
De rechtbank Noord-Nederland wees het verzoek om een voorlopige voorziening af van een inwoner van Groningen die klaagde over het niet tijdig beslissen op zijn aanvraag voor verlenging van individuele begeleiding op grond van de Jeugdwet. Omdat de gemeente inmiddels alsnog een besluit had genomen, ontbrak een spoedeisend belang bij het verzoek. Het beroep tegen het niet tijdig nemen van het besluit was daarom niet-ontvankelijk verklaard, en het verzoek werd kennelijk ongegrond verklaard.