Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

Verdringen hulpverleners intimi? Over radicale hulp en de getallen van Dunbar

In het boek Radical Help beschrijft Hilary Cottam (1) hoe de verzorgingsstaat duizenden mensen uit de armoede hielp en voor goed onderwijs, veiligheid en behoorlijke huizen zorgde. Deze vooruitgang had echter ook een keerzijde: de bejegening van ambtenaren en hulpverleners was onpersoonlijk. Professionals dienden inwisselbaar te zijn en te werken volgens strikte protocollen. De nadruk op indicaties, rechtmatigheidstoetsing en verantwoording maakt de hulpverlening procedureel, kostbaar en ineffectief. Hulpverleners in de ggz en gemeentelijke sociale teams willen echter wél dichtbij komen en in vertrouwen genomen worden. Maar is dat wel een goed idee?

26 april 2022

Levi van Dam (JIMwerkt) wees me een tijdje terug op een podcast over Dunbar’s numbers. (2) Deze theorie laat zien dat mensen, net als andere primaten, met maar een beperkt aantal mensen stabiele relaties kunnen onderhouden; ongeveer 150 personen. Met een klein groepje van 5 mensen ben je intiem en ondersteunt iedereen elkaar direct (survival). Met een grotere groep van 15 personen ben je nabij, maar niet meer intiem (sympathy). Relaties onderhouden vraagt nu eenmaal tijd, en intiem en persoonlijk zijn kan niet met iedereen.

Hoewel er recent kritiek is ontstaan op de mate waarin de aantallen variëren (3), staat de hoofdgedachte van Dunbar – dat de kring van mensen met wie je bindende relaties aangaat beperkt is – nog pal overeind. Komt er een intiem contact in de inner circle bij, dan gaat er ook weer één uit. Hulpverleners die een persoonlijke band willen aangaan met cliënten en die ook dichtbij willen komen, doen dat dus ten koste van iemand uit het natuurlijke netwerk. Is het met andere woorden wel zo’n goed idee om vertrouwenspersoon te willen worden, om het verschil te willen maken? In marktgerichte contexten van zorg en welzijn kunnen contacten met cliënten, met wie het wederzijds klikt, op die manier gemakkelijk zichzelf aan de gang houdende sociale processen worden. En dat zien we ook gebeuren. Verwarde mensen en multiprobleemgezinnen, bij wie het verschil maken en dichtbij komen niet eenvoudig is, hebben te maken met een groot aantal hulpverleners die niet erg dichtbij komen. Lichte gevallen en meewerkende mensen verdringen de mensen die het het hardst nodig hebben.

Terug naar Hilary Cottam. De kern van haar betoog is dat grote groepen mensen eenzaam zijn, of sociologische gezegd: niet sociaal zijn ingebed. Ergens bij horen, een geschiedenis delen, onderling van betekenis zijn voor elkaar, is voor deze mensen niet vanzelfsprekend. Dit is niet alleen in het Westen het geval, maar ook in landen als China, waar ouderen verstoken zijn van contacten door de trek naar de stad. Deze sterke behoefte aan geborgenheid en betekenisgeving kan niet gedempt worden met hulpverlening, zeker niet als ze de vorm krijgt van regelgeleide, procedurele hulp. Wat niet helpt is nabije en persoonlijke hulp die de persoonlijke hulp uit de inner circle verdringt. Tijd voor een hulpverlener die weet dat hij of zij een passant is, die het belang van een sociale kring inziet en deze voedt met zijn of haar expertise zodat zij het verschil kunnen maken. Radical help is on the way.

  1. Cottam, H. (2019) Radical Help. How we can remake the relationships between us and revolutionise the welfare state. Boston: Little, Brown Book Group

  2. Dunbar, R.I.M. (1993) Coevolution of neocortical size, group size and language in humans. Behav. Brain Sci. 16, 681-694

  3. Lindenfors, P., Wartel, A. & Lind, J. (2021)‘Dunbar's number’ deconstructed. Biol. Lett.17, Issue 5: 20210158

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.