Geletterdheid gaat niet alleen om lezen en schrijven, maar ook om kritisch denken, informatie verwerken en communiceren. Het betreft een brede omgang met taal, informatie en communicatie in diverse vormen en media. Er wordt onderscheid gemaakt in:

• Basisgeletterdheid, ofwel het lezen en schrijven van eenvoudige teksten, de beheersing van elementaire-en rekenvaardigheden
• Functionele geletterdheid, namelijk het taalgebruik om praktische dagelijkse talen uit te voeren
• Digitale geletterdheid, namelijk het omgaan met digitale media en technologie
• Mediawijsheid, ofwel het kritisch kunnen omgaan met informatie
• Financiële en gezondheidsgeletterdheid, zoals het kunnen omgaan met zorgverzekeringspapieren of bankzaken begrijpen

Volgens UNESCO is geletterdheid een recht en een voor waarde voor persoonlijke en maatschappelijke ontwikkeling. Het betreft een mensenrecht en een van de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG 4: Kwaliteitsonderwijs). Hoewel de mate van geletterdheid in Nederland over het algemeen hoog is, is er sprake van zorgwekkende groepen met lage of beperkte geletterdheid. Zo zijn er ruim 2,5 miljoen mensen in Nederland tussen de 16 en 65 jaar laaggeletterd. Laaggeletterdheid komt vaker voor bij ouderen, mensen met een lage opleiding, werkenden in beroepen met weinig taalgebruik, inwoners met een migratieachtergrond, of mensen die weinig zijn gestimuleerd in taalgebruik thuis.

Programma’s en beleidsmaatregelen voor geletterdheid:

• Tel Mee met Taal (- 2016). Dit programma is beleidsmatig ondersteund via Rijksbegroting.
• Het Landelijk Programma Basisvaardigheden (2023-2027). Gemeenten krijgen hierbij extra taken en middelen.