Afwijzing aanvraag om in aanmerking te worden gebracht voor een elektrische fiets omdat een elektrische fiets een algemeen gebruikelijk voorziening is. In de uitspraak van 20 november 2019 (ECLI:NL:CRVB:2019:3535) heeft de Raad het begrip algemeen gebruikelijk nader uiteengezet en gespecificeerd. Aan de voorwaarde dat een elektrische fiets financieel kan worden gedragen met een inkomen op minimumniveau wordt niet voldaan. Naar algemeen aanvaarde maatschappelijke opvattingen is een elektrische fiets niet gangbaar onder de gehele bevolking.
Verzoeker geboren in 2003, is bekend met lichamelijke klachten waardoor hij beperkingen ondervindt bij zijn vervoer. Hij heeft zich tot het college gewend en verzocht om op grond van de Wmo 2015 in aanmerking te worden gebracht voor een elektrische fiets. Het college heeft bij besluit de aanvraag afgewezen en zich op het standpunt gesteld dat een elektrische fiets een algemeen gebruikelijk voorziening is. verzoeker komt daarom niet in aanmerking voor een maatwerkvoorziening. De rechtbank heeft de aangevallen uitspraak, voorzover van belang, het beroep ongegrond verklaard.
De Raad komt tot een ander oordeel. Tussen partijen is niet in geschil dat appellant vanwege zijn beperkingen is aangewezen op een elektrische fiets en dat een elektrische fiets een passende oplossing biedt voor de door hem ondervonden beperkingen. Tussen partijen is uitsluitend in geschil of het college de aanvraag voor een maatwerkvoorziening bestaande uit een elektrische fiets terecht heeft afgewezen op de grond dat sprake is van een algemeen gebruikelijke voorziening als bedoeld in artikel 2.3.5, derde lid, van de Wmo 2015. In de uitspraak van 20 november 2019 (ECLI:NL:CRVB:2019:3535) heeft de Raad nader uiteengezet en gespecificeerd hoe in de Wmo 2015 invulling dient te worden gegeven aan het begrip algemeen gebruikelijk. De Raad heeft hierin voor het eerst geoordeeld dat een dienst, hulpmiddel, woningaanpassing of andere maatregel onder de Wmo 2015 als algemeen gebruikelijk kan worden aangemerkt als deze niet specifiek bedoeld is voor personen met een beperking, daadwerkelijk beschikbaar is, een passende bijdrage levert aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt tot zelfredzaamheid of participatie in staat is en deze financieel kan worden gedragen met een inkomen op minimumniveau. Niet in geschil is dat aan de eerste drie voorwaarden is voldaan. Het geschil spitst zich toe op de vraag of aan de vierde voorwaarde is voldaan, namelijk of een elektrische fiets financieel kan worden gedragen met een inkomen op minimumniveau. Deze voorwaarde dient zo te worden begrepen dat een dienst, hulpmiddel, woningaanpassing of andere maatregel naar algemeen aanvaarde maatschappelijke opvattingen onder de gehele bevolking gangbaar is te achten. Voor een elektrische fiets is dat (nog) niet het geval.
Voor deze zaak betekent dit dat het college de aanvraag van verzoeker ten onrechte heeft afgewezen op de grond dat een elektrische fiets is aan te merken als een algemeen gebruikelijke voorziening. Daarnaar gevraagd heeft het college ter zitting meegedeeld dat er geen andere gronden zijn om de gevraagde maatwerkvoorziening af te wijzen. Dit betekent dat verzoeker in aanmerking komt voor een maatwerkvoorziening voor een elektrische fiets.
De Raad vernietigt het bestreden besluit wegens strijd met artikel 2.3.5, derde lid, van de Wmo 2015 en voorziet zelf in de zaak als bedoeld in artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder b, van de Algemene wet bestuursrecht en bepaald dat verzoeker in aanmerking komt voor een maatwerkvoorziening voor de aanschaf van een elektrische fiets in de vorm van een persoonsgebonden budget (pgb)
Eveneens als in de zaak ECLI:NL:CRVB:2024:1362 zoals hier eerder behandeld komt de Raad tot de conclusie dat een elektrische fiets (nog) niet is aan te merken als een algemeen gebruikelijke voorziening. Wellicht zal de tijd met zich meebrengen dat een elektrische fiets als gangbaar voor de hele bevolking moet worden beschouwd maar op dit moment is de elektrische fiets nog niet bereikbaar voor de minder gefortuneerde huishoudens.