De pilot die het mogelijk maakt dat gemeentelijke boa’s kunnen handhaven op seksuele straatintimidatie wordt met een jaar verlengd. De pilot ging op 1 juli 2024 van start, het moment dat seksuele intimidatie in het openbaar strafbaar werd gesteld.
Burgemeester Sharon Dijksma: “De eerste resultaten van de pilot zijn positief. Onze boa’s hebben laten zien dat zij succesvol kunnen vaststellen wanneer seksuele straatintimidatie plaatsvindt. Dit heeft al tot een eerste veroordeling geleid. Ook in de Tweede Kamer worden de resultaten gezien: inmiddels is er een motie aangenomen waarin wordt gevraagd om ook op nationaal niveau boa’s bevoegd te maken hierop te kunnen handhaven. Het komende jaar gaan we in Utrecht door met onze aanpak waarmee we een stevig signaal geven dat wij deze vorm van seksueel geweld in de stad niet tolereren.”
Deze maand behandelt de rechtbank in Utrecht nog twee processen-verbaal die door Utrechtse boa’s zijn opgesteld nadat zij tijdens een handhavingsactie constateerde dat er sprake was van seksuele straatintimidatie. Ook zijn er vijf personen staande gehouden die minderjarig waren. Zij kregen in eerste instantie een waarschuwing en nog geen proces-verbaal opgelegd. Vanaf vandaag krijgen minderjarigen naast een waarschuwing ook een reprimande waarmee de ouders worden geïnformeerd en uitgenodigd voor een gesprek.
Boa’s worden speciaal opgeleid en getraind om seksuele straatintimidatie te kunnen observeren en herkennen. Tijdens de handhavingsacties werken zij in burger, omdat zij de overtredingen op heterdaad moeten kunnen constateren. Het aantal boa’s dat op seksuele straatintimidatie kan handhaven is afgelopen periode uitgebreid van acht naar elf.
Sinds seksuele straatintimidatie strafbaar is, is ook het aantal meldingen bij het gemeentelijke meldpunt toegenomen. Tot en met juni van dit jaar kwamen er 208 meldingen binnen, in vergelijking met 193 meldingen in heel 2024. Het is van groot belang dat slachtoffers naast dat zij aangifte doen bij de politie, het bij de gemeente blijven melden. Op die manier kan de gemeente locaties in kaart brengen waar veel sprake is van overlast en de handhaving daar specifiek op inzetten.