Het aantal wethouders bedraagt ten hoogste twintig procent van het aantal raadsleden, met dien verstande dat er niet minder dan twee wethouders zullen zijn.
De raad kan besluiten dat het wethouderschap in deeltijd wordt uitgeoefend.
Indien het tweede lid toepassing vindt bedraagt, in afwijking van het eerste lid, het aantal wethouders ten hoogste vijfentwintig procent van het aantal raadsleden, met dien verstande dat de tijdsbestedingsnorm van de wethouders gezamenlijk ten hoogste tien procent meer bedraagt dan de tijdsbestedingsnorm van de wethouders gezamenlijk zou hebben bedragen indien het tweede lid geen toepassing had gevonden.
De raad stelt bij de benoeming van de wethouders de tijdsbestedingsnorm van elke wethouder vast.
Bij de berekening van het maximale aantal wethouders, bedoeld in het eerste en het derde lid, wordt afgerond tot het dichtstbijgelegen gehele getal.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Gemeentewet
artikel: 45b, 38, 42
Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
artikel: 3.2.4, 3.2.6, 3.2.1
Wijzigingsbesluit Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en Rechtspositiebesluit Rijksvertegenwoordiger BES (verhoging diverse vergoedingen en harmonisatie rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers)
artikel: V
(01-01-2022)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
05-03-2009 |
27-03-2009 |
||||||
wijziging |
26-11-1993 |
Stb. 1993, 611 |
26-11-1993 |
Stb. 1993, 611 |
||||
nieuwe-regeling |
14-02-1992 |
Stb. 1992, 96 |
11-11-1993 |
Stb. 1993, 610 |