Het deel van de prestatiebeurs beroepsonderwijs dat betrekking heeft op het recht op de reisvoorziening, is gelijk aan een twaalfde deel van de waarde die daarvoor per student door het vervoerbedrijf aan Onze Minister in rekening wordt gebracht. De waarde wordt berekend door de voorlopige vergoeding voor het lopende kalenderjaar te corrigeren naar de correctie die de voorlopige vergoeding voor het tweede daaraan voorafgaande kalenderjaar onderging. Dit deel van de prestatiebeurs beroepsonderwijs wordt niet uitbetaald of verrekend.
Indien de prestatiebeurs beroepsonderwijs niet kan worden omgezet in een gift, wordt de tegenwaarde van de reisvoorziening kwijtgescholden over een maand waarover het reisproduct niet op een OV-chipkaart is geladen als bedoeld in artikel 3.26 of is stopgezet als bedoeld in artikel 3.27. In afwijking van artikel 1.2 is bepalend de toestand op enig moment van de maand. De over het kwijt te schelden bedrag opgebouwde rente gaat dan teniet. De kwijtschelding is niet van toepassing op een maand waarin een vergoeding als bedoeld in artikel 3.7, tweede of vierde lid, is toegekend.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Wet studiefinanciering 2000
artikel: 3.17, 3.7, 4.21
(06-01-2022)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
01-07-2020 |
08-07-2020 |
||||||
wijziging |
12-02-2020 |
16-03-2020 |
||||||
wijziging |
17-10-2018 |
Stb. 2018, 378
|
12-11-2018 |
|||||
wijziging |
21-01-2015 |
30-01-2015 |
||||||
wijziging |
07-02-2013 |
29-05-2013 |
||||||
wijziging |
12-07-2012 |
21-08-2012 |
||||||
wijziging |
19-11-2009 |
14-12-2009 |
||||||
nieuw |
19-02-2005 |
02-03-2005 |