Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

Artikel 1

  • 1

    In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • accommodatie: een door een zorgaanbieder voor het leveren van zorg bestemde ruimte;

    • Adviescommissie Kwaliteit: Adviescommissie Kwaliteit, genoemd in artikel 59b, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet;

    • alternatieve-zorgaanbieder: een solistisch werkende, niet-geregistreerde zorgverlener die andere zorg levert, dan wel een instelling die uitsluitend door niet-geregistreerde zorgverleners andere zorg doet verlenen;

    • andere zorg: handelingen op het gebied van de individuele gezondheidszorg als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, niet zijnde Wlz-zorg of Zvw-zorg, alsmede handelingen met een ander doel dan het bevorderen of bewaken van de gezondheid van de cliënt;

    • calamiteit: een niet-beoogde of onverwachte gebeurtenis, die betrekking heeft op de kwaliteit van de zorg en die tot de dood van een cliënt of een ernstig schadelijk gevolg voor een cliënt heeft geleid;

    • cliënt: een natuurlijke persoon die zorg vraagt of aan wie zorg wordt verleend;

    • collectieve zorguitgaven: uitgaven voor Zvw-zorg die behoort tot de zorgplicht van een zorgverzekeraar of uitgaven voor Wlz-zorg;

    • dossier: de schriftelijk of elektronisch vastgelegde gegevens met betrekking tot de verlening van zorg aan een cliёnt;

    • geweld in de zorgrelatie: seksueel binnendringen van het lichaam van of ontucht met een cliënt, alsmede geweld jegens een cliënt, door iemand die in dienst of in opdracht van een instelling of opdrachtnemer van een instelling werkzaam is, dan wel door een andere cliënt met wie de cliënt gedurende het etmaal of een dagdeel in een accommodatie van een instelling verblijft;

    • huiselijk geweld: huiselijk geweld als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

    • huiselijke kring: een familielid, een huisgenoot, de echtgenoot of voormalig echtgenoot of een mantelzorger;

    • implantaat: een implanteerbaar hulpmiddel als bedoeld in artikel 2, onderdeel 5, van Verordening (EU) 2017/745 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2017 betreffende medische hulpmiddelen, tot wijziging van Richtlijn 2001/83/EG, Verordening (EG) nr. 178/2002 en Verordening (EG) nr. 1223/2009, en tot intrekking van Richtlijnen 90/385/EEG en 93/42/EEG van de Raad (PbEU 2017, L 117);

    • inspectie: de Inspectie gezondheidszorg en jeugd;

    • instelling: een rechtspersoon die bedrijfsmatig zorg verleent of doet verlenen, een organisatorisch verband van natuurlijke personen die bedrijfsmatig zorg verlenen of doen verlenen, alsmede een natuurlijke persoon die bedrijfsmatig zorg doet verlenen;

    • kindermishandeling: kindermishandeling als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet;

    • klager: de persoon die een klacht heeft ingediend;

    • kwaliteitsstandaard: richtlijn, module, norm, zorgstandaard dan wel organisatiebeschrijving, die:

      • a.

        betrekking heeft op het gehele zorgproces of een deel van een zorgproces;

      • b.

        vastlegt wat noodzakelijk is om vanuit het perspectief van de cliënt goede zorg te verlenen; en

      • c.

        overeenkomstig artikel 11a in het openbaar register is opgenomen;

    • meetinstrument: middel waarmee een indicatie kan worden verkregen van de kwaliteit van de geleverde zorg die in het openbaar register is opgenomen;

    • melding: een schriftelijk of elektronisch bericht over:

      • 1°.

        het functioneren van de zorg of de kwaliteitsborging van een aanbieder;

      • 2°.

        het professioneel functioneren van een zorgverlener;

      • 3°.

        een product of apparaat dat toepassing vindt in de zorg, of het handelen van het bij dat product of apparaat betrokken bedrijf;

    • nabestaande:

      • a.

        de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot en de geregistreerde partner van de overledene;

      • b.

        andere bloed- of aanverwanten van de overledene, mits deze reeds ten tijde van het overlijden geheel of ten dele in hun levensonderhoud voorzag of daartoe krachtens rechterlijke uitspraak verplicht was;

      • c.

        degene die reeds vóór de gebeurtenis waarop de aansprakelijkheid berust, met de overledene in gezinsverband samenwoonde en in wier levensonderhoud hij geheel of voor een groot deel voorzag, voor zover aannemelijk is dat een en ander zonder het overlijden zou zijn voortgezet;

      • d.

        degene die met de overledene in gezinsverband samenwoonde en in wiens levensonderhoud de overledene bijdroeg door het doen van de gemeenschappelijke huishouding;

      • e.

        bloedverwanten van de overledene in de eerste graad en in de tweede graad in de zijlijn;

