Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

Iedereen met een minimum aan arbeidsvermogen valt onder de reikwijdte van de wet.

Kamerstukken II 2011/12, 33161, nr. 3, p. 4-5. Ten aanzien van deze doelgroep wordt met de komst van de Pw stevig ingezet op activering en re-integratie: iedereen die ook maar enigszins kan werken moet dat ook doen.

Mensen moeten worden beoordeeld op hun mogelijkheden en niet op hun beperkingen, is het achterliggende idee van de wet.

Kamerstukken II 2011/12, 33161, nr. 3, p. 5. Mensen met een arbeidsbeperking kunnen bij gemeenten een aanvraag doen voor noodzakelijke voorzieningen om te worden ingeschakeld in het kader van arbeid en re-integratie. Om het voor werkgevers aantrekkelijker te maken (gedeeltelijk) arbeidsbeperkten en personen uit de Pw-doelgroep in dienst te nemen, bevat de wet enkele instrumenten zoals de loonkostensubsidie en de no-riskpolis.

Art. 10d Pw. De polis wordt tijdelijk, tot 2021, verstrekt door het UWV (art. 29b ZW). Zie daarover M.W. Venderbos, ‘Uniformering van de no-riskpolis van art. 29b ZW’, PS Documenta 2015/12.

Activering heeft aldus een zeer prominente rol in de Pw.

Kamerstukken II 2011/12, 33161, nr. 3, p. 12. Het relatief strenge karakter van de wet in dit verband komt in de eerste plaats tot uitdrukking in de algemene arbeidsplicht, de re-integratieplicht en de tegenprestatieplicht.

Art. 9 lid 1 onder a-c Pw. Daarnaast kan gewezen worden op de relatief ruime bevoegdheden om (persoons)gegevens te verwerken, de specifieke (gecentraliseerde) uitwerkingen van de arbeids- en re-integratieplicht en het strengere maatregelenregime ter zake.

De zogeheten geüniformeerde verplichtingen van art. 18 lid 4 Pw. Zie art. 18 lid 5 Pw voor wat betreft de geüniformeerde verplichtingen en art. 18 lid 2 Pw voor wat betreft de niet-geüniformeerde verplichtingen die gemeenten per verordening (art. 8 lid 1 onder a Pw) dienen te regelen.

Streng is de wet eveneens op het terrein van de andere hoofdverplichting die aan de bijstand verbonden is; de inlichtingenplicht van de bijstandsaanvrager.

Art. 17 lid 1 Pw. Indien wegens schending van de inlichtingenplicht ten onrechte bijstand wordt verstrekt heeft het college een plicht om de bijstand te herzien c.q. in te trekken.

Art. 54 lid 3 Pw. Vervolgens bestaat er ook een plicht om de ten onrechte verstrekte bijstand terug te vorderen.

Art. 58 lid 1 Pw. Ter zake van de controle van de rechtmatigheid van de bijstand heeft het college een veelheid aan bevoegdheden om inlichtingen en gegevens op te vragen en onderzoek te doen.

Hierover meer in §5 van dit hoofdstuk.