Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

Integraal werken komt steeds meer voor bij de aanpak van problemen in de wijk. Onder kwetsbare inwoners is multiproblematiek een veelvoorkomend fenomeen; dit vraagt om een brede blik bij de inzet van hulp en ondersteuning.

Zo kunnen kwesties als armoede, gezondheidsproblemen, schulden, huiselijk geweld of drugsgebruik bijvoorbeeld aan elkaar gerelateerd zijn en inwoners daardoor tegelijkertijd op verschillende manieren beïnvloeden. Om versnippering, dubbel werk vanuit hulpverleners en overbevraging bij de inwoners te voorkomen, krijgt integraal werken daarom steeds meer aandacht bij de aanpak en preventie van sociale problematiek in de wijk. Verschillende organisatievormen (bijv. frontoffice/loketten) en organisatieverbanden (bijv. lokale teams), maar ook intergemeentelijke samenwerkingen en buurtinitiatieven richten zich steeds meer op een benadering waarbij maatwerk, (interprofessionele) samenwerking en efficiëntie centraal staan.

Het gehele plaatje

De veelvoorkomende meervoudigheid en complexiteit van hulpvragen op lokaal niveau vraagt om een insteek die rekening houdt met ‘het gehele plaatje’ en zich niet beperkt tot één zichtbare uiting van de problematiek. Dit wordt ook wel als een ‘spinnenweb’ gezien:

“Naast de samenhang met de centrale entiteit zijn ook enkelvoudige en/of meervoudige dwarsverbanden met (formele en informele) hulpverleners van toepassing”

(Bron: Werkplaatsen Sociaal Domein Flevoland, Noord en Zwolle en het Kennisplatform Utrecht Sociaal)

Daarnaast betreft integraal werken een benadering die niet alleen uitgaat van problemen, maar ook kansen; zo wordt hiermee gefocust op het belang van zelfredzaamheid- en regie, toegang, zichtbaarheid en de participatie van kwetsbare groepen en bestaande/opkomende (burger)initiatieven en voorzieningen die hun levenskwaliteit bevorderen. Ook het benutten van het eigen netwerk van inwoners is belangrijk bij een integrale aanpak.

In eerder onderzoek worden drie perspectieven op integraliteit onderscheiden (Van Arum, Verweij, & Van der Veer, 2018), namelijk:

  1. Vanuit de cliënt: met aandacht voor alle leefgebieden van de cliënt en het huishouden.
  2. De methodische component: onderling afstemmen van verschillende deskundigheden om tot één, op elkaar afgestemd plan voor de cliënt te kunnen komen.
  3. De organisatorische component: het interprofessioneel/multidisciplinair samenwerken om tot één brede aanpak te kunnen komen.

Daarnaast is sprake van de zogenaamde ‘beleidsmatige component’, waarbij mogelijk wordt gemaakt wat nodig is en aandacht is voor maatwerk bij de ondersteuning aan cliënten/inwoners.

Integraliteit & decentralisaties

Integraliteit viel onder de beloften van de decentralisaties in 2015. Gemeenten stelden namelijk dat hulp voor huishoudens met meervoudige problemen te gefragmenteerd was. Een meer volledige aanpak zou deze fragmentatie tegen kunnen gaan. Integrale dienstverlening vormt een doel van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Jeugdwet (als het om  multiproblematiek bij jeugdigen en ouders gaat).

Lokale teams: integraal werken in de praktijk

In het kader van integraal werken hebben de meeste gemeenten om hun toegenomen verantwoordelijkheden op lokaal vlak te kunnen vervullen, na de decentralisaties lokale teams ingericht: teams waarin professionals met verschillende achtergronden – vanuit welzijnswerk, zorg en gemeente – integraal samenwerken en van waaruit ondersteuning dichtbij de inwoners wordt geboden en gecoördineerd. Lokale teams zijn laagdrempelig toegankelijk en hebben verschillende taken: ze adviseren inwoners met een hulpvraag of problemen, onderzoeken met de inwoner of daarbij extra ondersteuning of zorg nodig is, en bieden die zelf of schakelen meer gespecialiseerde hulp in. Ook kijken de teams of en hoe het sociaal netwerk of aanbod vanuit de sociale basis, bijvoorbeeld vrijwilligers, kunnen worden betrokken.

Een sterke coördinerende rol voor lokale teams moet ervoor moet zorgen dat verschillende vormen van hulp elkaar aanvullen en middels een integrale samenwerking elkaarversterken, in plaats van dat hulpverleners langs elkaar heen werken. Dit vraagt van lokale teams niet alleen dat ze veel kennis in huis hebben van diverse typen problematiek, maar ook dat ze anders gaan samenwerken met enerzijds specialistische hulp/zorgverleners, en anderzijds partijen uit de sociale basis: het netwerk van inwoners en organisaties dat zich inzet voor een veilige, fijne en inclusieve plek om samen te leven. Hierbij gaat het om buurtinitiatieven die de burgerparticipatie en gemeenschapsvorming versterken. De sociale basis kan een waardevolle toevoeging van lokale teams zijn bij integraal werken in de wijk; in een wijk waar samenhang is, is het immers makkelijker om elkaar te ontmoeten, zelf hulp te vragen of hulpvragen te signaleren, en hulp te bieden.

KENNISPARTNER

Katrien de Vaan