Een inwoner vroeg op grond van de Wmo 2015 een gesloten buitenwagen aan vanwege overprikkeling, beperkte mobiliteit en de wens om zelfstandig sociale contacten te onderhouden. De gemeente wees dit af en bood een combinatie van scootmobiel, ambulante begeleiding en eenmalige vergoeding voor individueel taxivervoer.
De rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat de gemeente het wettelijk stappenplan zorgvuldig heeft gevolgd: de hulpvraag is in kaart gebracht, beperkingen zijn onderzocht, en passende voorzieningen zijn aangeboden. Ook is een extern medisch advies ingewonnen waarin geen medische noodzaak voor een gesloten buitenwagen werd vastgesteld.
Volgens de rechtbank compenseren de scootmobiel, het individuele taxivervoer en de ambulante begeleiding voldoende in de zelfredzaamheid en participatie. De gemeente mocht aannemen dat met deze combinatie de vervoersbehoefte adequaat wordt ondersteund. Het beroep is ongegrond.