Voor de toepassing van artikel 3.14, eerste of tweede lid, bestaat het bijdrageplichtig inkomen voor de berekening van de bijdrage, bedoeld in artikel 3.12, eerste of tweede lid, uit het inkomen van de ongehuwde cliënt, dan wel van de gehuwde cliënten tezamen, verminderd met de compensatie vervallen ouderentoeslag, indien het inkomen van de cliënt die de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, verminderd met 4% van dat vermogen, minder dan € 20.869 bedraagt.
De uitkomst van de berekening, bedoeld in het eerste lid, wordt vermeerderd met de vermogensinkomensbijtelling.
De uitkomst van de berekening, bedoeld in het eerste lid, wordt vermeerderd met de compensatie vervallen ouderentoeslag van de echtgenoot, indien de echtgenoot van de cliënt de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt en het inkomen van de echtgenoot, verminderd met 4% van zijn vermogen, minder dan € 20.869 bedraagt.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
(12-10-2021)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
01-01-2022 |
wijziging |
30-09-2021 |
30-09-2021 |
|||||
wijziging |
22-09-2020 |
22-09-2020 |
||||||
wijziging |
26-09-2019 |
26-09-2019 |
||||||
t/m 01-01-2019 |
wijziging |
07-11-2019 |
07-11-2019 |
|||||
wijziging |
26-11-2018 |
26-11-2018 |
||||||
wijziging |
08-11-2018 |
08-11-2018 |
||||||
nieuw |
15-09-2017 |
15-09-2017 |