Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

Artikel 3.13

  • 1

    Het bijdrageplichtig inkomen, bedoeld in artikel 3.11, eerste lid, wordt als volgt berekend:

    • a.

      het inkomen over het peiljaar van de ongehuwde cliënt onderscheidenlijk de gehuwde cliënten tezamen wordt verminderd met de door die cliënt onderscheidenlijk die cliënten verschuldigde of ingehouden belasting;

    • b.

      op het met toepassing van onderdeel a berekende bedrag worden in mindering gebracht:

      • 1°.

        15% van de netto-opbrengst van in het voorafgaande kalenderjaar verrichte arbeid, van een loon- of salarisdoorbetaling wegens ziekte of van een uitkering op grond van de Ziektewet dan wel, indien dit onbekend of niet beschikbaar is, 15% van de redelijkerwijs te verwachten netto-opbrengst van in het lopende kalenderjaar verrichte arbeid, van een loon- of salarisdoorbetaling wegens ziekte of van een uitkering op grond van de Ziektewet;

      • 2°.

        het in het peiljaar geldende zak- en kleedgeld, premies voor een zorgverzekering gecorrigeerd voor de zorgtoeslag, een aftrekpost die verschillend kan zijn voor een cliënt die de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt en een cliënt die die leeftijd nog niet heeft bereikt of extra vrijlatingen, een en ander volgens bij ministeriële regeling te bepalen regels;

      • 3°.

        op aanvraag van de cliënt, de in het peiljaar geldende uitkering op grond van artikel 14 van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945 of op grond van artikel 20 van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945;

      • 4°.

        de compensatie vervallen ouderentoeslag, indien het inkomen van de cliënt die de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, verminderd met 4% van dat vermogen, minder dan € 20.869 bedraagt;

      • de compensatie vervallen ouderentoeslag van de echtgenoot, indien de echtgenoot van de cliënt de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt en het inkomen van de echtgenoot, verminderd met 4% van zijn vermogen, minder dan € 20.869 bedraagt;

    • c.

      het met toepassing van onderdeel b berekende bedrag wordt vermeerderd met de vermogensinkomensbijtelling.

  • 2

    Op aanvraag van de cliënt stelt het CAK, in afwijking van het eerste lid, onderdelen a en c, het bijdrageplichtig inkomen voorlopig vast op basis van het redelijkerwijs gedurende het lopende kalenderjaar te verwachten inkomen, de vermogensinkomensbijtelling over het te verwachten vermogen, en de over dat kalenderjaar te verwachten belasting indien toepassing van het eerste lid, onderdelen a en c, ertoe zou leiden dat na afdracht van de bijdrage maandelijks gemiddeld minder over zou blijven dan het zak- en kleedgeld, zoals dat geldt in het lopende kalenderjaar, alsmede een bedrag in verband met de standaardpremie, vermeerderd met de inkomensafhankelijke premie Zorgverzekeringswet, bedoeld in artikel 43, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet, en verminderd met de zorgtoeslag, zoals deze bedragen gelden in het lopende kalenderjaar. Het aldus berekende bijdrageplichtig inkomen wordt, om de per maand verschuldigde bijdrage vast te stellen, gedeeld door twaalf.

  • 3

    De aanvraag, bedoeld in het tweede lid, wordt gedaan uiterlijk vier maanden na afloop van het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft of uiterlijk vier maanden na de datum waarop de bijdrage op basis van het bijdrageplichtig inkomen, bedoeld in het eerste lid, wordt vastgesteld.

  • 4

    Indien het tweede lid is toegepast, vindt na afloop van het jaar en na ontvangst van definitieve inkomens- en vermogensgegevens de definitieve vaststelling plaats. Indien daaruit blijkt dat niet voldaan is aan het tweede lid, vindt definitieve vaststelling plaats met toepassing van het eerste lid.

  • 5

    Inkomen dat buiten Nederland wordt belast, dan wel is vrijgesteld van belasting op grond van bepalingen van internationaal recht, wordt mede in aanmerking genomen als ware dit aan de Nederlandse belastingwetgeving onderworpen. Op aanvraag van de cliënt wordt daarop de in het buitenland verschuldigde belasting in mindering gebracht.

Informatie geldend op 12-10-2021

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  1. Regeling indexering per 1 januari 2019 bedragen Besluit langdurige zorg en Uitvoeringsbesluit Wmo 2015

  2. Regeling vaststelling bedragen ex Besluit langdurige zorg en Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 per 1 januari 2018

  3. Regeling vaststelling bedragen krachtens het Besluit langdurige zorg, het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 en ten behoeve van het overgangsrecht voor beschermd wonen onder de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

  4. Regeling vaststelling bedragen per 1 januari 2017 krachtens het Besluit langdurige zorg en het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015

  5. Uitvoeringsregeling Wmo 2015

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Regeling indexering per 1 januari 2019 bedragen Besluit langdurige zorg en Uitvoeringsbesluit Wmo 2015

  2. Regeling vaststelling bedragen ex Besluit langdurige zorg en Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 per 1 januari 2018

  3. Regeling vaststelling bedragen krachtens het Besluit langdurige zorg, het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 en ten behoeve van het overgangsrecht voor beschermd wonen onder de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

  4. Regeling vaststelling bedragen per 1 januari 2017 krachtens het Besluit langdurige zorg en het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015

  5. Uitvoeringsbesluit Wmo 2015
    artikel: 3.11, 3.15, 3.16, 3.2

  6. Uitvoeringsregeling Wmo 2015
    artikel: 10, 11, 12, 13
    bijlage: B

  7. Wijzigingsbesluit Besluit langdurige zorg, enz. (aanpassen aftrek van vermogensbestanddelen voor bepalen vermogen)
    artikel: III

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(12-10-2021)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2022

wijziging

30-09-2021

Stcrt. 2021, 42808

30-09-2021

Stcrt. 2021, 42808

01-01-2021

wijziging

22-09-2020

Stcrt. 2020, 50558

22-09-2020

Stcrt. 2020, 50558

01-01-2020

wijziging

22-11-2019

Stb. 2019, 451

22-11-2019

Stb. 2019, 451

wijziging

26-09-2019

Stcrt. 2019, 54031

26-09-2019

Stcrt. 2019, 54031

27-11-2019

t/m 01-01-2019

wijziging

07-11-2019

Stb. 2019, 418

07-11-2019

Stb. 2019, 418

01-01-2019

wijziging

26-11-2018

Stb. 2018, 444

26-11-2018

Stb. 2018, 444

wijziging

08-11-2018

Stcrt. 2018, 64436

08-11-2018

Stcrt. 2018, 64436

01-01-2018

wijziging

15-09-2017

Stb. 2017, 351

15-09-2017

Stb. 2017, 351

Alg. 1

01-01-2015

wijziging

09-12-2014

Stb. 2014, 520

09-12-2014

Stb. 2014, 521

nieuwe-regeling

27-10-2014

Stb. 2014, 420

27-11-2014

Stb. 2014, 486

Opmerkingen

  • 1) Abusievelijk is voor het eerste lid, onderdeel b, een wijzigingsopdracht geformuleerd die niet geheel juist is.