    • niet-geregistreerde zorgverlener: een zorgverlener die niet staat ingeschreven in een register als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, noch een beroep uitoefent waarvan de opleiding krachtens artikel 34, eerste lid, van die wet is geregeld of aangewezen;

    • Onze Minister: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport of Onze Minister voor Medische Zorg;

    • openbaar register: openbaar register als bedoeld in artikel 11a;

    • professionele standaard: geheel van private normen en regels, medisch wetenschappelijke inzichten en ervaringen dat invulling geeft aan het professioneel handelen van zorgverleners of zorgaanbieders;

    • solistisch werkende zorgverlener: een zorgverlener die, anders dan in dienst of onmiddellijk of middellijk in opdracht van een instelling, beroepsmatig zorg verleent;

    • tripartiete partijen: organisaties van cliënten, zorgaanbieders of zorgverleners en zorgverzekeraars of Wlz-uitvoerders;

    • vertegenwoordiger: de persoon of personen die een zorgaanbieder op grond van enige wettelijke bepaling in plaats van of naast de cliënt moet betrekken bij de nakoming van verplichtingen jegens de cliënt;

    • Wlz-uitvoerder: Wlz-uitvoerder als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet langdurige zorg;

    • Wlz-zorg: zorg of een andere dienst als omschreven bij of krachtens de Wet langdurige zorg;

    • zorg: Wlz-zorg, Zvw-zorg en andere zorg;

    • zorgaanbieder: een instelling dan wel een solistisch werkende zorgverlener;

    • zorgautoriteit: Nederlandse Zorgautoriteit, genoemd in artikel 3, eerste lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg;

    • Zorginstituut: Zorginstituut Nederland, genoemd in artikel 58, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet;

    • zorgverlener: een natuurlijke persoon die beroepsmatig zorg verleent;

    • zorgverzekeraar: zorgverzekeraar als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Zorgverzekeringswet;

    • Zvw-zorg: zorg of een andere dienst als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet.

  • 2

    Als zorg in de zin van deze wet wordt aangemerkt zorg en andere diensten, voor de kosten waarvan een subsidie wordt verstrekt op grond van de artikelen 3.3.3, 10.1.4, of 11.1.5, eerste lid, van de Wet langdurige zorg.

  • 3

    Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat deze wet niet van toepassing is ten aanzien van doventolkzorg, farmaceutische zorg, hulpmiddelenzorg, verstrekking van verpleegartikelen en vervoer als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet of de Wet langdurige zorg.

  • 4

    Op zorg voor zover deze betreft handelingen ter beoordeling van de gezondheidstoestand of medische begeleiding van een cliënt, verricht in opdracht van een ander dan die cliënt in verband met de vaststelling van aanspraken of verplichtingen, de toelating tot een verzekering of voorziening, of de beoordeling van de geschiktheid voor een opleiding, een arbeidsverhouding of de uitvoering van bepaalde werkzaamheden, zijn artikel 10, eerste en tweede lid, en hoofdstuk 3 niet van toepassing.

  • 5

    Deze wet is niet van toepassing in justitiële inrichtingen en instellingen voor de verpleging van ter beschikking gestelden voor zover daar een bijzondere wettelijke regeling geldt of de justitiële setting zich daartegen verzet.

  • 6

    Een instelling die binnen het kader van de binnen een andere instelling verleende zorg een deel van die zorg verleent, wordt niet aangemerkt als instelling in de zin van deze wet.

  • 7

    Indien een instelling wordt gevormd door een organisatorisch verband van natuurlijke personen, richten de uit deze wet voortvloeiende verplichtingen zich tot ieder van die personen.

  • 8

    Een zorgverzekeraar als bedoeld in artikel 1 van de Zorgverzekeringswet of artikel 1.1.1 van de Wet langdurige zorg is voor de toepassing van deze wet slechts zorgaanbieder voor zover hij zorg doet verlenen door zorgverleners die bij hem in dienst zijn.

  • 8

    Een onderdeel van de professionele standaard respectievelijk een voorgedragen kwaliteitsstandaard heeft voor de toepassing van deze wet mogelijke substantiële financiële gevolgen voor de collectieve zorguitgaven indien:

    • a.

      sprake is van:

      • 1°.

        een toename van het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners;

      • 2°.

        een verhoging van de kwalificaties van de in te zetten zorgverleners; of

      • 3°.

        een nieuwe wijze van zorgverlening of een andere organisatie van het zorgproces waarbij bouwkundige, ruimtelijke, technische of organisatorische aanpassingen nodig zijn waarvoor een financiële investering nodig is; en

    • b.

      dat onderdeel respectievelijk die voorgedragen kwaliteitsstandaard breed toepasbaar is vanwege de vormen van zorg, het aantal zorgaanbieders of zorgverleners of cliënten waarop dat onderscheidenlijk die betrekking heeft.

