Indien de ouder wiens gezag is beëindigd het bewind over het vermogen van zijn kinderen voerde, wordt hij tevens veroordeeld tot het afleggen van rekening en verantwoording aan zijn opvolger in dit bewind.
Hebben de kinderen goederen gemeen, maar komen zij onder het gezag van verschillende personen, dan kan de rechtbank een van dezen of een derde aanwijzen om over deze goederen tot de verdeling het bewind te voeren. De aangewezen bewindvoerder stelt de waarborgen die de rechtbank van hem verlangt.
Op het bewind krachtens het vorige lid is artikel 253k van toepassing, indien een der ouders als bewindvoerder is aangewezen, en anders paragraaf 10 van afdeling 6 van deze titel. De bewindvoerder is bij uitsluiting bevoegd tot vernietiging van rechtshandelingen van minderjarige deelgenoten, strekkend tot beheer of beschikking met betrekking tot de onder bewind staande goederen.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Burgerlijk Wetboek Boek 1
artikel: 253i
(05-03-2021)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
12-03-2014 |
14-11-2014 |
||||||
wijziging |
06-04-1995 |
29-09-1995 |
||||||
wijziging |
15-11-1989 |
Stb. 1989, 541 |
20-02-1990 |
Stb. 1990, 90 |
||||
nieuwe-regeling |
11-12-1958 |
Stb. 1958, 590 |
04-06-1969 |
Stb. 1969, 259 |
||||
wijziging |
11-12-1958 |
Stb. 1958, 591 |
04-06-1969 |
Stb. 1969, 259 |
||||
wijziging |
28-05-1969 |
Stb. 1969, 257 |
04-06-1969 |
Stb. 1969, 259 |
||||
wijziging |
28-05-1969 |
Stb. 1969, 258 |
04-06-1969 |
Stb. 1969, 259 |