Hoe kan het dat een jonge man met adolescentieproblematiek ruim twintig jaar chronisch psychiatrisch patiënt werd, 22 verschillende diagnoses kreeg en ruim 40 verschillende psychiatrische medicijnen voorgeschreven kreeg, en wat zegt dit over het functioneren van de geestelijke gezondheidszorg? In dit boek beschrijft Ewout Kattouw zijn lange weg in de psychiatrie en hoe hij hier uiteindelijk weer uit kwam. Dit doet hij aan de hand van zijn herinneringen, zijn eigen dossier en interviews met zijn naasten en oud-behandelaars. Hij stelt zichzelf, en de lezer, de vraag: ‘wie is er nou eigenlijk gek?’ Is hij zelf gek, is de manier hoe er in de geestelijke gezondheidszorg wordt gewerkt gek, of zit de gekte in de manier hoe we onze maatschappij vorm hebben gegeven?
Om hier antwoorden op te vinden ging hij in gesprek met diverse onafhankelijke deskundigen: Dick Bijl (oud-huisarts, epidemioloog, president van de International Society of Drug Bulletins), Trudy Dehue (emeritus hoogleraar theorie en geschiedenis van de psychologie/ wetenschapsonderzoek), Philippe Delespaul (hoogleraar Innovatie in de Geestelijke Gezondheidszorg/ klinisch psycholoog Universiteit van Maastricht), Peter Groot (moleculair geneticus onderzoeker/ ervaringsdeskundige bij User Research Center UMC Utrecht), Jim van Os (hoogleraar psychiatrie, voorzitter Divisie Hersenen UMC Utrecht), Arne Risselada (ziekenhuisapotheker, epidemioloog, klinisch farmacoloog), Eric Ruhé (psychiater en onderzoeker Radboudumc), Paul Verhaeghe (hoogleraar klinische psychologie en psychoanalyse Universiteit Gent).