Indien bij Onze Minister een op redelijke gronden gebaseerd vermoeden is ontstaan dat een verwervingsactiviteit die heeft plaatsgevonden voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet, maar na 8 september 2020, een risico voor de nationale veiligheid zou kunnen opleveren, kan Onze Minister de betrokkenen bij de verwervingsactiviteit binnen acht maanden na de inwerkingtreding van deze wet gelasten alsnog een melding te doen, waarna Onze Minister de verwervingsactiviteit kan beoordelen op risico’s voor de nationale veiligheid en op basis van deze beoordeling een mededeling als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel a, kan doen of een ambtshalve toetsingsbesluit kan nemen.
De betrokkenen geven uitvoering aan de last, opgelegd op grond van het eerste lid, tot het doen van melding, waarop artikel 11, tweede tot en met vijfde lid, eerste volzin, van overeenkomstige toepassing is.
Op het nemen van een ambtshalve toetsingsbesluit is artikel 16, derde lid, en artikel 18, eerste en derde lid, van overeenkomstige toepassing.
Het eerste lid is niet van toepassing op een verwervingsactiviteit die betrekking heeft op een doelonderneming:
die actief is op het gebied van sensitieve technologie, die is aangewezen op grond van artikel 8, derde lid;
die dat is door zeggenschap of significante invloed uit te oefenen op een doelonderneming als bedoeld in onderdeel a; of
zijnde een beheerder van een bedrijfscampus.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
(22-08-2025)
Datum van inwerking- treding | Terugwerkende kracht | Betreft | Ondertekening | Bekendmaking | Kamerstukken | Ondertekening | Bekendmaking | Opmerking |
nieuwe-regeling | 18-05-2022 | 04-05-2023 |