  • 9

    Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de toepassing van het achtste lid. De voordracht voor een krachtens dit lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Informatie geldend op 01-01-2022

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  1. Uitvoeringsbesluit Wkkgz

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Beleidsregel prestaties en tarieven geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg
    artikel: 1.1

  2. Besluit gebruik burgerservicenummer in de zorg
    artikel: 6

  3. Besluit in-vitro diagnostica
    artikel: 2

  4. Burgerlijk Wetboek Boek 7
    artikel: 458a, 453

  5. Regeling ‘Verplichte aanlevering minimale dataset forensische zorg', kenmerk NR/REG-1813a
    tekst: tekst

  6. Regeling geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg
    artikel: 1.1

  7. Regeling subsidiëring Versnellingsprogramma informatie-uitwisseling Langdurige Zorg
    artikel: 1

  8. Regeling verplichte informatieverstrekking zorgaanbieders van forensische zorg
    tekst: tekst

  9. Stimuleringsregeling E-health Thuis
    artikel: 1

  10. Stimuleringsregeling Wonen en Zorg
    artikel: 1.1

  11. Subsidieregeling coronabanen in de zorg
    artikel: 1

  12. Subsidieregeling leren gebruiken van uitkomstinformatie voor Samen beslissen 2021-2025
    artikel: 1.1

  13. Subsidieregeling stageplaatsen zorg II
    artikel: 1

  14. Subsidieregeling veelbelovende zorg
    artikel: 1.1

  15. Tijdelijk besluit DCC
    artikel: 1

  16. Uitvoeringsbesluit Wkkgz
    artikel: 2.1a, 2.1b, 2.1c, 1.2

  17. Wet forensische zorg
    artikel: 1.1

  18. Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg
    artikel: 31

  19. Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018
    artikel: 1

  20. Wet publieke gezondheid
    artikel: 58a

  21. Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
    artikel: 1:1

  22. Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten
    artikel: 1

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(01-01-2022)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

Aanhangig

36002

Aanhangig

35771

wijziging

14-03-2013
samen met
07-10-2015

Stb. 2013, 142
samen met
Stb. 2015, 407

33062
samen met
32402

Alg. 1

wijziging

11-12-2013
samen met
07-10-2015

Stb. 2013, 578
samen met
Stb. 2015, 407

33243
samen met
32402

Alg. 2

wijziging

13-10-2021

Stb. 2021, 496

35562

01-01-2022

wijziging

10-06-2020

Stb. 2020, 181

34768

07-07-2021

Stb. 2021, 344

01-07-2021

t/m 05-07-2018

wijziging

09-09-2020

Stb. 2020, 346

35124

15-03-2021

Stb. 2021, 143

Alg. 3

26-05-2021

wijziging

24-10-2019

Stb. 2019, 400

35043

30-04-2021

Stb. 2021, 223

01-05-2019

wijziging

03-04-2019

Stb. 2019, 141

33844

17-04-2019

Stb. 2019, 164

01-01-2019

wijziging

06-06-2018

Stb. 2018, 179

34483

31-10-2018

Stb. 2018, 417

01-08-2018

wijziging

21-03-2018

Stb. 2018, 94

34797

04-07-2018

Stb. 2018, 224

01-08-2016

t/m 01-01-2015

wijziging

18-05-2016

Stb. 2016, 206

34191

29-06-2016

Stb. 2016, 270

wijziging

08-06-2016

Stb. 2016, 268

34279

29-06-2016

Stb. 2016, 269

01-01-2016

nieuwe-regeling

07-10-2015

Stb. 2015, 407

32402

11-12-2015

Stb. 2015, 525

wijziging

03-12-2014

Stb. 2014, 494

33891

11-12-2015

Stb. 2015, 525

Alg. 4

wijziging

05-11-2014

Stb. 2014, 442

33983

11-12-2015

Stb. 2015, 525

Alg. 5

wijziging

09-07-2014

Stb. 2014, 280

33841

11-12-2015

Stb. 2015, 525

Alg. 6

Opmerkingen

  • 1) Abusievelijk is een wijziging geformuleerd die niet kan worden doorgevoerd.Deze wijziging treedt niet meer in werking. De wijziging is ingetrokken door Stb. 2015/407.

  • 2) Abusievelijk is een wijziging geformuleerd die niet kan worden doorgevoerd.Deze wijziging treedt niet meer in werking. De wijziging is ingetrokken door Stb. 2015/407.

  • 3) Abusievelijk voegt het Staatsblad een tweede lid 8 toe.

  • 4) De wijziging is in werking getreden op 1 januari 2015 (Stb. 2014/521).

  • 5) De wijziging is in werking getreden op 1 januari 2015 (Stb. 2014/443).

  • 6) De wijziging is in werking getreden op 1 januari 2015 (Stb. 2014/281).