Als we de tuin in lopen, staat onze jongste dochter al bij het raam te wachten. Een bleek koppie met grote ogen. Heel beheerst legt Ingemar uit wat er aan de hand is. Dat helpt niet tegen het verdriet en de angst. ‘Mam, ga je nu dood?’ Wat moet je daar nou op antwoorden? Ondanks het tijdstip loop ik naar de koelkast en schenk ik een stevige borrel in. Daar ben ik wel aan toe.
Als Ingemar te horen krijgt dat ze borstkanker heeft, wordt ook de grond onder de voeten van haar man Remco weggeslagen. Niets is meer hetzelfde. De ziekte dreigt alles te slopen: haar, hem en zelfs hun relatie. Terwijl Ingemar vergeefs vecht, zoekt Remco in toenemende mate verdoving in drank en medicijnen. Het lukt hem niet zijn nieuwe rol als ‘partner van’ in te vullen. Hoe kan hij haar het best helpen? Mag hij ooit nog kwaad zijn op zijn vrouw nu ze ziek is? Ziet iemand hém nog wel staan? En waarom is er geen handleiding met antwoorden op zulke vragen?
In dit boek neemt Remco van der Molen Kuipers ons mee in de onderbelichte wereld van de partner van een kankerpatiënt. Niemand kan zich op die rol voorbereiden. Maar vanaf nu is er op zijn minst dit boek: het verhaal van iemand die het meemaakte, er lessen uit leerde en die doorgeeft aan iedereen die er wat aan kan hebben. Want die rotziekte overkomt je samen, maar hoe je er als partner mee omgaat, dat heb je deels in eigen hand.