De rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de gemeente Haarlem de tijdelijke schorsing van een cliënt uit de nachtopvang formeel had moeten vastleggen in een besluit.
De uitvoerder HVO-Querido meldde op 5 april 2019 per e-mail dat de cliënt niet meer welkom was. De gemeente nam zelf geen besluit. Volgens de rechtbank handelde de uitvoerder feitelijk namens de gemeente. De e-mail had rechtsgevolgen en moest daarom als besluit worden aangemerkt.
Het bezwaar hiertegen had dus ontvankelijk verklaard moeten worden. De gemeente schond het rechtszekerheidsbeginsel door niet zelf te beslissen en rechtsbescherming mogelijk te maken.
Toch blijft het uiteindelijke besluit in stand: de opvang was al afgelopen, en de cliënt heeft geen belang meer bij vernietiging.
De rechtbank kent wel proceskostenvergoeding toe in beroep (€ 1.050) en gelast terugbetaling van het griffierecht (€ 47). In bezwaar volgt géén vergoeding: het primaire besluit is niet herroepen wegens onrechtmatigheid.