Gelijkheid in het onderwijs draagt bij aan een meer rechtvaardige en inclusieve samenleving, waarin sociale cohesie en gelijke kansen tot participatie en ontplooiing centraal staan. Ook is gelijkheid in het onderwijs een cruciale factor voor sociale mobiliteit.

Manieren waarop kansengelijkheid in het onderwijs kan worden gewaarborgd, zijn:

• Ervoor zorgen dat leerlingen niet op basis van hun eigenschappen worden beoordeeld, maar hun potentie.
• Het wegwerken van achterstanden die ontstaan wegens bepaalde omstandigheden in het leven van leerlingen, waardoor deze niet bepalend worden voor de schooladviezen of toekomstkansen.
• Zorgen voor maatwerk bij de ondersteuning van leerlingen.
• Het bestrijden van grote verschillen in de schoolkwaliteit afhankelijk van wijk of regio.

Uitdagingen rondom kansengelijkheid in het Nederlandse onderwijs, zijn onder andere:

• Een achtergrond van laagopgeleide ouders, dat structureel vaak voor een lager schooladvies zorgt dan hetgeen dat zou worden gegeven op basis van een toets.
• Het hebben van een migratieachtergrond zorgt vaak voor minder kansen op doorstroom voor leerlingen uit armere wijken.
• De versterking van ongelijkheid vanwege vroege selectie.
• Een ongelijke toegang tot bijles of huiswerkbegeleiding.