Een belanghebbende en het bestuursorgaan kunnen hoger beroep instellen tegen:
een uitspraak als bedoeld in artikel 8:66, eerste lid, of artikel 8:67, eerste lid, van de rechtbank,
een uitspraak als bedoeld in artikel 8:86, eerste lid, van de voorzieningenrechter van de rechtbank,
een uitspraak van de rechtbank op een verzoek als bedoeld in artikel 8:88, eerste lid.
Geen hoger beroep kan worden ingesteld tegen:
een uitspraak van de rechtbank na toepassing van artikel 8:54, eerste lid,
een uitspraak van de rechtbank als bedoeld in artikel 8:54a, tweede lid,
een uitspraak van de rechtbank als bedoeld in artikel 8:55, zevende lid,
een uitspraak van de voorzieningenrechter als bedoeld in artikel 8:84, eerste lid,
een uitspraak van de voorzieningenrechter als bedoeld in artikel 8:75a, eerste lid, in verband met artikel 8:84, vijfde lid, en
een uitspraak van de voorzieningenrechter als bedoeld in artikel 8:87.
Tegelijkertijd met het hoger beroep tegen de in het eerste lid bedoelde uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld tegen:
een tussenuitspraak als bedoeld in artikel 8:80a, of
een andere beslissing van de rechtbank.
Geen hoger beroep kan worden ingesteld tegen de voorlopige voorziening, bedoeld in artikel 8:72, vijfde lid.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Algemene wet bestuursrecht
artikel: 8:105, 8:108
Algemene wet inzake rijksbelastingen
artikel: 27h, 28
Tijdelijke wet Groningen
artikel: 16
Vreemdelingenwet 2000
artikel: 92a, 84
(05-01-2022)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
26-11-2014 |
15-12-2014 |
||||||
wijziging |
31-01-2013 |
22-04-2013 |
||||||
nieuw |
20-12-2012 |
20-12-2012 |