop je in deze functie bij te dragen aan het sociaal domein?
Met mijn ervaringen in het sociaal domein en mijn grote inlevingsvermogen hoop ik de verbindende factor te zijn tussen gemeentes, netwerkpartners en inwoners. Dat iedereen met een andere bril naar een maatschappelijk vraagstuk kijkt, inspireert mij om vanuit die verschillende perspectieven het beoogde doel te behalen. Ik geloof in de kracht van samenwerking ongeacht linkse of rechtse overtuigingen. Het houdt elkaar scherp en uiteindelijk willen wij allemaal hetzelfde: een gezonde maatschappij.
Wat is jouw visie op de huidige ontwikkelingen in het sociaal domein?
We krijgen steeds vaker te maken met complexe vraagstukken in het sociaal domein, en dan heb ik het niet alleen over de financiële opgaves. De hulpvragen die vanuit de inwoners komen, raken vaak verschillende wetten uit het sociaal domein. Dit vraagt van gemeenten om een integrale aanpak. Het wetsvoorstel Aanpak meervoudige problematiek sociaal domein biedt kansen om ook daadwerkelijk tot een integrale en gecoördineerde aanpak te komen. Ik vind het mooi om te zien dat gemeenten hier steeds bewuster van worden en daar ook echt mee aan de slag willen. Nu alleen nog uitvoeren!
Wat kan volgens jou écht beter in het sociaal domein?
Over het algemeen vind ik dat de samenwerking in het sociaal domein beter kan. Daarmee bedoel ik niet alleen de samenwerking tussen de verschillende beleidsvelden in het sociaal domein, maar ook de samenwerking tussen de gemeente en de verschillende netwerkpartners. Ik merk dat er nog te weinig gebruik wordt gemaakt van elkaars expertise. Als we bijvoorbeeld kijken naar de sociale basis, ofwel het voorliggend veld, zie ik nog te vaak dat beleidsmedewerkers en de wijkteams niet zo goed weten wat de netwerkpartners precies doen en vice versa. Door vaker met elkaar in gesprek te gaan en te onderzoeken waar de behoefte van de inwoners echt ligt kan je een sterke sociale basis creëren. In de gemeente waar ik woon zie ik zulke mooie initiatieven ontstaan, maar helaas zonder enig succes omdat deze initiatieven zijn ontstaan vanuit de vraag: “wat heb ik te bieden?”, in plaats van: “waarom is dit nodig voor de maatschappij?”.
Als je niet in dit domein werkzaam was, welk beroep had je dan het liefst beoefend?
Dat is een lastige vraag. Ik vind zoveel dingen leuk om te doen, waardoor mijn studiekeuze ook al lastig was. Het belangrijkste voor mij is dat ik omringd ben door mensen en dat ik mensen kan helpen. Als ik niet als beleidsadviseur werkzaam was, was ik waarschijnlijk werkzaam in het onderwijs. Dit omdat het werken met kinderen en jeugdigen stiekem toch mijn ultieme droom is. Kinderen zijn onze toekomst en een goede jeugd met de juiste begeleiding is daarbij de sleutel.
Wie of wat inspireert je en waarom?
Heb je? Ik volg zoveel inspirational speakers op sociale media. Als ik er toch een moet uitkiezen ga ik voor Simon Sinek. Zijn ‘gouden cirkel’-theorie (Start with Why) helpt mij om op een impactvolle manier te communiceren en daarmee ook mensen te inspireren tot actie. Daarnaast heeft hij mij ook geïnspireerd om verder te kijken dan de “hoe gaat het’’-vraag. Wij leven in een cultuur waar het normaal is om deze vraag te stellen aan het begin van een gesprek zonder écht te luisteren naar het antwoord. Andersom antwoorden mensen vaak dat het goed gaat, aangezien dat het sociaal gewenste antwoord is. Door oprecht naar elkaar te luisteren en elkaar te respecteren ongeacht de verschillende meningen, kunnen we problemen ook eerder aankaarten en de maatschappij een stukje mooier maken.
Welk boek/welke film raad je iedereen aan?
De laatste tijd worden we overspoeld met allerlei zelfhulpboeken. Onderhand zie je door de bomen het bos niet meer. Ik heb er echter wel een paar gelezen. De twee boeken die mij het meest zijn bijgebleven zijn De logica van geluk van Mo Gawdat en The subtle art of not giving a f*ck van Mark Manson.
Beide boeken hebben mij op een leuke manier geleerd dat mijn geluksgevoel niet moet afhangen van externe factoren. Door o.a. mijn verwachtingspatronen aan te passen geniet ik ook meer van de kleine dingen in het leven. De sleutel hierbij is om een manier voor jezelf te vinden hoe om te gaan met stressvolle en vervelende situaties.
En qua films raad ik bijna alle Disneyfilms aan. Naast dat het je terug brengt naar je kinderlijke zelf, heeft elke film wel een onderliggende levensles.
In de rubriek In Beweging houden wij u op de hoogte van personele wisselingen en promoties binnen het sociaal domein, de zorg en het welzijn. Lijkt het u leuk om net als Soraya Amir mee te werken aan onze rubriek In gesprek met...? Geef het door via info@sociaalweb.nl , wij laten u graag aan het woord!