Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

Artikel 395b

Heeft de rechter het bedrag bepaald, dat een ouder of stiefouder dan wel, overeenkomstig artikel 394, de verwekker of de persoon die in artikel 394 daarmee gelijk is gesteld ter zake van de verzorging en opvoeding van zijn minderjarig kind of stiefkind moet betalen en is deze verplichting tot aan het meerderjarig worden van het kind van kracht geweest, dan geldt met ingang van dit tijdstip de rechterlijke beslissing als een tot bepaling van het bedrag ter zake van levensonderhoud en studie als in artikel 395a van dit boek bedoeld.

Informatie geldend op 05-03-2021

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Burgerlijk Wetboek Boek 1
    artikel: 253w, 394

  2. Wet op de lijkbezorging
    artikel: 22

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(05-03-2021)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

Aanhangig

34154

wijziging

06-12-2012
samen met
04-12-2013

Stb. 2013, 72
samen met
Stb. 2013, 560

32529
samen met
33507

Alg. 1

28-02-2017

t/m 01-01-2016

wijziging

21-12-2016

Stb. 2017, 64

34614

21-12-2016

Stb. 2017, 64

Inwtr. 2

01-01-2015

wijziging

05-11-2014

Stb. 2014, 442

33983

14-11-2014

Stb. 2014, 443

01-04-2014

wijziging

25-11-2013

Stb. 2013, 480

33032

20-03-2014

Stb. 2014, 132

01-01-2005

wijziging

22-04-2004
samen met
23-12-2004

Stb. 2004, 306
samen met
Stb. 2004, 700

28168
samen met
29822

16-12-2004

Stb. 2004, 701

01-04-1998

wijziging

24-12-1997

Stb. 1997, 772

24649

21-02-1998

Stb. 1998, 126

01-01-1997

wijziging

23-03-1995

Stb. 1995, 198

23938

23-03-1995

Stb. 1995, 198

01-05-1995

wijziging

02-02-1995

Stb. 1995, 225

22060

02-02-1995

Stb. 1995, 225

01-04-1995

wijziging

07-07-1994

Stb. 1994, 570

22487

14-10-1994

Stb. 1994, 774

01-03-1994

wijziging

30-09-1993

Stb. 1993, 539

23038

15-11-1993

Stb. 1993, 605

01-01-1988

nieuw

01-07-1987

Stb. 1987, 333

15417

09-12-1987

Stb. 1987, 558

Opmerkingen

  • 1) Deze wijziging treedt niet meer in werking. De wijziging is ingetrokken door Stb. 2013/560.

  • 2) Op over het jaar 2015 verschuldigde ouderbijdragen blijft het recht van toepassing zoals dat op 31 december 2015 gold, met dien verstande dat:a.de vaststelling, bedoeld in artikel 8.1.7, eerste lid, van het Besluit Jeugdwet, uiterlijk drie maanden na de dag waarop deze wet in werking treedt wordt gedaan;b.artikel 8.1.7, tweede lid, van het Besluit Jeugdwet niet van toepassing is;c.een kennisgeving van een omstandigheid die aanleiding kan geven tot een herziening van de ouderbijdrage als bedoeld in artikel 8.1.8, eerste lid, van het Besluit Jeugdwet uiterlijk zes weken na de vaststelling dient te worden ingediend, waarna de herziening uiterlijk zes weken daarna plaatsvindt;d.artikel 8.1.8, derde lid, van het Besluit Jeugdwet niet van toepassing is.