Rechtbank: Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak: 23 april 2025
1. Feiten en context
Eiser diende een Wmo-aanvraag in, die het college op 15 maart 2024 niet in behandeling nam. Eiser maakte op 18 april 2024 bezwaar, maar dat bezwaar werd op 14 november 2024 niet-ontvankelijk verklaard omdat er volgens het college geen bezwaargronden waren ingediend.
2. Juridisch kader
Artikel 6:5 en 6:6 van de Awb
Verplichting tot het stellen van een hersteltermijn bij een incompleet bezwaar
Jurisprudentie over het (lage) motiveringsvereiste voor bezwaarschriften
3. Standpunten partijen
Eiser: Zijn bezwaar bevatte wél een concrete bezwaargrond.
College: Geen bezwaargronden ingediend; bezwaar terecht niet-ontvankelijk verklaard.
4. Oordeel rechtbank
De rechtbank oordeelt dat de zin “er is onvoldoende naar de situatie bij cliënt gekeken gezien de noodzaak van deze ondersteuning” een voldoende concrete bezwaargrond bevat.
Zelfs als dat niet zo was, had het college op grond van artikel 6:6 Awb een hersteltermijn moeten bieden.
Een stilzwijgende instemming met een aanvullingsverzoek is niet gelijk aan het geven van een formele hersteltermijn.
5. Relevantie
De uitspraak bevestigt dat bestuursorganen verplicht zijn een hersteltermijn te bieden bij ontbrekende bezwaargronden, en dat bezwaargronden slechts summier hoeven te zijn mits ze concreet zijn toegespitst op het bestreden besluit.
6. Uitkomst
Beroep gegrond
Besluit vernietigd
College moet binnen zes weken inhoudelijk op het bezwaar beslissen