Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

De Participatiewet (Pw) is de actuele bijstandswet en trad op 1 januari 2015 in werking. De wet betreft het sluitstuk – ofwel het vangnet – van het Nederlandse stelsel van sociale zekerheid, waarvoor de voorzieningenplicht van de overheid is opgenomen in de Grondwet.

Art. 20 lid 3 Grondwet. De basis van de zorg voor behoeftigen werd gelegd in de Armenwet uit 1854, hoewel daarin de financiële ondersteuning van behoeftigen slechts als een randtaak van de overheid werd opgevat. Met de Armenwet werd nog niet voorzien in een algemeen publiek stelsel van sociale bijstand. Daarvan was pas sprake bij de invoering van de Algemene Bijstandswet in 1965. In deze wet werd voor het eerst een plicht opgenomen om van overheidswege bijstand te verstrekken aan personen die niet over voldoende middelen ter voorziening in het bestaan konden beschikken.

Kamerstukken II 1991/92, 22545, nr. 3, p. 7. Zie over de armenzorg tot aan de invoering van de Algemene Bijstandswet: L. van der Valk, Van pauperzorg tot bestaanszekerheid: Armenzorg in Nederland 1912-1966, Amsterdam: Stichting Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis 1986. De Algemene Bijstandswet werd ingrijpend ‘heringericht’ in 1996, om uiteindelijk in 2004 geheel vervangen te worden door een nieuwe wet: de Wet werk en bijstand. De bevordering van de inschakeling in het arbeidsproces kwam in die wet, zoals de naam doet vermoeden, pregnanter tot uitdrukking. Die focus werd nog wat sterker benadrukt in de Pw. De gedachte achter de Pw, die oorspronkelijk was voorgesteld als de Wet werken naar vermogen, was dat er één regeling moest komen voor mensen die een achterstand hebben op – of moeilijkheden ondervinden bij de toetreding tot – de arbeidsmarkt.

Kamerstukken II 2011/12, 33161, nr. 3, p. 3-4. De Wet werk en bijstand, (delen van) de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) en de Wet sociale werkvoorziening (WSW) werden daarmee geïntegreerd in één wet.

Samen met de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) en de Jeugdwet was de Pw onderdeel van het grote decentralisatieproject in het gemeentelijk sociaal domein. Anders dan in het kader van de andere twee wetten in dit project veranderden er met de komst van de Pw, qua takenpakket en het verwerken van persoonsgegevens, niet zo gek veel voor gemeenten. Los van enkele nieuwigheden in de Pw bleven de kerntaken van het college het verlenen van bijstand aan personen die in bijstandsbehoeftige omstandigheden verkeerden en de ondersteuning bij de inschakeling in het arbeidsproces.

Zie art. 11 lid 1 en art. 7 lid 1 onder a en b Pw. Zie ook S. Klosse, ‘De Participatiewet:

een eerste indruk’, in: A. Eleveld (red.), Participatiewet. Een grondrechtenperspectief, Deventer: Wolters Kluwer 2018, p. 11. De Pw heeft er wel voor gezorgd, door de instroom van personen die voorheen onder de Wajong en de WSW vielen, dat de doelgroep waarvoor de gemeenten verantwoordelijk zijn wat ruimer werd.