Menu

Filter op
content
PONT Zorg&Sociaal

0

Artikel 4.14 Bijzondere omstandigheden

  • 1

    Indien een mbo-student als direct gevolg van bijzondere omstandigheden van tijdelijke aard niet in staat is binnen de diplomatermijn beroepsonderwijs met goed gevolg het afsluitend examen van een opleiding niveau 3 of 4 te behalen, wordt deze termijn verlengd met de duur van die bijzondere omstandigheden.

  • 2

    Indien een mbo-student als direct gevolg van bijzondere omstandigheden van structurele aard niet in staat is binnen de diplomatermijn beroepsonderwijs met goed gevolg het afsluitend examen van een opleiding niveau 3 of 4 te behalen, wordt deze termijn, op aanvraag, verlengd met 5 jaren. Onder bijzondere omstandigheden van structurele aard kunnen in ieder geval worden verstaan functiebeperking of chronische ziekte.

  • 3

    Indien een mbo-student als direct gevolg van bijzondere omstandigheden van structurele aard niet in staat is binnen de diplomatermijn beroepsonderwijs of binnen de, op grond van het tweede lid, verlengde diplomatermijn beroepsonderwijs met goed gevolg het afsluitend examen van een opleiding niveau 3 of 4 te behalen, wordt de aan hem toegekende prestatiebeurs beroepsonderwijs omgezet in een gift.

  • 4

    Indien een mbo-student als direct gevolg van een tijdens de studie verworven handicap, ten gevolge van een zich tijdens de studie verergerende handicap of ten gevolge van een zich tijdens de studie manifesterende chronische ziekte genoodzaakt is een reeds begonnen opleiding te beëindigen, ontvangt de mbo-student bij keuze voor een passender opleiding nieuwe aanspraak op studiefinanciering.

  • 5

    Onze Minister stelt op aanvraag van de mbo-student vast of er sprake is van bijzondere omstandigheden in de zin van dit artikel. De bijzondere omstandigheden kunnen uitsluitend worden aangetoond door gedagtekende verklaringen van een arts en de natuurlijke persoon of het bestuur van de rechtspersoon van de onderwijsinstelling waar hij is ingeschreven. Indien de bijzondere omstandigheden uitsluitend van niet-medische aard zijn, volstaat een gedagtekende verklaring van de natuurlijke persoon of het bestuur van de rechtspersoon van de onderwijsinstelling waar de mbo-student is ingeschreven.

Informatie geldend op 06-01-2022

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Wet studiefinanciering 2000
    artikel: 2.7a, 4.21

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(06-01-2022)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-08-2020

wijziging

01-07-2020

Stb. 2020, 234

35252

08-07-2020

Stb. 2020, 276

01-09-2015

wijziging

21-01-2015

Stb. 2015, 50

34035

30-01-2015

Stb. 2015, 51

Inwtr. 1

11-02-2015

t/m 01-09-2010

wijziging

21-01-2015

Stb. 2015, 50

34035

21-01-2015

Stb. 2015, 50

01-09-2010

wijziging

04-02-2010

Stb. 2010, 119

31821

26-04-2010

Stb. 2010, 168

01-01-2010

wijziging

15-10-2009

Stb. 2009, 492

31944

11-11-2009

Stb. 2009, 493

01-08-2005

nieuw

19-02-2005

Stb. 2005, 124

29719

02-03-2005

Stb. 2005, 125

Opmerkingen

  • 1) Is van toepassing ten aanzien van de deelnemer, bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet studiefinanciering 2000 met ingang van 1 augustus 2015.