Menu

Zoek op
rubriek
Zorg&Sociaalweb
0

Signalering rechtspraak sociaal domein: week 9

‘Een selectie van rechtspraak over de Participatiewet, de Wmo 2015 en de Jeugdwet. Voor elk van deze wetten kiezen advocaten Emma van der Ploeg en Dennis van Tilborg wekelijks één uitspraak omdat deze opvalt, een link heeft met de actualiteit of in juridisch opzicht interessant is.’

8 maart 2023

Samenvatting

Samenvatting

Participatiewet: Wij bespreken deze week kort een uitspraak van de Centrale Raad die draait om de vraag of er sprake is van een gezamenlijke huishouding. Om daarvan te kunnen spreken moet er sprake zijn van wederzijdse zorg. Deze zorg kan blijken uit een financiële verstrengeling tussen de betrokkenen die verder gaat dan alleen het delen van de met wonen samenhangende lasten. Als er weinig of geen financiële verstrengeling is, kunnen ook andere feiten en omstandigheden voldoende zijn om aan te nemen dat de betrokkenen in zorg voor elkaar voorzien. Dat – zoals in dit geval – iemand wel eens de afwas doet, af en toe voor de hond van de ander zorgt en weleens een doekje over de tafel haalt, is onvoldoende om van ‘wederzijds zorg’ te kunnen spreken. Het college (en de rechtbank) is daarom volgens de Centrale Raad ten onrechte tot de conclusie gekomen dat er sprake was van een gezamenlijke huishouding.

Wmo 2015Dit arrest van het Hof Den Haag draait om een verzoek van een man om verwijdering van een melding door de ex-partner van huiselijk geweld door de andere ex-partner. In deze melding was opgenomen dat tegen de ex-partner ook aangifte was gedaan.   Veilig Thuis had de betreffende melding opgeslagen in een dossier. Om een procedurele reden is dit verzoek volgens het Hof niet-ontvankelijk, maar ook om inhoudelijke redenen moet dit verzoek worden afgewezen. Volgens het Hof is het namelijk niet verplicht deze gegevens te wissen omdat geen van de gronden genoemd in artikel 17 van de AVG van toepassing zijn. Het Hof overweegt daartoe dat deze gegevensverwerking was toegestaan bij artikel 5.1.6, lid 2, Wmo (art. 17 lid 1 sub e) en het nog steeds noodzakelijk is deze gegevens te bewaren (art. 17 lid 1 sub a). Bovendien heeft de ex-partner van de man nog een aanmerkelijk belang bij bewaring van de gegevens (art. 17 lid 1 sub c). Ook de resterende gronden uit artikel 17 van de AVG zijn niet van toepassing. Belangrijk voor de praktijk is in ieder geval dat er voor Veilig Thuis volgens het hof ook nadat het onderzoek naar een melding is afgerond en het dossier wordt gesloten zonder dat er vervolgacties worden ingezet, een noodzaak tot het bewaren van de melding bestaat. Die noodzaak bestaat eruit dat zorgmeldingen ook relevant kunnen zijn voor het beoordelen van eventuele latere zorgmeldingen.

Jeugdwet: Deze week bespreken we een civiele zaak van de Rechtbank Gelderland waarin een gemeente op grond van wanprestatie schadevergoeding vordert van jeugdhulpaanbieders. Het is een lange uitspraak waarin de Rechtbank uiteindelijk tot het oordeel komt dat er voldoende aanknopingspunten zijn voor het oordeel dat de jeugdhulpaanbieders niet alle gedeclareerde zorg daadwerkelijk verleend hebben volgens de eisen uit de met de gemeente gesloten overeenkomst. Hoewel de gemeente in dit geval niet zelf een rechtmatigheidsonderzoek heeft uitgevoerd heeft zij voldoende aannemelijk gemaakt dat de aanbieders niet in alle gevallen feitelijk de zorg hebben verleend die is gedeclareerd. De aanbieders worden door de rechtbank toegelaten tot het leveren van tegenbewijs. Interessant is ook dat de rechtbank overweegt dat de jeugdhulpaanbieders niet in gebreke gesteld hoefden te worden om in verzuim te komen te verkeren. De (mogelijke) tekortkoming ziet namelijk op het niet verlenen van de vereiste zorg aan jeugdigen. Deze zorg kon niet alsnog worden verleend, nu de periode waarin zij moest worden verleend al was verstreken. Behoorlijke nakoming is in dat geval blijvend onmogelijk. Verzuim is dan niet vereist voor het ontstaan van een vordering tot schadevergoeding uit hoofde van art. 6:74 BW, aldus de rechtbank.

Artikel delen